Donderdagavond 1 december. Een doodgewone dag uit het leven van ondergetekende. Zoals elke dag een rollercoaster van zeer diverse zaken, en, zoals elke dag, een kleine of soms grote strijd tegen de klok. Om 8u15 start ik met de laatst binnengekomen bloedwaarden na te kijken van de consultaties van gisteren, die gisteravond nog niet bekend waren. Ik bel enkele patiënten op, deze keer kan ik vooral goed nieuws brengen - iets waar ik altijd dubbel van geniet, het helpt me om het brengen van slecht nieuws dat ongetwijfeld heel snel zal volgen, beter aan te kunnen.

Nog geen uur na de laatste telefoon met goed nieuws krijg ik telefoon van het labo: een onverwacht slecht resultaat van een beenmergonderzoek, ik moet dus weer slecht nieuws brengen. Zo snel kan het keren. Ik overleg met de aso de patiënten die zijn opgenomen voor een stamceltransplantatie; gisteren toerden we ze samen, dus het overlopen gaat vrij vlot. Ik werk nog twee meetings af in het kader van het onderzoek, en haast me dan - met de brooddoos onder de arm - richting Lievegem. Ik geef er een voordracht over immunotherapie en mijn boek Immuun voor kanker? aan de seniorenraad. Straks spelen de Rode Duivels, maar de zaal zit afgeladen vol. Het publiek is aandachtig, ontroerd, verwonderd. Het is een plezier om voor zo'n publiek te spreken.

Wat een prachtig woord toch, veerkracht. Het mooie is dat, om te kunnen opveren, je eerst moet zakken, en dat dat ok is

Na de laatste vragen snel ik terug richting UZ, waar nog veel administratie op me wacht en ik nog twee patiënten moet zien. Alles moet snel, want om 18u45 word ik verwacht in auditorium G, voor een studium over veerkracht.

De studia zijn jaaroverschrijdende extracurriculaire lezingen binnen het vak 'Arts in de maatschappij' voor alle geneeskundestudenten van eerste bachelor tot eerste master. Dit academiejaar staan de studia in het teken van mentaal welzijn. Vanavond interviewen jonge wolven Amber en Hana van de podcastreeks zonderzever gezondheidspsycholoog Emelien Lauwerier en mij over veerkracht. Wat een prachtig woord toch, veerkracht. Het mooie is dat, om te kunnen opveren, je eerst moet zakken, en dat dat ok is. Veerkracht illustreert het menselijke van een mens. Ik sta altijd met grote ogen vol bewondering te kijken naar onze patiënten op hematologie, die zo diep zitten, lichamelijk en mentaal, en weer rechtkrabbelen, weer moed vinden, weer lachen (eerst glim, dan breed).

Maar ook artsen (en alle zorgverleners) zijn ongelooflijk veerkrachtig. Dat moeten we erkennen, en mogen we niet vergeten: we hebben een zware job, een verpletterende verantwoordelijkheid over het leven van mensen. We krijgen vele klappen, en we moeten steeds maar proberen rechtveren. Eenvoudig is dat niet, maar er wordt zo weinig over gesproken en het wordt zo zelden benoemd.

De studenten hadden zelf aangegeven aan de coördinatoren van de avond Janique Lobbestael en Joke Pauwelyn, dat de meeste rolmodellen die ze te zien krijgen wel een soort superdokters/übermenschen lijken, die keihard werken, succesvol zijn, alles moeiteloos weten te combineren, nooit met twijfels zitten... en dat hen dat onzeker maakt, hen doet afvragen of ze wel uit het juiste hout gesneden zijn. Uit ervaring weet ik dat mensen die zichzelf in vraag (durven) stellen, net vaak de meest capabele mensen zijn. Dus laat dit een warme oproep zijn aan de 'rolmodellen' om hun kwetsbaarheid te tonen, hun feilbaarheid, hun twijfels.

Het studium, trouwens, was een groot succes: de zaal zat afgeladen vol, hier en daar nog een half uitgeveegde Belgische vlag op de wang (intussen hadden de Rode Duivels hun laatste match gelijkgespeeld en was het WK afgelopen voor België), en het was stil in de zaal. De reacties achteraf toonden dankbaarheid, erkenning, en waren zeer inspirerend. Ik ben ervan overtuigd dat we met ons allen die avond, door onze breekbaarheid te tonen, en net daardoor onze kracht, de veerkracht van deze aspirant-artsen wat hebben vergroot.

De auteur schrijft in eigen naam.

Donderdagavond 1 december. Een doodgewone dag uit het leven van ondergetekende. Zoals elke dag een rollercoaster van zeer diverse zaken, en, zoals elke dag, een kleine of soms grote strijd tegen de klok. Om 8u15 start ik met de laatst binnengekomen bloedwaarden na te kijken van de consultaties van gisteren, die gisteravond nog niet bekend waren. Ik bel enkele patiënten op, deze keer kan ik vooral goed nieuws brengen - iets waar ik altijd dubbel van geniet, het helpt me om het brengen van slecht nieuws dat ongetwijfeld heel snel zal volgen, beter aan te kunnen. Nog geen uur na de laatste telefoon met goed nieuws krijg ik telefoon van het labo: een onverwacht slecht resultaat van een beenmergonderzoek, ik moet dus weer slecht nieuws brengen. Zo snel kan het keren. Ik overleg met de aso de patiënten die zijn opgenomen voor een stamceltransplantatie; gisteren toerden we ze samen, dus het overlopen gaat vrij vlot. Ik werk nog twee meetings af in het kader van het onderzoek, en haast me dan - met de brooddoos onder de arm - richting Lievegem. Ik geef er een voordracht over immunotherapie en mijn boek Immuun voor kanker? aan de seniorenraad. Straks spelen de Rode Duivels, maar de zaal zit afgeladen vol. Het publiek is aandachtig, ontroerd, verwonderd. Het is een plezier om voor zo'n publiek te spreken. Na de laatste vragen snel ik terug richting UZ, waar nog veel administratie op me wacht en ik nog twee patiënten moet zien. Alles moet snel, want om 18u45 word ik verwacht in auditorium G, voor een studium over veerkracht. De studia zijn jaaroverschrijdende extracurriculaire lezingen binnen het vak 'Arts in de maatschappij' voor alle geneeskundestudenten van eerste bachelor tot eerste master. Dit academiejaar staan de studia in het teken van mentaal welzijn. Vanavond interviewen jonge wolven Amber en Hana van de podcastreeks zonderzever gezondheidspsycholoog Emelien Lauwerier en mij over veerkracht. Wat een prachtig woord toch, veerkracht. Het mooie is dat, om te kunnen opveren, je eerst moet zakken, en dat dat ok is. Veerkracht illustreert het menselijke van een mens. Ik sta altijd met grote ogen vol bewondering te kijken naar onze patiënten op hematologie, die zo diep zitten, lichamelijk en mentaal, en weer rechtkrabbelen, weer moed vinden, weer lachen (eerst glim, dan breed). Maar ook artsen (en alle zorgverleners) zijn ongelooflijk veerkrachtig. Dat moeten we erkennen, en mogen we niet vergeten: we hebben een zware job, een verpletterende verantwoordelijkheid over het leven van mensen. We krijgen vele klappen, en we moeten steeds maar proberen rechtveren. Eenvoudig is dat niet, maar er wordt zo weinig over gesproken en het wordt zo zelden benoemd. De studenten hadden zelf aangegeven aan de coördinatoren van de avond Janique Lobbestael en Joke Pauwelyn, dat de meeste rolmodellen die ze te zien krijgen wel een soort superdokters/übermenschen lijken, die keihard werken, succesvol zijn, alles moeiteloos weten te combineren, nooit met twijfels zitten... en dat hen dat onzeker maakt, hen doet afvragen of ze wel uit het juiste hout gesneden zijn. Uit ervaring weet ik dat mensen die zichzelf in vraag (durven) stellen, net vaak de meest capabele mensen zijn. Dus laat dit een warme oproep zijn aan de 'rolmodellen' om hun kwetsbaarheid te tonen, hun feilbaarheid, hun twijfels. Het studium, trouwens, was een groot succes: de zaal zat afgeladen vol, hier en daar nog een half uitgeveegde Belgische vlag op de wang (intussen hadden de Rode Duivels hun laatste match gelijkgespeeld en was het WK afgelopen voor België), en het was stil in de zaal. De reacties achteraf toonden dankbaarheid, erkenning, en waren zeer inspirerend. Ik ben ervan overtuigd dat we met ons allen die avond, door onze breekbaarheid te tonen, en net daardoor onze kracht, de veerkracht van deze aspirant-artsen wat hebben vergroot.