...

Geachte heer Guy Tegenbos, ik heb vroeger uw artikels graag en regelmatig gelezen en gewaardeerd, maar nu moet ik toch een paar standpunten weerleggen. Als u beweert dat 25 jaar geleden de beroepsgroep huisartsen stilaan aan het wegzinken was en alleen nog de snotvallingen te behandelen kreeg (wat een overdreven mening is en mij fel raakt) dan is dat volgens mij grotendeels te wijten aan de shift naar specialisatie (door vervrouwelijking van het beroep?) In de negentiger jaren werden we overspoeld met specialisten: vooral gynaecologen pediaters, dermatologen,... die ons werk moeten doen om hun 'boterham' te verdienen. Dat negeren van de eerste lijn werd ook in de hand gewerkt door wijlen collega Wynen die het met zijn syndicaat voor mekaar kreeg (reeds in de jaren 1980) om het honorarium voor raadpleging voor 'kleine specialisten' (vb. NKO, pediaters,...) gelijk te schakelen qua terugbetaling aan het honorarium van de huisarts. Waarom nog naar de huisarts gaan als de patiënt rechtstreeks naar zijn gynaecoloog, pediater, dermatoloog,... kan gaan voor consultatie (staat toch chiquer!) en bovendien voor dezelfde prijs, en dan nog in dezelfde gemeente? Sinds vele jaren hebben specialisten zich in de periferie gevestigd en hospitaalspecialisten in poliklinieken om de oudere patiënten een verplaatsing naar de stad te besparen, maar ook om in dezelfde vijver van de lokale huisartsen te vissen.Een tweede opmerking: te weinig verpleegkundigen en verzorgenden te wijten aan de demografische toestand: dus gebrek aan jonge kandidaten verpleegkunde? De demografische toestand is alarmerend door de vergrijzing die tot een groter aantal verplegenden genoodzaakt. Eerlijk gezegd, als er voor het ogenblik 500.000 chronische zieken zijn en het beroep van verpleegkundige ook qua verloning ondergewaardeerd blijft, zal de instroom in de verpleegkundigenopleidingen niet spectaculair verbeteren. De symbolische geslagen munt van twee euro met 'Dank u' erop zal het verschil niet maken.