...

Daarom moeten we dit verhaal enkele decennia eerder starten. Flora Murray (°1869) vat al op jonge leeftijd interesse op voor de medische professie en zal zich in 1897 inschrijven aan de Londen School of Medicine for Women. Daar studeert ook Louisa Garrett Anderson (°1873). Anderson krijgt de passie met de moedermelk mee: haar moeder Elizabeth is de allereerste vrouw in Groot-Brittannië uberhaupt die als arts afstudeert en een licentie krijgt om de geneeskunde te beoefenen (in 1865).De reactie van de Society of Apothecaries is bijzonder illustratief voor de toen door mannen gedomineerde maatschappij: men past de statuten aan om te voorkomen dat nog vrouwen toegang tot de métier van arts krijgen. Pas een decennium later neemt het Britse parlement een wet aan die het beroep openstelt voor alle geslachten.Daarmee zijn echter niet alle hinderpalen opgeruimd. Als de volgende generatie vrouwen rond 1900 aan de slag gaat, mogen zowel dr. Murray als dr. Anderson nog steeds geen mannelijke patiënten behandelen. Vrouwelijke artsen werden eertijds opgeleid en verondersteld om enkel vrouwelijke patiënten en kinderen te verzorgen. Daarom ijveren beide dames actief om dat keurslijf open te wrikken en engageren zich ze in de suffragettesbeweging voor (meer) politieke rechten voor vrouwen in Groot-Brittannië. Omdat die strijd voor stemrecht gaandeweg grimmiger wordt en de overheid vooral repressief reageert, verharden de standpunten. Murray verzorgt vrouwelijke hongerstakers, Anderson moet zelfs een celstraf uitzitten vanwege haar engagement. Flora Murray en Louisa Anderson Garrett maken intussen van de nood een deugd. Dokter Anderson vervolmaakt zich als chirurg in het New Hospital for Women, dat mee is opgericht door haar moeder. En samen openen ze het Women's Hospital for Children, een instelling waar vrouwelijke artsen ook pediater mochten zijn.De dokters Murray en Anderson waren ervan overtuigd dat de uitbraak van de oorlog kon helpen om hun strijd voor gelijkberechtiging een beslissende duw te geven. Daartoe richtten ze het Women's Hospital Corps (WHC) op, met enkel vrouwelijk personeel. De artsen, intussen levenspartners, boden hun diensten aan het Franse Rode Kruis aan - hun aanbod om te helpen zou bij het Britse leger toch op een koude steen vallen, meenden ze. In Parijs (en later Wimereux) kreeg het WHC ruimtes ter beschikking (Hôtel Claridge) die werden ingericht als oorlogshospitaal. De Fransen maakten er geen bezwaar dat de twee Britse artsen en hun team geen ervaring hadden met militaire of oorlogschirurgie, noch dat ze in de UK geen mannelijke patiënten mochten behandelen. Alle hulp in een conflict, waarin totaal nieuwe wapens werden gebruikt en dito pathologieën opdoken, was welkom. Auteur Wendy Moore voegt daar aan toe "dat in Parijs en Wimereux zeker Belgen hebben meegewerkt. En vermoedelijk zijn er ook Belgische gewonden behandeld in hun ziekenhuizen." In een brief aan haar moeder noteert dokter Anderson: "Het zou goed zijn als de hele organisatie aan vrouwen wordt toevertrouwd. Dit is geen militair werk, maar enkel een kwestie van organisatie..." Het werk van médecin-en-chef Murray en chirurg Anderson blijft niet onopgemerkt. Het hoofd van the Royal Army Medical Corps, sir Alfred Keogh, nodigt beide artsen eind 1914 uit om hun werk verder te zetten in Londen. Endell Street Medical Hospital zal de volgende jaren 26.000 gewonde soldaten en patiënten, vaak met vreselijke wonden, verzorgen. De geheel vrouwelijke staf en medisch korps (onder wie chirurgen, oftalmologen, tandartsen, anesthesisten, bacterioloog en patholoog) werd op het hart gedrukt "dat je niet enkel goed maar vooral beter werk moet leveren. Wij vrouwen moeten gewoon beter doen dan mannen die hetzelfde werk zouden doen".In Endell Street kreeg zorg een extra dimensie: ook het emotioneel en psychisch welzijn van patiënten kreeg aandacht. Dat uitte zich in vaak kleine zaken zoals het gebruik van zachte matrassen, planten en tafellampjes aan het bed of het organiseren van muzikale avonden en naaicursussen. De soldaten wilden na verloop van tijd zelfs helemaal niet meer weg uit dit ziekenhuis... Ook op medisch vlak innoveerde men, onder meer door het gebruik van antiseptische zalf BIPP.Hoezeer de protagonisten van Endell Street Military Hospital hebben getracht om, via persartikels en wetenschappelijke publicaties, de aandacht voor hun werk gaande te houden - in 1919 wordt het ziekenhuis gesloten. De veelvuldige oorlogsinspanningen van vrouwen worden gefnuikt door een mannelijk establishment dat opnieuw zijn oude privileges en posities wil innemen. Murray en Anderson moeten noodgedwongen een stap terug zetten. Het doorbreken van het glazen plafond is een werk van (heel) lange adem...Het ziekenhuis is intussen vervangen door huizenblokken, enkel een plakkaat herinnert nog aan de heldendaden die hier zijn verricht. Dit fascinerende verhaal is recent door Wendy Moore gepubliceerd. Endell Street - The trailblazing women who ran World War One's most remarkable military hospital is uitgegeven door Atlantic Books (London), en telt 376 blz. https://atlantic-books.co.uk/book/endell-street