...

Van moederskant was Maurice Ravel (1875-1937) van Baskische afkomst, wat wellicht de Spaanse invloeden in zijn muziek verklaart. Getuige daarvan zijn o.a. de Andaloesisiche klanken van de Boléro, een compositie die hij zelf eerder als een orkestraal experiment dan als een meesterwerk beschouwde. Ravel kreeg zijn eerste pianolessen op zesjarige leeftijd en leerde componeren bij Gabriël Fauré. Zijn eerste werken zorgden al voor vernieuwing in de muziekwereld en werden niet altijd door de traditionele critici geapprecieerd. Ondanks herhaalde pogingen, slaagde hij er niet in de gegeerde Prijs van Rome weg te kapen. Hij kwam in concurrentie met Claude Debussy, met wie hij vaak werd vergeleken en naar wie hij ook opkeek. De muziek van Ravel wordt gekenmerkt door vaak exotische en fantastische klanken, fijngevoeligheid en virtuositeit. Hij was nochtans zelf geen uitzonderlijke pianist noch dirigent. Hoewel hij omwille van zijn kleine gestalte (1,61m) en tengere lichaamsbouw (hij woog amper 48 kg!) van legerdienst was ontheven, zal Ravel zich tijdens de Eerste Wereldoorlog toch verdienstelijk maken als trucker aan het front van Verdun. Hij doet er een ernstige darmontsteking op met peritonitis, wordt hiervoor geopereerd en in 1917 van verdere dienst ontslagen. Hij verzet zich openlijk tegen nationalisten die de Duitse en Oostenrijkse muziek uit het repertorium willen verbannen. Ravel is van mening dat musici zich niet in hun eigen wereld mogen opsluiten, en ondanks de oorlog open moeten staan voor muziek van over de landsgrenzen. Eenzame humanist "Au fond, ma seule maîtresse, c'est ma musique", bekende Maurice Ravel. Hoewel de componist wellicht enkele liefdesavonturen kende, was hij altijd discreet over zijn privéleven en bleef hij vrijgezel en kinderloos. Na de dood van Debussy in 1918, werd Ravel beschouwd als de grootste Franse componist in leven. Hij verblijft in zijn huis Le Belvédère, in Montfort-l'Amaury, op een 30-tal kilometer van Parijs, waar hij tot aan zijn dood zal blijven wonen. Niettegenstaande vele reizen in binnen- en buitenland voor concerten, recitals en lezingen over de hedendaagse muziek, en zijn talrijke contacten met vrienden uit artistieke middens, leidt Ravel een vrij eenzaam en melancholisch bestaan. In de VS ontmoet hij George Gershwin die hij aanmoedigt om de jazzinvloeden in zijn composities verder te gebruiken om zo de specificiteit van zijn Amerikaanse muziek te vrijwaren. Zelf componeert hij in die periode enkele meesterwerken, zoals de orkestrale versie van Tableaux pour une exposition van Modest Moessorgski en de Concerto pour la main gauche, opgedragen aan de pianist Paul Wittgenstein die zijn rechterarm verloor tijdens WO I. Verkeerde indicatie Vanaf 1933 treden de eerste symptomen op van een neurologische aandoening die Maurice Ravel tijdens zijn laatste vier levensjaren stilaan tot inactiviteit zal dwingen. De ziekte wordt gekenmerkt door een complexe vorm van afasie, type Wernicke, en een progressieve apraxie en agrafie. Zijn intellectuele mogelijkheden, zijn geheugen en oordeelsvermogen blijven intact, maar Ravel kan zijn muziek niet meer verwoorden en ook niet meer op een notenbalk neerpennen. Piano spelen wordt steeds lastiger omdat hij de partituur moeilijk kan ontcijferen en ook de gepaste toetsen op het klavier niet meer vindt. Muziek schrijven wordt stilaan onmogelijk. Zijn laatste project, de opera Jeanne dArc, waar hij zoveel belang aan hechtte, zal hij niet kunnen afwerken. Geopperd werd dat zijn neurologische aftakeling het gevolg was van een schedeltrauma dat Ravel in 1935 had opgelopen bij een auto-ongeval. Vermoedelijk ging het eerder om een degeneratieve neurologische aandoening. Ravel was een verstokte roker, dronk matig, en vertoonde verder geen andere risicofactoren. Tijdens zijn ziekte ondernam hij nog een reis naar Spanje en Marokko waar hij concerten gaf. Hij kreeg echter steeds meer moeite met spreken, zich aankleden, en met de normale dagelijkse handelingen. Omdat de symptomen mogelijk van tumorale oorsprong konden zijn, ging Ravel te rade bij de vermaarde neurochirurg Thierry Martel, die een operatie afwees. Uiteindelijk kwam hij terecht bij Clovis Vincent, een oud-leerling van de vader van de neurochirurgie, Harvey Cushing. Hoewel de indicatie twijfelachtig was, koos Vincent toch voor een exploratieve trepanatie. Merkwaardig is wel dat hij rechts opereerde, terwijl men bij Ravel die rechtshandig was in geval van afasie eerder een letsel aan de linkerzijde zou verwachten. Er was echter helemaal geen tumor te bespeuren en de chirurg kon enkel een bilaterale hydrocefalie vaststellen. Postoperatief kon Ravel gedurende enkele uren opnieuw spreken, maar hij werd vlug comateus en overleed drie dagen na de ingreep, op 62-jarige leeftijd. Onder grote belangstelling werd Maurice Ravel begraven op het kerkhof van Levallois-Perret nabij Parijs. Zijn broer Edouard was zijn enige erfgenaam. Na diens overlijden komt de erfenis terecht bij diens verpleegster en haar echtgenoot. Verre familieleden van Maurice Ravel eisen bij de rechtbank de erfenis en de belangrijke auteursrechten - geschat op 2 miljoen per jaar! - op, maar ze verliezen het proces. Wegens verjaring zijn de meeste werken van Maurice Ravel momenteel vrij van auteursrechten.