...

Dat blijkt uit het overzicht van de 'schriftelijke vragen met vertraging per minister' dat het parlement op 7 juni jongstleden opmaakte. Barbara Pas, Kamerfractieleider van Vlaams Belang vestigt er de aandacht op en hekelt het uitblijven van antwoorden bij diverse ministers. "Dit ondermijnt onze werking als parlementsleden en toont aan dat verschillende ministers de parlementaire democratie allesbehalve serieus nemen", aldus Pas. Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke is alleszins de slechtste leerling van de klas. 66,4% van de 1.013 schriftelijke vragen die hij sinds begin dit jaar kreeg, had hij op 7 juni nog steeds niet beantwoord. Daarbij 575 vragen die zelfs al meer dan zes maand stof liggen te vergaren. Ook premier Alexander De Croo (Open VLD) en staatssecretaris voor ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit) zijn niet bepaald transparant. Zij lieten meer dan 60% van de vragen onbeantwoord terwijl De Croo en Gennez respectievelijk slechts 94 en 71 schriftelijke vragen te verwerken kregen. Voormalig hoogleraar gynaecologie en huidig minister van overheidsbedrijven en ambtenarenzaken Petra De Sutter (Groen) repliceerde wel netjes op tijd op alle 734 aan haar gestelde vragen sinds eind oktober 2020. De Sutter krijgt wel veel minder schriftelijke vragen dan Vandenbroucke. Bij de meeste regeringsleden beperkt het aantal niet-beantwoorde vragen zich overigens tot minder dan 10%.