...

Ook minderjarige vluchtelingen, zwerfjongeren, jongeren in een pleeggezin of een voorziening of met een (verstandelijke) beperking kunnen een JIM kiezen. Het is een persoon uit het eigen netwerk (familie, buren of kennissen) waarin de jongere vertrouwen heeft en waarop die kan terugvallen in tijden van tegenslag. De praktijk laat zien dat deze natuurlijk mentor, die als gelijkwaardige gesteund wordt door het aanwezige professionele hulpnetwerk, er mee voor zorgt dat jongeren met problemen beter presteren op school of werk, beter in hun vel zitten en minder psychische problemen ervaren. De JIM-aanpak is op evidence-based ontwikkeld en dat blijkt ook uit het boek Circulaire zorg van maatschappelijk werkster Suzanne de Ruig en psychiater Levi van Dam. Ze brengen wetenschappelijke kennis en onderzoek samen met praktijkervaringen en casussen in een bundel die het midden houdt tussen hand- en werkboek. Ze noemen hun benadering een vorm van circulaire zorg omdat die gericht is op de volgende generatie, het zo eenvoudig mogelijk houdt en tegelijk zo breed mogelijk kijkt: de jongeren die eigenaarschap houdt over het te lopen traject terwijl een geïntegreerd netwerk dat ondersteunt. Het laatste hoofdstuk is een treffende getuigenis van een JIM en wat dat met haar en haar jongere gedaan heeft, een overtuigend pleidooi voor een veelbelovende aanpak. Suzanne de Ruig & Levi van Dam (red.), Circulaire zorg. Van JIM-aanpak naar een nieuwe ijk op jeugdhulpverlening. Boom, 315 blz. Netwerkpsychiatrie opent met een ijzersterk voorwoord waarin een ervaringsdeskundige getuigt over haar rol als begeleider in het ondersteunende netwerk rond een patiënte, waarin verder een psychiater, een psycholoog, drie verpleegkundigen en twee fysiotherapeuten.Bij de crematie van de patiënte ontmoeten de meesten elkaar voor het eerst. Daar werd duidelijk hoe ze tekort waren geschoten in het, samen met de patiënte, zo vormgeven van zorg, behandeling en begeleiding dat haar kansen op herstel en gezondheid optimaal waren gebleven. De verbinding had ontbroken, nooit was er een samenhangend netwerk ontstaan tussen al de somatische, psychiatrische en sociale voorzieningen waar de overleden vrouw op terug kon vallen.Dat verhaal zet de toon voor een hand- en werkboek voor zorgprofessionals die in samenwerking met de eerstelijnszorg mensen met ernstige psychische aandoeningen willen ondersteunen in hun klinisch, persoonlijk en maatschappelijk herstel. Daar komt veel bij kijken terwijl de bestaande structuren niet altijd openstaan voor de broodnodige veranderingen. Centraal staat daarin de eigen regie van de patiënt en de onmisbare rol van de naasten. In dat opzicht kan dit boek (dat volledig geënt is op de Nederlandse situatie) ook voor Vlaamse ggz-werkers een belangrijke bron van inspiratie zijn. Het sluit naadloos aan bij de bekommernissen van de Staten-Generaal Geestelijke Gezondheidszorg. Net als hier zijn er in Nederland een veelheid aan initiatieven maar blijft de praktijk onbevredigend. Een netwerkende psychiatrie is een leidraad naar een samenleving zonder stigma en met herstel, participatie en inclusie. Niels Mulder et al., Netwerkpsychiatrie. Samenwerken aan herstel en gezondheidszorg. Boom/deTijdstroom, 448 blz. In 2019 verscheen het Handboek schizofreniespectrumstoornissen waarin Nederlandse en Vlaamse auteurs de laatste inzichten over psychose en schizofrenie bundelden. Daarin was veel aandacht voor de rol van de familie en de context, voor de plaats in de DSM van het schizofreniespectrum, voor cognitieve mechanismen en voor de rol van de nieuwe ggz in behandeling en herstel.Een van de auteurs was psychiater Lieuwe de Haan, onder andere verbonden aan het Amsterdam UMC. Hij nam het initiatief om de wetenschappelijke inhoud van dat handboek te hertalen naar een vraagbaak waarin voor patiënten en hun naasten alle relevante, recente en betrouwbare informatie over psychose en schizofrenie toegankelijk gemaakt wordt. Zelfs begrippen zoals effectgrootte of polygenetische risicoscore worden bevattelijk uitgelegd. De Haan hertekende bovendien de nodige grafieken tot bevattelijke illustraties.Alleen jammer dat bij lotgenotencontact of patiëntenverenigingen geen Vlaamse organisaties of initiatieven aan bod komen. Ook een trefwoordenindex zou het opzoeken van specifieke vragen of antwoorden vergemakkelijken. Vraagbaak psychose en schizofrenie is niettemin een aanwinst voor elk psycho-educatief boekenrek. Lieuwe de Haan, Vraagbaak Psychose en Schizofrenie, Boom, 440 blz.