...

Sedert het Groot Dictee der Nederlandse Taal en de dictees van het Davidsfonds wat minder prominent aanwezig zijn in het dagelijkse leven van de taalliefhebbers zie je ze minder vaak: de spellingfanaten die zich dag in, dag uit toeleggen op het correct schrijven van de moeilijkste woorden uit onze woordenschat. Maar Bob van Dijk, voormalig specialist in bloedtransfusie en weefseltransplantatie, voert ze opnieuw uitvoerig ten tonele in zijn literaire debuut: De Griekse ij. Na een voorwoord met wat uitleg en een introductie van de hoofdpersonages begint de roman met de moord op een woordenboekredacteur die net gevraagd was om eindelijk een dictee te presenteren voor de Dicteetors, een club van 25 Nederlandse en Vlaamse spellingfanaten. Vanaf het eerste moment word je meegezogen in het verhaal, dat doorspekt is met verwijzingen naar bestaande taalgerelateerde events. In het verhaal voert de auteur ook cardiologen en andere medici ten tonele en de schrijfstijl doet voortdurend denken aan de ronkende volzinnen, zoals ze in dictees worden en werden gedeclameerd.Voor wie van taal en dictee houdt, bevat dit verhaal heel wat herkenbare situaties. De auteur weet als geen ander waar hij het over heeft, want hij is zelf gebeten door de dicteemicrobe. Hij heeft voortdurend een notitieblokje bij de hand om alle eigenaardigheden uit kranten, media en gesproken taal te noteren en uit te pluizen en tien jaar lang schreef hijzelf het Grootscheeps Scheepsdictee voor bekende Groningers.Van Dijk eindigt zijn misdaadnovelle met een 'curieuzewoordenlijst' en voegt zelf regelmatig enkele neologismen toe aan zijn verhaal. Zijn novelle werd op spelfouten gecheckt door Joost Verheyen, in 1998 winnaar van het Groot Dictee der Nederlandse Taal en zevenvoudig winnaar van het Davidsfondsdictee. Voor de liefhebbers van een merkwaardig genre, op een even merkwaardige manier gebracht en niet ontdaan van de nodige humor.