Fietsende senioren hebben een hoger risico op letselongevallen en dodelijke ongevallen dan jongere fietsers. Vias institute vraagt aandacht voor de eigen noden en verwachtingen van oudere fietsers.
...
De laatste jaren zit het aantal fietsers op onze wegen in stijgende lijn, ook bij 65-plussers. Dat heeft vooral te maken met de doorbraak van de elektrische fiets. Senioren gebruiken minder vaak een klassieke fiets dan jongere Belgen, maar bezitten vaker een elektrische fiets. De minder grote fysieke inspanning bij het fietsen wordt door deze doelgroep als een groot voordeel beschouwd. Het stelt hen in staat langere tochten te maken. Senioren ouder dan 80, sociaal geïsoleerde senioren en senioren met meervoudige aandoeningen fietsen dan weer minder. Ook de woonplaats heeft ook een invloed: senioren in verstedelijkte gebieden fietsen minder, omdat ze bang zijn om zich in het drukke verkeer te mengen. In het algemeen fietsen senioren bij voorkeur tijdens de daluren en op rustige wegen. De keerzijde is een stijging van het aantal letselongevallen waarbij fietsende senioren betrokken zijn. Een vergelijking van de ongevalsstatistieken in verschillende leeftijdscategorieën toont dat senioren per gereden kilometer een hoger risico lopen op een letselongeval. Het risico op een dodelijk ongeval is zelfs tien maal hoger dan bij niet-senioren, wat duidelijk de kwetsbaarheid van de oudere fietsers illustreert. Bij 37% van de geregistreerde ongevallen met oudere fietsers gaat het om valpartijen zonder obstakels. Een groot deel van deze 'eenzijdige' ongevallen gebeurt bij het op- of afstappen van de fiets. Bij de geregistreerde ongevallen met een andere weggebruiker gaat het in de meeste gevallen om een personenwagen (66%) en occasioneel om een andere fiets (14%). Het aantal eenzijdige ongevallen is wellicht nog een onderrapportering, omdat ongevallen zonder tegenpartij slechts zelden aangegeven worden. Volgens een studie* zou het aandeel van deze eenzijdige ongevallen bij oudere fietsers in werkelijkheid meer dan 60% bedragen. Vias onderzocht ook de mogelijke oorzaken van het hoger ongevalrisico. In de eerste plaats zijn er cognitieve factoren, zoals afnemend gezichtsvermogen en gehoor, tragere informatieverwerking, en minder goede reflexen. Deze factoren kunnen nog versterkt worden door het gebruik van bepaalde geneesmiddelen. Ook lichamelijke aspecten zoals verminderde spierkracht, evenwichtsverlies en functionele beperkingen zoals moeite om achterom te kijken spelen een rol. Bovendien heeft eenzelfde val voor een fietsende senior doorgaans ernstigere gevolgen dan voor een jongere fietser. Vias wijst ook op de invloed van onaangepaste fietsinfrastructruur. Heel wat fietspaden zijn niet ontworpen voor rijwielen met de snelheid van een elektrische fiets. Ook bepaalde gebreken zoals onregelmatige ondergrond en gladde riooldeksels zijn gevaarlijker bij hogere snelheden. Oudere fietsers vinden bepaalde verkeerssituaties bijzonder gevaarlijk, zoals rotondes en kruispunten waar fietsers groen hebben samen met afslaand verkeer. Vias pleit daarom voor betere fietsinfrastructuur. Senioren die lang niet gefietst hebben, kunnen gebaat zijn bij fietslessen die helpen om de juiste rijstijl, reflexen en remtechnieken voor een (elektrische) fiets aan te leren.