...

De module geeft een grondig overzicht van het thema medische aansprakelijkheid en verzekeringen, van de basisprincipes van de strafrechtelijke en burgerlijke aansprakelijkheid, tot en met specifieke onderwerpen zoals aansprakelijkheid bij gynaecologie en de werking van de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC) van het Riziv. Zoals steeds in het postgraduaat is de aanpak zeer praktijkgericht, met gastdocenten en experts uit het veld, en met de focus op concrete casussen in plaats van op juridische theorie, zegt Sylvie Tack. Een belangrijke recente evolutie in de rechtspraak is de omkering van de bewijslast. "Volgens het nieuwe Burgerlijk Wetboek kan de rechter dat in bijzondere situaties toestaan. Klassiek is het zo dat de patiënt moet aantonen dat er een fout gemaakt is, wat voor een leek niet evident is. Onlangs heeft het Hof van Beroep dat gedaan. Je mag er dus niet langer van uitgaan dat het steeds de patiënt is die het bewijs moet leveren", zegt Sylvie Tack. Een tweede evolutie is dat de eerste expertise door het Fonds Medische Ongevallen (FMO) een zwaarder gewicht krijgt. "In de wet staat dat het advies van het FMO niet bindend is. Maar we merken dat rechters niet zelden terughoudend zijn om een nieuwe expertise toe te staan als het eerste advies betwist wordt. Je moet al sterke argumenten hebben om de expertise door het FMO aan te vechten. Het is dus belangrijk om je al voor die eerste expertise goed te laten omringen", raadt Sylvie Tack aan. Een positieve evolutie is dat meer dossiers als MOZA (Medisch Ongeval Zonder Aansprakelijkheid) worden erkend. "We hebben ook de indruk dat de procedures bij het FMO iets sneller afgehandeld worden, zeker als het gaat om dossiers met (zeer) ernstige schade." Het wordt volgens Sylvie Tack ook afwachten wat de invloed van de nieuwe Kwaliteitswet op het aansprakelijkheidsrecht zal zijn. "Die wet legt bijvoorbeeld verplichtingen op over nascholing, en zorgverleners moeten kunnen aantonen dat ze de nodige expertise bezitten om een bepaalde handeling te verrichten. Zullen gerechtsdeskundigen en/of rechters dat effectief controleren? Nu zit dat onder de algemene zorgvuldigheidsplicht." Artsen hebben een deontologische verplichting om een verzekering B.A. beroepsaansprakelijkheid af te sluiten. In de regel zit je met zo'n verzekering safe, zegt Sylvie Tack. "Behalve in bepaalde flagrante gevallen zal de verzekeraar tussenkomen om de schade te vergoeden. Maar de dekking is altijd beperkt, en bij zeer zware schadegevallen is het mogelijk dat dit plafond niet volstaat - denk aan een situatie met een zeer jong slachtoffer dat levenslang zware economische schade zal kennen." Wie van verzekeraar verandert, dient te controleren dat de dekking wel goed aansluit. "Het gebeurt dat een polis geen dekking geeft voor gevallen die zich voordeden voor de polis werd afgesloten. Kijk ook goed na of je polis al je activiteiten dekt, bijvoorbeeld een nieuwe functie als diensthoofd of sporadische prestaties in het buitenland." Een arts zou ook een rechtsbijstandsverzekering moeten hebben, zegt Sylvie Tack. "Als je je moet verdedigen in een procedure voor de Orde van Artsen, of je wordt ontslagen door een ziekenhuis, of een associatie verbreekt je contract, dan heb je niets aan de verzekering B.A. Een aparte rechtsbijstandsverzekering is ook bijzonder nuttig in situaties waar er een belangenconflict is met de verzekering B.A. Er zijn situaties denkbaar waar het in het voordeel van de arts is om een fout toe te geven, terwijl de verzekering B.A. dat zal willen vermijden." Sylvie Tack raadt artsen aan om te zorgen voor goede documentatie. "Noteer alles goed in het dossier, bijvoorbeeld discussies over behandelingen. 'Informed consent' kan je best expliciet vastleggen met een standaardformulier."