Vanaf deze maand gaat België op een gestructureerde en anonieme wijze maternale sterftes registreren en analyseren. Het systeem werd Belgian Analysis system for Maternal Mortality (BAMM) gedoopt. Het is een initiatief van het College voor Moeder en Pasgeborene, met de steun van de FOD Volksgezondheid.
...
Op basis van de huidige cijfers van STATBEL en de Maternal Mortality Ratio (MMR) van onze buurlanden, schatten we dat er per jaar een 12-tal vrouwen zijn in België die overlijden tijdens de bevalling of in het kraambed, weet dr. Griet Vandenberghe, hoofdonderzoeker van BAMM. "Maar dat is wellicht een onderschatting. Bovendien weten we verder heel weinig over deze overlijdens, met uitzondering van de informatie op het sterftecertificaat en wat als doodsoorzaak wordt meegegeven aan het Vlaamse Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE)." "Onze buurlanden daarentegen, zoals het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Frankrijk, beschikken al jaren over een goed uitgewerkt registratie- en analysesysteem voor maternale sterftes. Het meest bekende is de MBRRACE-UK: Mothers and Babies: Reducing Risks through Audits and Confidential Enquiries across the UK. Dankzij deze systemen weten we dat een belangrijk deel van de overleden moeders een onderliggende aandoening had, zoals bijvoorbeeld een hartaandoening, die door de zwangerschap ernstiger is geworden."BAMM vervolledigt de registratie van B.OSS (Belgian Obstetric Surveillance System) dat sinds 2012 ernstige zeldzame complicaties van zwangerschappen in ons land verzamelt en analyseert. Dr. Vandenberghe heeft een goed oog op de participatiegraad voor het nieuwe project, aangezien nagenoeg alle Belgische materniteiten reeds deelnemen aan B.OSS. Maar maternale sterfte is delicate materie, beseft ze. "Een geboorte moet een blijde gebeurtenis zijn. Als de moeder sterft, doorgaans een jonge vrouw die in goede gezondheid is, dan is dat ronduit dramatisch. Des te meer omdat zorgverleners zich hebben ingezet om de beste zorg te leveren aan hun patiënt." "Uit analyses uitgevoerd in andere landen weten we dat in meer dan de helft van de maternale sterftes hiaten in de zorgketen een aandeel hadden in het overlijden", vervolgt Griet Vandenberghe. "Vaak zijn bijvoorbeeld communicatieproblemen de oorzaak, bijvoorbeeld bij overdracht van een patiënt van de eerste naar de tweede lijn, maar ook tussen zorgverleners binnen eenzelfde ziekenhuis en/of externe specialisten." BAMM vereist dat ziekenhuizen bereid zijn gevallen van maternale sterfte aan te melden. Geïncludeerd worden alle maternale sterftes tot een jaar na het beëindigen van de zwangerschap, ongeacht de zwangerschapsduur of de locatie van de zwangerschap (met uitzondering van accidentele en incidentele oorzaken van sterfte). Dr. Griet Vandenberghe: "De gebeurtenis wordt eerst uitgebreid geanalyseerd door de betrokken zorgverleners en hun supervisors, onder begeleiding van een kwaliteitscoördinator van het ziekenhuis. De bedoeling is wel dat we op de hoogte gesteld worden van zodra er een maternale sterfte plaatsgevonden heeft, zodat we de lokale analyse kunnen begeleiden en ondersteunen, met vragenlijsten en dergelijke meer. Zo verwachten we antwoorden op vragen als 'Wat was de oorzaak of oorzaken, chain of events? Welke patiëntgerelateerde, technische, organisatorische en menselijke factoren speelden een rol? En welke aanbevelingen kunnen jullie formuleren op basis van de analyse van deze sterfte?" Vervolgens buigt een multidisciplinair team van experts - een kernteam van gynaecologen, vroedvrouwen en anesthesisten, met daarnaast eventueel cardiologen, hematologen, infectiologen, psychiaters - zich over de casus. De gegevens die het expertenteam te zien krijgt, zijn geanonimiseerd, evenals de conclusies en aanbevelingen die ze op basis daarvan formuleren. De analyse is in de eerste plaats bedoeld om te leren uit de maternale sterfte niet alleen door het ziekenhuis in kwestie maar door alle zorgverleners betrokken in de verloskundige zorg in België. "Wij zullen het feedbacksysteem van Nederland toepassen, met name dat we mondeling feedback geven als het ziekenhuis daarom vraagt." Er is met andere woorden geen sprake van een geschreven rapport dat overhandigd wordt aan de materniteit. Opdat de aanmelding van de maternale sterfte door de desbetreffende materniteit geen juridisch staartje zou krijgen. "BAMM zoekt niet naar een schuldige of zondebok. Anonimiteit en confidentialiteit worden maximaal bewaakt. Alleen op deze manier kan het registratiesysteem werken", licht dr. Vandenberghe toe. Maar wat als er sprake is van een medische fout? "Een pertinente vraag en we hebben daar dan ook goed over nagedacht. Het is niet onze rol om medische incidenten aan het licht te brengen, dat is het opzet van de lokale analyse, net zoals het in een dergelijk geval aan het betrokken team is om de nodige maatregelen te nemen." De onderzoekers roepen alle materniteiten in België op om deel te nemen aan het project. "Het zal voor sommige zorgverleners zeker een mentaliteitswijziging vragen om dergelijke openheid aan de dag te leggen. Maar alleen door analyse van de gebeurtenis kunnen we aanbevelingen formuleren die niet alleen de betrokken materniteit, maar alle Belgische materniteiten ten goede kunnen komen met het oog op de kwaliteit van zorg." In de toekomst hoopt het team van B.OSS en BAMM ook te kunnen rekenen op input van huisartsen, gezien buitenlandse cijfers een groot aandeel late maternale sterftes aantonen, waarbij psychiatrische aandoeningen vaak de onderliggende oorzaak zijn.