...

Psychiater Jim van Os analyseert het gebruik van 'kwaliteit' in de gezondheidszorg. Dat werd het sleutelbegrip in de hervorming van de Nederlandse gezondheidszorg, de 'benchmark' op basis waarvan de marktwerking de zorg zou gaan verbeteren. Niet dus, de zorg is duurder geworden, er staan 140.000 vacatures open, de werkdruk is gegroeid en de persoonlijke voldoening verminderde want de arbeid is onpersoonlijk geworden. De bestuurspraktijk van het Nederlandse zorgstelsel gaat uit van wantrouwen met regelzucht als gevolg. Ruimte voor betekenisvolle zorg, waarin de relatie centraal staat (zeg maar de 'ziel' in de zorg) is er steeds minder. Van Os laat met haarfijn technisch en analytisch inzicht zien hoe een eenvoudig woord zoals 'kwaliteit' een systeem kan in leven roepen met averechtse effecten, dat bovendien handenvol geld kost en niemand beter maakt, behalve de managers en benchmarkers. Hij illustreert hoe taal kan verdoezelen en misleiden en dat je kritisch moet blijven, ook bij mooi klinkende bewoordingen.De andere medische bijdragen zijn al even interessant. Klinisch neuroloog Willem Oerlemans laat zijn licht schijnen over 'pijn'. Schrijver Sanne Bloemink weegt voor- en nadelen af van diagnoses zoals ADHD. Een trio psychiaters analyseert de denkfouten die in het psychiatrisch taalgebruik sluipen, waardoor oorzakelijke verbanden gesuggereerd worden die er niet zijn. Hoogleraar zorgethiek Marian Verkerk analyseert de valkuilen in de 'patiëntenparticipatie'. Historica Trudy Dehue ontleedt het taalgebruik rond ongeborenen (vrucht, foetus, baby) en de implicaties daarvan. Sociologe Christien Brinkgreve laat zien hoe belangrijk het is op de juiste manier over 'seksueel misbruik' te praten. Het zijn stuk voor stuk inspirerende essays. Een vreemde eend in de bijt is het inleidende maar afleidende want mystificerende stuk van Paul Verhaeghe, de enige Vlaming in het gezelschap. De professor-psychoanalyticus komt met het taalwetenschappelijk al lang en breed ontzenuwde verhaal van het trio De Saussure - Foucault - Lacan (semiotiek - macht - psychoanalyse) vermengd met zijn eigen identiteitsverhaal. Hij levert een perfecte illustratie van de verleidelijke kracht van taal, in een mooi staaltje van misleidende retoriek van pseudowetenschap - al werd dat door de samenstellers wellicht niet zo bedoeld.Zijn conclusie is dat als je de wereld wil veranderen je bij je taal dient te beginnen. Het is een boutade die diepzinnig lijkt maar weinig behulpzaam is als je de wereld echt zou willen veranderen. Taal verandert voortdurend met en in de wereld. Het is omdat we nieuwe inzichten verwierven of omdat nieuwe verhoudingen ontstaan dat we nu spreken over 'mensen met een beperking' of 'mensen met mogelijkheden' in de plaats van over 'gehandicapten'. We gebruiken nieuwe woorden omdat we in nieuwe omstandigheden nieuwe boodschappen willen communiceren. Daarin klinken onvermijdelijk waarden en oordelen mee, maar dat wil niet zeggen dat de werkelijkheid een taalconstructie is. Autisme, depressie of trauma zijn geen sociale, talige constructies.Kritisch nadenken over hoe we taal gebruiken is geen overbodige luxe. We denken in taal en moeten ook beseffen dat taal normeert, simplificeert, stereotypeert. Al deze bijdragen waarschuwen voor de vertekenende, schadelijke en stigmatiserende effecten van sommige woorden.Laat ons ondertussen niet vergeten dat taal ook veel moois oplevert. Heldere analyses, ontroerende teksten, klare taal, respectvolle bejegeningen, voorzichtige formuleringen. Daar zit (ook) de kracht van taal. Die kracht spreekt uit het merendeel van deze essays, in korte hoofdstukken die veel stof tot nadenken bieden over hoe wij spreken over mensen, situaties, verhoudingen en gebeurtenissen.Taalkracht besluit met een aanbevelenswaardige uitnodiging: denk mee om in de eigen contexten van leven en werk na te gaan welke taal wordt gebruikt, welk effect woorden kunnen hebben en of er andere woorden gevonden kunnen worden. De zorg kan er alleen maar beter van worden.