...

Recordaantal transpersonen meldt zich aan bij UZ Gent. Wachtlijst loopt op tot anderhalf jaar. Dat koppen de media begin januari. In een interview moedigt professor Guy T'Sjoen, diensthoofd van het Centrum voor Seksuologie & Gender van UZ Gent, andere centra aan om dezelfde zorg te beginnen organiseren. "Gelukkig is er al een startend initiatief in het ziekenhuis Oost-Limburg in Genk", laat hij zich ontvallen in een gesprek in De Ochtend.U hoeft geen journalist te zijn om te weten dat alle (of toch veel) journalisten- ogen binnen de kortste keren (dagen) zich op het ZOL zouden richten. Het is dokter Kirsten Stinkens, een 34-jarige endocrinologe die de pers telkens te woord staat. Dokter Stinkens is sinds 2018 aan de slag in het ZOL. "Toen ik solliciteerde, werd me de vraag gesteld of ik me ook wilde ontfermen over de transpatiënten van dokter Jos Tits, die met pensioen ging. Dat was een carrière- wending die ik aanvankelijk niet in beschouwing genomen had, maar omdat de nood aan zorg voor deze patiëntengroep heel groot is en er tot op heden slechts weinig endocrinologen in België dit zorgaanbod aanbieden, stond ik er zo goed als meteen voor open." Dokter Stinkens werd endocrinologe omdat "het een gevarieerde discipline is, met zeker op vlak van diabetes veel vernieuwingen". "En omdat je in zekere zin ook een coach bent van je patiënten zodat ze hun behandeling zo goed mogelijk kunnen integreren in hun leven. Ik geloof dat door patiënten zo veel als mogelijk te betrekken bij hun behandeltraject, je de grootste therapietrouw kan bereiken en uiteindelijk ook de beste resultaten", voegt ze eraan toe. Met andere woorden: de patiënt centraal. "Misschien nog meer dan bij andere patiëntengroepen, is dat hét uitgangspunt in de zorg voor transgenderpatiënten", zegt Kirsten Stinkens. "Vaak gaat aan hun zorgvraag een lange lijdensweg vooraf. Het niet overeenstemmen van de genderidentiteit met het biologisch geslacht zorgt voor veel vragen, daarnaast is er nog steeds een drempel om om hulpverlening te zoeken. Naast het medische gedeelte, is er dus ook een belangrijk psychosomatisch luik", zegt de endocrinologe. "Ik vind het belangrijk om ook daar aandacht voor te hebben bij patiënten. Samengevat zijn transpersonen dus een patiëntengroep die mij ligt, het is ook lonende geneeskunde. Er zijn transgenderpatiënten die ik nu al twee jaar volg, vanaf het begin van hun traject. Het is bijzonder om hen te zien evolueren in wie ze zijn/worden." Naarmate dr. Stinkens langer in het ZOL werkt, ziet ze het aantal aanmeldingen voor transgenderzorg toenemen. "De transzorg in ons land is erg versnipperd. Wensten patiënten een plastische ingreep of fertiliteitspreservatie, dan moesten we hen doorverwijzen naar andere klinieken. Daarop heb ik collega's binnen het ziekenhuis aangesproken: sta jij er ook voor open om zorg aan te bieden aan deze patiëntengroep? Zo hebben we op relatief korte termijn een team kunnen verzamelen om transgenderzorg aan te bieden." Vandaag begeleidt dr. Stinkens een kleine 170 transpersonen, vorig jaar waren er bijna 60 nieuwe aanmeldingen. "Op een gegeven moment werd het duidelijk dat, als we als kliniek willen verder groeien en daarbij kwaliteitsvolle zorg willen blijven verlenen, we de hulp van een coördinator konden gebruiken", vertelt dokter Stinkens, die zich naast de transgenderzorg uiteraard ook nog moet ontfermen over haar andere patiënten. "Nu ik de laatste weken al een paar keer in de media ben opgedoken, vragen sommige diabetespatiënten mij: dokter, u gaat toch ook nog voor ons zorgen, hé? (lacht) Dan antwoord ik: natuurlijk, ik laat u niet gaan!"Dokter Stinkens is ervan overtuigd dat er nog heel wat endocrinologen nodig zijn die zich willen interesseren voor en specialiseren in transgenderzorg. Waarom zijn het overigens vaak de endocrinologen die in interviews een microfoon onder hun neus geschoven krijgen? "De exploratie van de genderidentiteit begint uiteraard bij de psycholoog en seksuoloog. Maar de feitelijke transitie startbijde hormoontherapie. En route zien transpersonen natuurlijk chirurgen en andere artsen, maar wij doen de levenslange opvolging." Arts gespecialiseerd in transgenderzorg word je niet zomaar. Voor haar aanstelling in ZOL ging dr. Stinkens meerdere keren 'meevolgen' op de raadpleging in het Centrum voor Seksuologie & Gender van UZ Gent. "Als een stagiair", lacht ze, "zat ik netjes naast de arts". Vandaag overlegt ze bij heel specifieke casussen steevast met professor T'Sjoen. Kirsten Stinkens: "Omgaan met transpatiënten vraagt naast een open geest, geduld en een luisterend oor. Doorgaans hebben deze patiënten een heel verhaal te vertellen, veel vragen ook. Je moet goed kunnen afbakenen, hen kunnen geruststellen wanneer nodig en er in het algemeen voor hen 'zijn', naast uiteraard de algemene medische begeleiding van de transitie, en preventie van eventuele verwikkelingen". Dat zijn vaardigheden die niet elke arts gegeven zijn, beseft dokter Stinkens. "Het komt erop neer dat je gewoon moet durven ervoor te gaan."