...

Het mag verwondering wekken dat Victor Horta in zijn lange carrière slechts één museum ontworpen heeft. Dat dit museum in Doornik is terecht gekomen is bovendien aan een pikante anekdote te wijten. Kunstverzamelaar Henri Van Cutsem wou zijn collectie aanvankelijk schenken aan het Museum voor Schone Kunsten in Brussel, maar omdat een naaktschilderij van Léonce Legendre, Périmèle ou Nimphe de Capri uit 1864, er geweigerd werd, was Van Cutsem zo boos dat hij besloot zijn collectie te schenken aan de stad Doornik. Waar de nimf een prominente plaats heeft gekregen en in volle glorie kan bewonderd worden! Horta kreeg in 1912 de opdracht een museum te bouwen om de fabelachtige collectie van Van Cutsem onder te brengen. Het Musée des Beaux-Arts werd geopend in 1928. Een interessante periode voor de architectuur! Wereldoorlog I vormt immers een ruptuur tussen art nouveau en art deco. Horta paste het oorspronkelijke plan gaandeweg aan, zodat het gebouw een mooie illustratie is van de overgang tussen de twee stijlen. De indrukwekkende façade met vegetatieve arabesken die zo typisch zijn voor de art nouveau zuigt de toeschouwers naar binnen. De plattegrond van het museum heeft de ietwat ongewone vorm van ... een schildpad. Typisch voor Horta is zijn oog voor detail. Alle klinken hebben de vorm van schildpadpootjes. Bijzonder kenmerk is ook het feit dat de tentoonstellingszalen rond het atrium, het schild van de schildpad zeg maar, open zijn zodat je telkens een inkijk hebt in de verschillende zalen. Deze veelzijdige perspectieven stellen de curatoren in staat interessante links te leggen tussen verschillende kunstwerken en -stijlen. Het hele gebouw is bovendien met glas bedekt zodat het museum baadt in een gefilterd natuurlijk licht.Uniek is ook dat dit het enige gebouw van Horta is waarvan zowat alle plannen bewaard gebleven zijn. Die plannen zullen eind van dit jaar overigens worden tentoongesteld. Eind 2024 wordt dan gestart met de uitbreiding van het museum door de architecten Xaveer De Geyter en Barbara Van der Wee. De collectie Van Cutsem is zonder meer fabelachtig en bevat onder andere twee tekeningen van Van Gogh en de twee enige schilderijen in België van Édouard Manet. Voorts ook werk van Anna Boch, Toulouse-Lautrec, Monet, Watteau, Rik Wouters en tal van beelden en ook enkele schilderijen van Constantin Meunier. Van Cutsem volgde vooral twee stijlen, het sociaal realisme en het pleinairisme, de voorloper van het impressionisme. Maar ook kunstenaars als Jordaens, Bruegel en de in Doornik geboren Roger de le Pasture, alias Rogier van der Weyden, behoren tot de collectie. Art nouveau is overigens sterk aanwezig in het straatbeeld van Doornik. Een geleide architectuurwandeling om dit rijke patrimonium te ontdekken is dan ook een must. Let ook op de vele sgraffiti die bewaard zijn gebleven. Vele huizen hebben gelukkig een beschermd statuut gekregen zodat dit patrimonium in de toekomst bewaard en gerevaloriseerd zal worden. Doornik heeft overigens nog veel meer troeven. De imposante Onze-Lieve-Vrouwkathedraal met de vijf torens is de enige Belgische kathedraal op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Een meesterwerk dat de overgang van de Romaanse naar de Gotische bouwstijl illustreert. Het Belfort van Doornik is dan weer het oudste van het land. Qua musea is Doornik eveneens goed bedeeld. Behalve het museum van Horta is ook het TAMAT, het Musée de la Tapisserie et des Arts Textiles, een bezoek meer dan waard. Doornik is sinds de Middeleeuwen een belangrijk centrum voor de productie van wandtapijten. De collectie toont niet alleen tapijten van de 15de en 16de eeuw, maar ook moderne en hedendaagse tapijtkunst. Ietwat luchtiger is het Musée des Arts de la Marionnette waar u een unieke collectie met marionetten uit alle werelddelen kunt bewonderen! Kortom: een bezoek aan Doornik, ça vaut le coup, zeker in dit Hortajaar!