...

Geen enkele andere kunstenaar heeft bij leven zo'n sterke band met het Louvre opgebouwd. Ontelbare keren was Picasso te vinden in de zalen van het Louvre, vaak met een schetsboek om de fetisjwerken van het museum na te tekenen en te herinterpreteren. Hij verzamelde postkaarten van de kunstwerken van het Louvre en hing krantenartikels over de exposities van het museum aan de muur van zijn atelier. Dat alles levert een dijk van een tentoonstelling op met meer dan 400 schilderijen, tekeningen, sculpturen, keramiek, brieven, documenten, foto's, krantenartikels om dit langdurige liefdesepos met zijn goede en kwade dagen te staven. Talrijk zijn de kunstwerken uit de collectie van het Louvre die door Picasso werden geïnterpreteerd en telkens weer geherinterpreteerd: Le Déjeuner sur l'Herbe en Olympia van Manet, De Roof der Sabijnse Maagden van Poussin, Les Femmes d'Alger van Delacroix, Odalisque en Le Bain Turc van Ingres, Bethsabee in het Bad van Rembrandt, ook beeldhouwerken als De stervende slaaf van Michelangelo of Danseuse, grande Arabesque van Degas... Picasso's interesse ging niet alleen uit naar de westerse kunst, hij zoog inspiratie uit alle continenten, uit alle tijdvakken: de klassieke Oudheid, Mesopotamië, ja zelfs Afrika en Oceanië waren zijn voorbeelden. Vanaf zijn eerste bezoek aan het Louvre was Picasso gefascineerd, niet alleen door de grote en bekende werken, vaak ook door verborgen parels. Zo kan je vanuit het Louvre heel mooi de weg volgen die hij aflegde, vertrekkend van enkele meer dan 2.000 jaar oude stenen en bronzen sculpturen van het Iberische schiereiland en de beeldhouwkunst van de klassieke oudheid, om uit te komen in 1907 bij Les Demoiselles d'Avignon, zijn eerste grote hoogtepunt. Zijn liefde voor de vroeg-Spaanse beeldhouwkunst ging zelfs zo ver dat hij twee van deze beelden die in de slipstream van de Mona Lisa-diefstal uit het Louvre waren ontvreemd, gedurende vier jaar op zijn atelier koesterde. Picasso had ze voor een habbekrats kunnen kopen door toedoen van Guillaume Apollinaire. Toen het tweetal via de kranten vernam dat het om gestolen kunstwerken ging, haastte Apollinaire zich om ze 'anoniem' terug te bezorgen via de krant Paris-Journal. Zijn anonimiteit werd echter niet gerespecteerd, Apollinaire werd ondervraagd en enkele dagen opgesloten, maar kwam weer vrij nadat ook Picasso door de politie aan de tand was gevoeld. De kranten smulden van dit verhaal. Het tweetal werd onschuldig bevonden. Picasso beroerde de kranten ook om een andere reden. Inmiddels een kunstenaar met een wereldreputatie, verliep zijn intrede in het Louvre niet zonder slag of stoot. De aankoop van werken van Picasso zorgde voor hevige controverse tussen museumdirecteurs. Kunstcritici mengden zich via de kranten in de debatten. In 1933 werd een eerste schilderij van Picasso, Portret van kunstcriticus Gustave Coquiot, door het Louvre aangekocht. Tijdens de Duitse bezetting wordt Picasso echter gerangschikt onder de Entartete Kunst en vele van zijn doeken worden geconfisceerd en in het Louvre opgeslagen om van daaruit naar Duitsland te worden vervoerd.In 1947 schenkt Picasso tien werken aan het Musée National d'Art Moderne en wordt zijn naam in vergulde letters gegraveerd in de Rotonde van Apollo in het Louvre. In 1955 wordt de grootste Picasso-tentoonstelling ooit gehouden in het Musée d'Arts Décoratifs, een onafhankelijke instelling in één van de vleugels van het Louvre. Begin jaren 1960 verwerft het Louvre een deel van de collectie Walter-Guillaume, waaronder 12 meesterwerken van Picasso, om ze onder te brengen in het Musée de l'Orangerie, dat eveneens afhangt van het Louvre. Het grootste eerbetoon in het Louvre krijgt Picasso evenwel voor zijn 90ste verjaardag, wanneer hij in het gezaghebbende museum als eerste levende kunstenaar een solotentoonstelling krijgt. La Grande Galerie zag zwart van het volk toen Pompidou het lint doorknipte. De Franse president kondigde meteen ook de creatie van een Musée Picasso in Parijs aan.Zo krijgt het verhaal over de verhouding tussen Picasso en Frankrijk alvast een happy end. Over die tentoonstelling van 1971 schrijft Le Monde Magazine: " Un immense honneur à la hauteur du dédain dont fit longtemps preuve la France à l'égard du génie espagnol". Wat niet wegneemt dat Picasso zeer verknocht was aan het Louvre, zoals blijkt uit deze bijzonder boeiende expositie in het prachtige museum Louvre Lens dat dit jaar zijn tiende verjaardag viert.