...

Naar aanleiding van een interpellatie over het private centrum Mediport in Antwerpen ontspon zich in het federale parlement recent een discussie over zware medische apparatuur in extramurale centra. Mediport zou CT-onderzoeken van het hart uitvoeren, stelde Gijbels. Vandenbroucke kon dat bevestigen noch ontkennen. Maar op basis van het kadaster voor zware medische apparatuur wist de minister wel met zekerheid dat er extramuraal CT's worden uitgebaat. Dat is niet wettelijk, er is geen Riziv-terugbetaling en dus draait de patiënt op voor de factuur. "Inspectie op de ziekenhuizen is echter gemeenschapsbevoegdheid. Vlaanderen moet dus ingrijpen", stelde Vandenbroucke. Frieda Gijbels vond echter dat de Vooruit-excellentie de problemen zelf heeft gezocht. "De regelgeving inzake supplementen in de ziekenhuizen beknot de therapeutische vrijheid en de vrijheid van het artsenberoep. Daardoor vluchten verschillende medische disciplines naar de periferie", zei ze. Vandenbroucke vond dat compleet van de pot gerukt. "U beweert toch niet dat men nu plotseling buiten de ziekenhuizen CT's installeert omdat ik die schandalige supplementen niet langer aanvaard? Het zou mijn schuld zijn als er ergens een illegale CT staat! Vraag liever aan minister Crevits om in te grijpen. Zij is bevoegd", repliceerde hij. Maar het N-VA-parlementslid wist zelfs niet of een klacht tegen een illegale CT wel stand zou houden voor het Grondwettelijk Hof. "Dit is absoluut niet wenselijk maar u creëert deze toestanden door de maatregelen in de ziekenhuizen. Daardoor ontstaat veel ontevredenheid onder zorgverstrekkers en veel onrust over de wachtlijsten. Extramuraal zijn de wachtlijsten waarschijnlijk korter. Wie extra betaalt, wordt snel geholpen. Een zeer spijtige evolutie." Een vergelijkbare problematiek stelde CD&V-kamerlid Nawal Farih vast: het aantal privéklinieken zit al jaren in de lift. De druk op de ereloonsupplementen zet specialisten - plastisch chirurgen, oftalmologen, dermatologen... - steeds vaker aan om in een extramurale setting te gaan werken, aldus Farih. Ze wou van Vandenbroucke weten of hij zicht heeft op het aantal privéklinieken en of er veel klachten binnenlopen. Ze toonde zich voorstander van een gedifferentieerde terugbetaling voor prestaties in ziekenhuizen en in privéklinieken. De minister repliceerde dat er geen wettelijke definitie bestaat van 'privékliniek'. Ze worden niet erkend en dus heeft de overheid geen zicht op het aantal. Wel ontwikkelen de FOD Volksgezondheid en het Riziv momenteel een register van praktijken dat voorjaar 2024 operationeel wordt. Vanaf dan is er informatie over de locaties waar zorgverleners werken. Gedifferentieerd terugbetalen, vond Vandenbroucke echter allerminst evident. "Als er geen reden is om te discrimineren mag men dat natuurlijk niet doen", zei hij. "Wat is het argument om minder terug te betalen in een kliniek die men wel erkent?" De minister was het eens met het Kamerlid, het fenomeen 'villageneeskunde' is verontrustend. In de omschrijving van Vandenbroucke gaat het over "het duidelijk intentioneel uitvoeren van extramurale ingrepen die men traditioneel in een ziekenhuis deed." Vandenbroucke wil dat er in de nomenclatuurhervorming aandacht gaat naar het extra valoriseren van typische ziekenhuisfuncties zoals wachtdiensten en beschikbaarheid voor collega's. Want extramuraal bestaat dat niet." Farih verwees naar de Verenigde Staten waar er 'meer incidenten' zijn met patiënten. "Ze zijn het slachtoffer van de gigantische druk van alsmaar meer privéklinieken. De risico's zijn groter door de beperkte middelen en de doelstelling namelijk het nastreven van grote winstmarges", aldus Nawal Farih. Een tweede interpellatie van Frieda Gijbels ging over de duidelijke (communautaire) verschillen in ereloonsupplementen tussen ziekenhuizen. "Bij de aanpak van deze problematiek mis ik echter een diagnose en een plan van aanpak", aldus Gijbels. Ze vroeg of de minister de maximale ereloonsupplementen nog steeds wil gelijktrekken. En op welke manier dan wel? "En geldt de 'standstill' ook voor een verhoging van de afdrachten op de erelonen?" De minister bevestigde dit laatste. Er is niet enkel een 'standstill' op het maximumpercentage aan ereloonsupplementen maar ook voor afdrachten. Frank Vandenbroucke: "De hoogte daarvan is echter een zaak tussen de medische raad en het ziekenhuisbeheer. De overheid heeft daar geen zicht op." Wel heeft hij het Intermutualistisch Agentschap gevraagd cijfermateriaal aan te leveren over verblijven, interventies en specialismen en hoe die zich verhouden tegenover de ereloonsupplementen. Vandenbroucke hoopt dat de stakeholders op basis daarvan "een gedragen voorstel doen over lagere ereloonsupplementen." Het antwoord stemde Gijbels maar deels tevreden: "Ik hoor steeds meer nuance in de aanpak van de ereloonsupplementen in de ziekenhuizen terwijl u andere types supplementen in de ambulante praktijk veel sneller aanpakt. Heeft dat een communautaire reden?", vroeg ze zich af. Bovendien vond ze het ongerijmd dat de overheid geen zicht heeft op de afdrachten maar wel een verhoging verbiedt... Vandenbroucke tot slot: "Ik besef dat een vermindering van ereloonsupplementen gevoelig ligt en moeilijk is. Daarom spreek ik me nog niet uit over het al dan niet gelijktrekken van een maximumpercentage over alle ziekenhuizen heen. Maar het spreekt vanzelf dat de overheid probeert om geen ongelijkheden te bestendigen."