...

Welke niet-essentiële zorg verstrekten ziekenhuizen nog tijdens de covid-19 pandemie? Dat was de vraag waarop de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC) van het Riziv een antwoord wilde krijgen via een enquête bij de hoofdartsen, zo lezen we in het DGEC-jaarverslag 2020. Vanaf 14 maart 2020 traden de richtlijnen van het Comité Hospital & Transport Surge Capacity (HTSC) in werking. Ziekenhuizen moesten behandelingscapaciteit voor covid-19-patiënten vrijmaken door niet- essentiële raadplegingen, onderzoeken en ingrepen te annuleren of uit te stellen. Het Riziv bevroeg de hoofdartsen per mail over de zorgverlening in hun ziekenhuis tussen 30 maart en 19 april en over de geplande zorg van 20 april tot 3 mei. Men beperkte zich tot de 'normale' ziekenhuisactiviteit - dagziekenhuis, MRI's, endoscopische gastro-enterologische en urologische interventies en het operatiekwartier. Waar mogelijk vergeleek de dienst met 2019. Alle 100 Belgische algemene, universitaire en revalidatieziekenhuizen stuurden een antwoord terug. De activiteiten in het niet-chirurgisch dagziekenhuis gingen gewoon door, zo blijkt. Concreet is dat dan chemotherapie, dialyse, pijnbehandeling, immunotherapie, wisseling van catheters en sonden, coronagrafieën enz. Het chirurgisch dagziekenhuis daarentegen lag tussen 30 maart en 19 april zo goed als stil om daarna weer op gang te komen. Het aantal uitgevoerde MRI-onderzoeken daalde van 30 maart tot 19 april gemiddeld met 77% vergeleken met 2019. MRI's van de schedel namen met 66% af, MRI's van ledematen met 88%. De gemiddelden verbergen echter enorme verschillen tussen ziekenhuizen. Zo varieerde de daling van 24% tot 99%; het aantal onderzoeken per toestel nam af van drie tot 304! Het totaal aantal onderzoeken per dag steeg lichtjes en sommige ziekenhuizen benaderden/overstegen na 19 april opnieuw het aantal onderzoeken in dezelfde periode van 2019. Tussen 30 maart en 19 april verminderde het aantal gastro- en coloscopieën met 85% vergeleken met een jaar eerder. Ook op dit vlak noteert de DGEC grote verschillen met een variatie van 52 tot 99%. In de urologische chirurgie stelden artsen slechts één op de vijf radicale prostatectomieën uit terwijl het aantal transurethrale resecties van de prostaat gemiddeld met 90% terugliep. Het aantal ureteroscopies nam in doorsnee met de helft af. Wat gebeurde er nog in het operatiekwartier? Vooral in de domeinen gynaecologie, algemene heelkunde en orthopedie was er nog activiteit. De disciplines oftalmologie, urologie, niet-traumagerelateerde orthopedie, neurochirurgie en vasculaire heelkunde noteerden enorme schommelingen inzake activiteitsgraad. De meeste essentiële chirurgie ging door - urgenties en oncologie en sommige ziekenhuizen zetten ook niet- of minder dringende chirurgie in beperkte mate verder. Hierbij stelt de administratie vast dat sommige ziekenhuizen alle geplande interventies meteen annuleerden terwijl andere een uitgebreide planning behielden. Zij bouwden wekelijks of dagelijks een beoordeling in door een beperkte artsengroep. Zeker is dat elk ziekenhuis 'essentiële zorg' anders invult. Om dat te voorkomen, wil de administratie het begrip beter gaan omschrijven.