...

Twee van de drie eindredacteuren en samenstellers Gerd Claes, gestalt- en rouwtherapeut en oprichtster van De Kanteling vzw (een multidisciplinaire praktijk voor mensen met én zonder een beperking), en Johan Maes, psycho- en rouwtherapeut, lichten toe waarom dit boek in de bibliotheek moet staan van elke professional die met rouw geconfronteerd wordt.Rouw omhelst in het boek een groot spectrum. Werkt rouwverwerking in al deze domeinen op een zelfde manier?Voor elke vorm van rouw geldt dezelfde definitie: Rouw is het antwoord op het verlies van iemand/iets waarmee een betekenisvolle relatie bestaat. Het is het aanpassingsproces aan een intern en extern veranderde realiteit dat tot doel heeft een verlieservaring te integreren in de eigen identiteit of het gedeelde levensverhaal. Elk antwoord is uniek. Elk soort verlieservaring heeft zijn eigen specificiteit. Het grote onderscheid tussen rouw na overlijden of 'levend verlies', bijvoorbeeld door een depressie, is dat de verlieservaring in dat eerste geval continu aanwezig blijft en men er steeds mee geconfronteerd kan worden. Bij een scheiding bijvoorbeeld blijft men geconfronteerd met de ex-partner. Bij ouders van een kind met een beperking is er de pijnlijke confrontatie met het verlies van de verwachtingen die men had.Rouwtherapie noemen jullie een nieuwe specialisatie in de psychotherapie. Waarom heeft het zo lang geduurd dat er specifiek aandacht was voor rouw?Er is al heel lang aandacht voor rouw in de psychologie. De eerste belangrijke studie is die van Freud Trauer und Melancholia, die net 100 jaar geleden verscheen. Maar het is toch altijd een randfenomeen gebleven. In de opleiding van artsen, psychiaters en psychologen komt het zo goed als niet voor, terwijl het een alledaags probleem is in de hulpverlenerspraktijk. Natuurlijk is rouw in de eerste plaats een natuurlijk fenomeen dat tot het leven hoort. Maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat zo'n 10% van de nabestaanden lijdt aan de 'gecompliceerde rouwstoornis' (alvast opgenomen in een appendix van de DSMV, red.). Dat lijdt tot ernstig fysiek en psychisch lijden dat vaak totaal verkeerd wordt behandeld, bv. voorschrijven van antidepressiva is hiervoor geen adequate behandelingsmethode. Ook in de opleidingen psychotherapie wordt rouw stiefmoederlijk behandeld. Vandaar dat we pleiten voor een specialisatie in de rouwtherapie.Voor wie is het boek bedoeld? Professionals: Therapeuten én artsen? Of ook rouwenden zelf?Het boek is bedoeld voor professionele hulpverleners van eender welke discipline. Het is een beschrijving van een amalgaam van technieken en methodieken die je kunt inzetten in de begeleiding van rouwenden. Elke professional wordt in zijn of haar praktijk met rouwproblematiek geconfronteerd, van verstoorde rouw tot gecompliceerde rouw. Iedereen kan er iets uit halen om in te zetten of toe te passen binnen de eigen werkcontext. Het kan alleen al aanzetten tot een ruimer en breder begrip van rouw. Het methodiekenboek is een aanvulling op het handboek 'Rouw, rouwbegeleiding, rouwtherapie' (Johan Maes en Hariëtte Modderman, Witsand 2014), waar meer de theoretische onderbouw aan bod komt.Rouw is niet alleen verlies verwerken via emotionele processen. Erover praten is vaak niet voldoende. Het doel is niet verwerken maar integreren van verlies. Hierover komen verschillende strategieën aan bod in het boek.Men kan vastlopen in een rouwproces door overspoelende emoties, dysfunctionele coping, blokkerende gedachten, vermijdingsgedrag. Mensen kunnen soms het verlies weg praten in plaats van de confrontatie aan te gaan. Men kan het moeilijker hebben met het leven opnieuw vorm te geven zonder de geliefde dan met het verlies op zich. Rouw is een complex en gelaagd fenomeen dat ons uitdaagt op lichamelijk, emotioneel, mentaal, relationeel, existentieel vlak. Dat vereist ook dat we verschillende methodieken kunnen inzetten.Vooral gecompliceerde rouw heeft een diepe impact. Wat zijn typisch lichamelijke klachten die bij de arts een alarmbel moeten doen rinkelen?De lichamelijke klachten staan niet los van de psychische. Schuldgevoel kan op de maag blijven liggen, verdriet kan leiden tot hartklachten (gebroken hartsyndroom) of angst tot hyperventilatie, het onderdrukken van emoties kan spierpijnen tot gevolg hebben. Rouwen is zwaar werk en leidt tot slapeloosheid en extreme vermoeidheid. De rouwende kan dezelfde klachten vertonen als waar de geliefde aan overleden is, bijvoorbeeld voortdurend hoofdpijn terwijl hun kind aan hersentumor is gestorven. Het lichaam rouwt op allerlei manieren en dat kan via allerlei symptomen tot uiting komen. In plaats van direct het symptoom te bestrijden is het van belang te luisteren naar het rouwverhaal. Nog te veel gaan artsen en hulpverleners ervan uit dat rouwen op een bepaald moment voorbij moet gaan en dat de 'rouwperiode' binnen bepaalde grenzen dient te blijven en bepaalde fases moeten doorlopen worden om tot een eindpunt 'aanvaarding' te komen. De laatste nieuwe ontwikkelingen op vlak van rouw spreken eerder over een fluctueren tussen verlies en herstel. Bij tijd en wijle en dikwijls onverwachts overvalt je een immens verdriet, pijn, onmacht om wat of wie je hebt of bent verloren (verlies), op andere momenten is die pijn minder aanwezig en kan je je aandacht richten op de toekomst of op wat er nòg wel is (herstel). Lichamelijke klachten kunnen ook het gevolg zijn van onvoldoende zelfzorg. Medisch onderzoek is natuurlijk essentieel om fysieke oorzaken te kunnen uitsluiten. Samenwerking met rouwbegeleiders en rouwtherapeuten is aangewezen.Is rouwtherapie ook aangewezen bij een eenvoudig rouwproces? Of volstaat daar praten en aanwezigheid van dierbaren?Therapie is dan juist contraproductief. Men moet de kans krijgen op de eigen wijze, in het eigen tempo binnen je eigen sociale netwerk te rouwen. We beperken ons dan vooral tot ondersteuning en psycho-educatie. e vroeg therapeutiseren kan ertoe leiden dat men niet leert vertrouwen op eigen veerkracht. Eén of twee gesprekken bij een rouwcounselor, be- geleider zijn dan dikwijls voldoende.Empathie en aanwezigheid van de rouwtherapeut is een must, maar niet voldoende?Aanwezigheid en empathie, 'presentie' is de basis van elke rouwtherapie. En elk rouwgesprek. We worden geconfronteerd met vaak diep gekwetste mensen. Maar naast presentie als therapeut zetten we ook 'interventies' in bij specifieke problemen. Bv. schrijfopdrachten, relaxatie, vragen een voorwerp van de overledene mee te brengen, imaginaire dialoog met de overledene. Zo staan er meer dan honderd methodieken in het boek, van heel eenvoudig tot gespecialiseerd.