...

De wet patiëntenrechten bepaalt de voorwaarden waarop een patiënt zijn medisch dossier kan inzien. Meer bepaald heeft hij een rechtstreeks inzagerecht in het patiëntendossier dat op hem betrekking heeft. Bij die inzage kan de patiënt zich ook laten bijstaan door een door hem gekozen vertrouwenspersoon. Op de voorgaande regel bestaat een uitzondering als de inzage klaarblijkelijk een ernstig nadeel voor de gezondheid van de patiënt met zich zou brengen. In dat geval kan de patiënt zijn inzagerecht wel uitoefenen via een door hem aangewezen beroepsbeoefenaar. Het zou niet de eerste keer zijn dat patiënten na zo'n inzage vragen om bepaalde gegevens uit hun medisch dossier aan te passen en dit omdat die bv. volgens de patiënt foutief zijn of omdat deze wil dat de gegevens niet in het dossier worden opgenomen. In een advies van 20 maart 2021 nam de Nationale Raad van de Orde standpunt in over hoe u met zo'n vraag moet omgaan. Het kan vooreerst gebeuren dat de patiënt van oordeel is dat bepaalde gegevens uit zijn medisch dossier onjuist zijn en dat hij daar de verbetering van vraagt. Gaat het om loutere persoonsgegevens (bv. naam, adres, geboortedatum, ...), dan kan de patiënt wel degelijk vragen dat u ze aanpast en/of aanvult. Ook andere objectieve gegevens die verkeerd werden ingevuld (bv. een verkeerde bloedgroep van de patiënt) moet u aanpassen. U moet dan wel de juistheid van de gegevens nakijken. Het is pas als u vaststelt dat de gezondheidsgegevens inderdaad onjuist of onvolledig zijn, dat ze moeten worden verbeterd of aangevuld. Wat de patiënt niet kan vragen is dat u een diagnose die u stelde 'verbetert'. Doet hij dat toch dan moet u op die vraag niet noodzakelijk ingaan (tenzij u zelf ook meent dat de diagnose onterecht was). Het volstaat dan dat u in het patiëntendossier vermeldt dat de diagnose wordt betwist en door wie dat gebeurt. Het kan daarnaast ook gebeuren dat de patiënt u vraagt om bepaalde gegevens uit zijn patiëntendossier te wissen. De GDPR-wetgeving verleent nu eenmaal dat recht en dat bijvoorbeeld voor de persoonsgegevens die niet langer nodig zijn voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld. Op een dergelijke vraag zal u echter meestal niet moeten ingaan. Het recht op het wissen van persoons- en gezondheidsgegevens is nu eenmaal niet van toepassing als de verwerking ervan noodzakelijk is om redenen van algemeen belang op het gebied van volksgezondheid, voor het verstrekken van gezondheidszorg en voor zover de verwerkingsverantwoordelijke gehouden is tot het beroepsgeheim. In haar advies stelt de Orde der Artsen dan ook dat de relevantie van het recht om gezondheidsgegevens kosteloos te laten wissen gering is en dit omdat de verwerking en de bewaring van gezondheidsgegevens noodzakelijk is voor het verstrekken van kwaliteitsvolle zorg. Dit alles betekent dan ook dat een patiënt niet het recht heeft om relevante medische persoons- of gezondheidsgegevens te laten verwijderen uit zijn medisch dossier. Krijgt u die vraag toch, dan moet (en mag) u daar niet op ingaan. Hetzelfde geldt trouwens als een patiënt u vraagt om een dossier met dergelijke gegevens of een deel van zulk dossier te vernietigen. In het Orde-advies wordt er nog op gewezen dat u omwille van de GDPR-wetgeving niet om het even welke gegevens in het patiëntendossier mag opnemen. Meer bepaald moet u bij dit alles rekening houden met de principes van minimale gegevensverwerking, proportionaliteit en noodzakelijkheid. Dit betekent dat de gegevensverwerking toereikend is, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt.U dient overigens bij de opstelling van documenten en nota's op datum telkens de persoons- en gezondheidsgegevens na te kijken en u te vergewissen van hun juistheid en relevantie. Weet ten slotte dat u op verzoek van de patiënt door de patiënt verstrekte documenten dient toe te voegen aan het hem betreffende patiëntendossier. Dat alles wordt aangegeven in de wet patiëntenrechten.