...

Die ochtend in de boekhandel. Het zou zowaar het begin van een radioreclame kunnen zijn, maar dat is het niet. Die ochtend stond ik aan de kassa van de plaatselijke boekhandel. Er stond een lange rij voor mij. Het klassieke geroezemoes werd om de paar minuten onderbroken door een elektronische jingle alsof iemand een videogame had gewonnen. Rechts van mij stond een dame van middelbare leeftijd. Niet dat de leeftijd of geslacht er ergens toe zou doen, het is alleen maar om de situatie te schetsen.Ze was druk in de weer met het ene na het andere kraslot van de Nationale Loterij open te krassen. Ze had daarvoor zelfs een speciaal toestelletje. Het zag er uit als een miniatuur sneeuwschop. Dit om het allemaal wat vlotter te laten gaan. Op de desk en onder haar voeten lag al een grote hoeveelheid grijze overblijfselen van het kraslaagje. Eén van de winkelbediendes kwam zelfs met een keerborstel om het 'puin' bij elkaar te vegen en de desk terug proper te krijgen. Het geluid dat weerklonk was dan telkens het geluid van een winnend lotje. De winst werd onmiddellijk opnieuw geïnvesteerd in een nieuwe lading krasloten. En zo ging dat een tijdje door. Af en toe voldeed de winst niet en moest er al eens een biljet van 10 of 20 euro worden bijgestoken. De situatie straalde een intense tristesse uit. De gokwereld, er is geen ontkomen aan. Iedere nachtwinkel, krantenwinkel, en dus ook zelfs boekhandels, bieden gokprodukten aan. Je wordt om de oren geslagen met reclame voor gokken. Zowat iedere voetbalploeg uit de Belgische eerste klasse heeft een gokbedrijf als sponsor. Cafés hebben gokautomaten. En op iedere computer of smartphone is een online gokspelletje binnen enkele swipes of clicks bereikbaar. Ik las laatst in de krant dat de legalisering van online gokken in 2010 geleid heeft tot een explosie aan probleemgokkers. Zoveel mensen wiens leven en dat van hun directe omgeving, verwoest wordt. Tussen 2018 en 2022 is het aantal spelers dat minstens één keer per week speelt, verdubbeld tot bijna 640.000. Dit zijn uiteraard niet allemaal probleemspelers, maar het is toch tekenend. En zeker het online gokken is bij jongeren erg populair en instant beschikbaar. Het zit als het ware in je broekzak. De politiek schijnt te beseffen dat er toch iets moet gebeuren. Gokreclame wordt aan banden gelegd. Er worden pogingen gedaan om de maximuminzet te beperken. Maar niet zo voor de Nationale Loterij, het door de overheid mee georganiseerde gokbedrijf. Volgens de CEO is er geen verslavingsgevaar bij gokproducten van zijn bedrijf. Bovendien sponsort de Nationale Loterij een aantal nobele doelen. Ze zeggen zelf op hun website dat ze, dankzij de vele spelers, heel wat projecten en organisaties steunen en zo mee zorgen voor een warme maatschappij. Dat dit op een slagveld van een hele hoop gokverslaafden is, zeggen ze er wel niet bij. Het is alsof ze zich daardoor een volle aflaat kopen. Ik word boos en triest tegelijk als ik daarover nadenk. De goklobby is machtig, en die van de Nationale Loterij nog net een beetje meer. Als de discussie weer oplaait over het al dan niet legaliseren van drugs zoals cocaïne of cannabis, dan hoop ik dat onze beleidsmensen 2010 even in ogenschouw nemen. En eens kijken naar wat de legalisering van online gokken heeft teweeggebracht. Verbieden zal zeker niet alles oplossen, maar het faciliteren zeker ook niet. Je zou kunnen zeggen dat gokken niet hetzelfde is als drugs, maar een verslavingsmechanisme is steeds hetzelfde, wat het verslavende product ook is. En wat gokken betreft, de bank wint altijd.