...

De lezers van Artsenkrant lopen niet hoog op met 'hun' minister, zo bleek begin dit jaar nog uit onze jaarlijkse enquête: u gaf Frank Vandenbroucke gemiddeld een score van 2,7 op 10 voor zijn werk. Hij zal er wel niet wakker van liggen, want zoals hij in dit boek zegt: "Ik ben niet in de politiek gegaan om mij populair te maken." Waarom dan wel, komen we te weten uit het vlot leesbare boek 10 Franke vragen aan Frank - de neerslag van tien gesprekken die Vandenbroucke had met Marc Coenen, auteur en columnist bij De Morgen. De titel is enigszins misleidend, want Coenen stelt zich eerder op als sympathiserende luisteraar dan als kritische vragensteller. Maar de antwoorden zijn best leerrijk, ook al zullen ze niet bij alle artsen op instemmend geknik onthaald worden. Het boek begint nochtans met een fraaie captatio benevolentiae voor deze doelgroep, waarin Vandenbroucke vertelt dat hij uit een familie van artsen komt. Zijn grootvader was huisarts in Antwerpen, zijn vader stond mee aan de wieg van de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen, zijn moeder studeerde samen met haar tweelingzus geneeskunde en deed wetenschappelijk onderzoek naar bloedgroepen en transfusies.Als jongste van vijf kinderen was Frank de enige die geen geneeskunde maar economie ging studeren; dat was de richting die je in 1972 koos als je de wereld wou begrijpen (en veranderen). Achteraf gezien had zijn vader gelijk, bekent Vandenbroucke, die zegt soms spijt te hebben dat hij geen huisarts is geworden. Zou de hypothetische huisarts Vandenbroucke vandaag zelf instappen in de huisartsenpraktijk zoals de huidige minister van Volksgezondheid die ziet: "een huisartsenpraktijk die multidisciplinair is, waarin de huisarts omringd is met mensen uit andere disciplines en met andere competenties"?