...

Het verhaal van De bekeerlinge speelt zich af aan het einde van de 11de eeuw. Vigdis Adelaïs is een katholiek meisje van goede komaf dat verliefd wordt op David, de zoon van de Joodse rabbijn in Rouen. Een on- mogelijke en tegelijk onvoorwaardelijke liefde zo blijkt. Zij bekeert zich tot het joodse geloof en duikt, om de wraak van haar familie te ontlopen, met haar man en kinderen onder in een dorpje in de Provence. Met de start van de kruis- tochten neemt de haat tegen joodse mensen alsmaar toe. David wordt vermoord tijdens een pogrom. Vigdis onderneemt een lange en uitputtende zoektocht naar haar ontvoerde kinderen. "Toen ik het boek van Stefan Hermans op twee dagen had uitgelezen was ik een dag later al aan het componeren", vertelt Wim Henderickx. "Dit is een verhaal waar ik ontzettend veel affiniteit mee heb. Het is een groot en gruwelijk verhaal met intense emoties dat me enorm aanspreekt. Zo is er onder meer het thema van de onmogelijke liefde, de religie die zo mooi maar ook zo barbaars kan zijn, de clash tussen culturen, en ook de vraag: hoe ver kan een mens gaan voor hij uiteindelijk capituleert? De bekeerlinge speelt zich af in de middel- eeuwen maar het verhaal is bijzonder actueel omdat het onder meer met hedendaagse genderkwesties of het 'woke zijn' verbonden is. Stefan Hermans vertelde me ook dat hij voelde en zag dat ik deze opera wel moest maken." De fascinatie voor andere culturen, godsdiensten, spiritualiteit en etnische muziek, die nieuwsgierigheid en openheid typeren het hele oeuvre van Wim Henderickx. Het begon met Mysterium in 1988 en werd verdergezet in sleutelwerken als de Raga's in de jaren 1990 of de Tantric Cycle na 2000."De opera begint met een katholiek Magnificat en eindigt met een Joodse Kaddish", vertelt Wim Henderickx. " Praying to whom? is de ondertitel van het werk. Over welke God gaat het nu eigenlijk? Het componeren van deze opera gebeurde tijdens de covid- lockdown. Ik hoorde de Joodse muziek gewoon vanuit mijn tuin. Bij de stemmen kozen we naast de hoofdrol voor Lore Binon, waar ik al vaak mee werkte, ook voor stemmen uit andere vocale tradities. En naast het opera- en kinderkoor betrok ik ook het Stadskoor." "Hedendaagse muziek en opera moeten voor mij mensen uit verschillen- de culturen samenbrengen. De ge- selecteerden voor het Stadskoor kunnen best goed zingen, maar een partituur voor het operakoor is niet hetzelfde als voor een Marokkaanse jongen of voor een Syrisch meisje. Ze ornamenteren bijvoorbeeld heel spontaan en die vrijheid wil ik hen ook geven. Die verschillende muziektalen worden naast en boven elkaar geplaatst." "Je kan deze opera dus gerust een samenvatting noemen van al wat ik al allemaal gedaan heb", vervolgt Henderickx. "Tegelijk is het een nieuw vertrekpunt. Ik wilde ditmaal heel intuïtief kunnen schrijven om de gevoelens van Vigdis weer te geven. Ik zorgde voor basismateriaal dat ik kon kneden: er is haast geen mathematische en algoritmische aanpak deze keer want ik wilde vooral heel communicatief zijn. Daarom is er zeker ook wat invloed binnengeslopen uit mijn interesse voor muziek in films of series en voor etnische muziek uiteraard. Ik werk ook al meer dan 20 jaar samen met Jorrit Tamminga voor het luik elektronische muziek. Ook daar zijn we in een nieuw tijdperk beland. Na stereo en quadro is nu immersive het sleutelwoord: klanken kunnen oneindig uitgesplitst worden en kunnen van alle kanten komen. Ook in dat opzicht is opera een actuele kunstvorm. Iemand die de repetities van The Convert hoorde zei me al dat dit Henderickx 2.0 is." "Opera kan volgens mij de volmaakte kunstvorm zijn", besluit Wim Henderickx. "Maar je moet alles in de juiste proporties proberen te krijgen. Daarom moet je als componist ook kunnen wachten om dit soort grote projecten aan te vatten want je kan ook verdrinken in de veelzijdigheid van opera. The Convert is twee en een half uur muziek voor groot orkest aan- gevuld met etnische instrumenten en elektronica, of gedrukt in boekvorm - ik heb het met een flinke knipoog gewogen - vijf kilogram muziek. Er zijn heel wat creativiteit en vele impulsen voor nodig om dit te stofferen, maar ook heel wat geduld en tijd om dat allemaal te kanaliseren en uit te kristalliseren. Dat vraagt de nodige ervaring en vakmanschap waar ik me op mijn 60ste wel klaar voor voel. Samen met de librettist Krystian Lada hebben we de architectuur van de scènes goed vast- gelegd en ik ben blij dat Hans Op de Beeck voor de scenografie en regie zorgt. Hij is het type kunstenaar en regisseur dat open kan denken maar ook kan abstraheren. Het is een heftig en veelzijdig verhaal, maar hij zal ervoor zorgen dat het visueel geen overkill wordt."