...

Prof. Boulpaep (83) leidt al meer dan halve eeuw studenten op aan de School of Medicine in Yale. Maar hij is ook de mentor van generaties landgenoten en Amerikanen die zich met steun van de Belgian American Educational Foundation (BAEF) hebben kunnen onderdompelen en vervolmaken in een andere cultuur. "Ik denk dat onze manier van medici opleiden in de VS een aantal onmiskenbare voordelen heeft, onder meer omdat we werken met physicians-scientists. Maar excellence bereik je slechts als je ook durft selecteren." Een carrière die meer dan een halve eeuw beslaat, levert een karrevracht wetenswaardigheden, verhalen en anekdotes op. Dat blijkt helemaal te kloppen als we de energieke professor Boulpaep ontmoeten op de zetel van de BAEF in hartje Brussel. "Ik kom nog meermaals per jaar terug naar België. Als ik me nadien bij de Amerikaanse douane aanmeld, heb ik wel eens te horen gekregen: 'But sir, this green card is fifty years old.' Inderdaad, ik heb nooit aan mijn Belgische nationaliteit willen verzaken. En toen ik door koning Albert II als ridder ben geadeld, zei mijn vrouw: 'Nu kan je het niet meer maken om geen Belg meer te zijn.' Ze had gelijk. Vandaar dat ik nog steeds een Belgisch paspoorthouder ben." Zijn verhaal start in 1938 in Aalst, waar hij in het OLV-ziekenhuis het levenslicht zag. "Later zijn mijn ouders van het Pajottenland verhuisd naar Antwerpen." Opvallend: van enig Antwerps accent is bij de professor geen sprake. "Ik kom uit een tijd waar het AN de norm was, vandaar dat je niet meteen hoort dat ik in de Sinjorenstad ben opgegroeid. Hetzelfde geldt voor mijn Engels. Mijn vrouw en ik hebben geen kinderen, niemand heeft dus ooit ons licht accent gecorrigeerd. Het is grappig, want mijn studenten raden meestal niet dat ik uit België afkomstig ben." Toen de jonge humaniorastudent in de jaren 1950 een studiekeuze moest maken, had hij vooral zin om een wetenschappelijke richting in te slaan. "Mijn vader was ingenieur, opa was arts. Misschien heeft het feit dat ik in de retorica mijn moeder verloren heb mij beïnvloed om uiteindelijk geneeskunde te gaan studeren in Leuven." En aan het eind van die Leuvense periode maakt de kersverse arts Boulpaep kennis met de BAEF. "Dat ik een beurs van de Foundation heb gekregen, heeft achteraf beschouwd mijn hele verdere levensloop veranderd. In Amerika gaan specialiseren was een unieke kans, maar we dachten er helemaal niet aan om ginds te blijven. Ik zou twee jaar ervaring opdoen, dan zouden we terugkeren naar België." "Om je een idee te geven hoe ver Amerika eertijds was: je scheepte in op een oceanliner voor een tocht van een week en je leefde er samen met de andere bursalen en mijn kersverse echtgenote - we waren de week voor afreis getrouwd. In Amerika hebben we onze mooiste reis ooit gemaakt. Ik had toestemming gekregen van mijn baas in het New York Hospital om mijn vakantiedagen van twee jaar te bundelen zodat we heel de Verenigde Staten konden bereizen en de nationale parken bezoeken. We dachten toen vooral: we moeten ervan profiteren nu we hier zijn, zo'n kans krijgen we nooit meer." De passage in het New York Hospital (onderdeel van Cornell University) bleek inderdaad een gamechanger, zowel inhoudelijk als carrièrematig. "Voor mij als jonge arts was die eerste periode een eye opener. Ik maakte er kennis met de bijzondere situatie van Amerikaanse academische artsen: zij combineerden het wetenschappelijke aspect van het werk (scientist) met klinische ervaring (physician) - terwijl je in Leuven onderzoekers had die nooit patiënten zagen of proffen die geen onderzoek deden. Sowieso denk ik dat men in België studenten te laat in de research laat stappen. Dat Amerikaanse systeem heeft diepe indruk op mij gemaakt." Bovendien hecht men in de VS veel belang aan de gap year tussen het bachelorniveau en de artsenjaren. En niet te vergeten: doordat proffen veel meer in interactie treden met studenten kunnen ze ook veel beter inschatten wie uitblinkt. "Dat vooruitschuiven van excellence is typisch Amerikaans, maar het zorgt er wel voor dat universiteiten, ook dankzij een sterk uitgebouwde alumniwerking, a posteriori veel meer de banden met potentiële fundraisers cultiveren." Emile Boulpaep keerde midden de jaren 1960 na zijn Amerikajaren terug naar België, maar hij werd al snel teruggeroepen. "Toen Cornell mij een baan aanbood, besefte ik niet alleen hoezeer dit een unieke kans was, maar vooral dat dit betekende dat mijn professionele toekomst in de VS zou liggen. Meer zelfs, niet veel later is Yale mij komen vinden en heb ik daar heel snel carrière kunnen maken. In 1978 was ik er al full professor en chairman, een mandaat dat ik meermaals heb mogen bekleden." De professor wijst terzake nog op een ander pijnpunt: "Waar men in België de emeritaatsleeftijd heeft verlaagd van 70 naar 65 jaar, heeft Yale in dezelfde perio- de de leeftijd net opgetrokken!" Het maakt dat hij momenteel nog steeds bijzonder actief is, ook tijdens de voorbije covidperiode trouwens: "Ik zie weliswaar niet veel patiënten meer, maar ik geef nu vooral nog les en doe aan thesisbegeleiding. Tijdens corona heb ik zelfs extra colleges overgenomen van collega's. Ik zeg altijd bij het begin van mijn cursus fysiologie aan mijn studenten: I'm teaching you the mother of medicine, zijnde de werking van alle organen en systemen." "Aanvankelijk was ik zelf, door toedoen van wijlen professor Edward Carmeliet, geboeid door het hart, maar omdat zich in de nefrologie allerlei nieuwe methoden en technieken aandienden, ben ik me daarop gaan toeleggen. Ik heb me vooral beziggehouden en onderzoek verricht naar de zouthuishouding in de nieren en hypertensie." Maar de naam van professor Boulpaep is evenzeer verbonden aan een handboek waarin de cellulaire en moleculaire basis van organen uit de doeken wordt gedaan. "Samen met collega Walter Boron hadden we initieel in de jaren 1990 het plan opgevat om een soort modern textbook te maken. Het heeft uiteindelijk zeven jaar geduurd om het te finaliseren.""We hadden nooit gedacht dat dit zo'n referentiewerk zou worden. Ik denk dat de kracht van het handboek zit in het feit dat we alle onderdelen en hoofdstukken samen schrijven en herschrijven. Om u een voorbeeld te geven: we gebruikten al Zoom lang voor er sprake was van corona om mekaars teksten te redigeren en te corrigeren. We zijn nu trouwens aan een vierde editie aan het werken!" De verkoopcijfers hebben iedereen verrast: 80% van de oplage van Medical Physiology wordt intussen buiten de VS verkocht en er bestaan tevens meerdere vertalingen - wat het tot een wereldwijd gebruikt standaardwerk maakt. Emile Boulpaep is een overtuigd atlantist. Niet alleen heeft hij naar eigen zeggen alles te danken aan de beurs die hem naar Amerika heeft gestuurd, hij gelooft ook heel sterk in de kracht van die interculturele uitwisseling. Daarom is hij sinds vele decennia voorzitter van de Belgian American Educational Foundation en selecteert hij jaarlijks mee de nieuwe bursalen. "In Yale zeggen ze dat ik hier vakantie houd. Nee, nee. Hoezeer de Foundation een hobby is, als ik hier ben, ben ik druk bezig.""Jaarlijks zien we gedurende zes dagen een 140-tal kandidaten. We willen uiteindelijk de allerbesten de kans geven om verder te studeren, of in het geval van bachelor-geneeskundestudenten hen laten kennismaken met research in labo's. Ik weet dat dit in Europa een heikel thema is, maar je moet de moed hebben om te selecteren. Kijk naar wat we doen in Yale: jaarlijks krijgen we 4.000 aanvragen om aan onze medische faculteit te mogen starten, 80% daarvan wordt zelfs niet uitgenodigd voor een interview. Het constant vooruitschuiven van excellence is in de VS heel gewoon." En net zoals onze Amerikaanse Belgen in vorige afleveringen van deze reeks verwezen hebben naar the Boulpaep handbook, spreken ze ook met grote eerbied over de bijzondere band van professor Boulpaep en zijn eega met 'hun' beursstudenten. "We beschouwen ze inderdaad als onze kinderen. We ontvangen ze bij ons thuis, blijven ze ook naderhand volgen, niet enkel uit interesse, maar ook: onze alumni bekleden op termijn vaak maatschappelijke posities die ons ook kunnen helpen."Hij maakt voor een laatste keer de vergelijking tussen de VS en België: "Jullie selecteren toekomstige artsen op 17 of 18 jaar. Is dat ingangsexamen wel de beste basis om de beste artsen te recruteren? Wie slaagt in het examen is weliswaar formeel geschikt, maar hebben die jongeren al voldoende maturiteit en maatschappelijk besef? Omdat in de VS de selectie voor de 'artsenjaren' pas gebeurt na de bachelorjaren leert de ervaring dat je dan meer mature kandidaten krijgt. Studieresultaten alleen volstaan trouwens niet. Empathy en de juiste skills i attitudes vinden wij in Yale minstens even belangrijke capaciteiten voor een arts in spe."