...

Hendrick van den Broeck (1530-1597) liet zich voor dit schilderij inspireren door een tekening van Michelangelo. De voor- stelling zit vol verborgen symboliek die verwijst naar de twee kanten van de liefde, de heerlijke en goddelijke liefde gesymboliseerd door Venus en de sensuele aardse liefde gesymboliseerd door Cupido die zijn pijl langs de dij van de liefdesgodin laat strelen. De kunstenaar slaagt erin dit renaissancethema op verbluffende wijze met een maniëristische twist uit te werken. De catalogus bij de tentoonstelling Pasiones Mitologicas (zie ook AK2671, pagina 26-27) leert ons alvast dat Hendrick van den Broeck (1530-1597), ook bekend als Arrigo Fiammingo, afkomstig is uit Mechelen, leerling was van Frans Floris, en vanaf de jaren 1550 tot aan zijn dood in 1597 in Italië verbleef. Het bewuste werk dat in het Prado wordt tentoon- gesteld, is trouwens afkomstig van het Museo e Real Bosco di Capodimonte in Napels. Van zijn hand is ook het fresco De Wederopstanding van Christus (1571-1572) in de Sixtijnse kapel, recht tegenover Het Laatste Oordeel van Michelangelo. In 2011 sierde dit werk van Hendrick van den Broeck trouwens de jaarlijkse paaspostzegel van het Vaticaan. De catalogus vermeldt ook nog dat Van den Broeck samengewerkt heeft met Giorgio Vasari, niet alleen bekend als architect en frescoschilder maar ook en vooral om zijn boek De levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten, van Cimabue tot onze tijd, ofwel kortweg De Vite genoemd, een onschatbare bron van informatie voor kunsthistorici.Gefascineerd door het uitzonderlijke werk van Van den Broeck willen we meer weten over deze Mechelse kunstschilder. Wikipedia leert ons dat de Mechelaar behoorde tot een groot kunstenaarsgeslacht en niet eens de belangrijkste artiest was van de familie. Dat zou namelijk zijn broer Willem Van den Broeck(e) (1530-1579) geweest zijn, beeldhouwer en architect, mede-ontwerper van het Stadhuis van Antwerpen, vooral bekend om zijn sculpturen in albast. Eén daarvan is trouwens te vinden in het Rijksmuseum van Amsterdam, met name De Slapende Nimf. Willem van den Broeck(e) reisde net als zijn broer naar Italië en latiniseerde zijn naam tot Guillelmus Paludanus (ver- taling van 'broek' in de betekenis van 'moeras'). In Antwerpen leidde hij een van de belangrijkste beeldhouwateliers van de tweede helft van de 16de eeuw waar jonge kunstenaars, veelal afkomstig uit zijn geboortestad Mechelen, in de leer gingen.Opmerkelijk is dat Willem het zelfde geboortejaar wordt toegedicht als Hendrick, namelijk 1530. Was het een tweeling, werden de twee broers toevallig geboren in hetzelfde jaar, of moeten we die geboortejaren cum grano salis interpreteren? Er waren trouwens nog twee broers die hun heil in de kunst zochten, met name Joris en Pieter van den Broeck, allebei kunstschilder. En dan is er nog Crispijn van den Broeck, die vermoedelijk ook een broer was, en van wie in het Rijksmuseum Amsterdam een serie prachtige prenten bewaard worden, schitterend met de losse hand gepenseeld, impressionistisch haast. Toegegeven, deze tekst is geschreven eerder uit verwondering dan uit kennis. Voor specialisten van de renaissancekunst zullen deze kunstenaars allicht geen onbekende zijn. Maar zou het niet de moeite waard zijn om het verhaal van dit uitzonderlijke kunstenaars- geslacht te reconstrueren en hun werk samen te brengen in een tentoonstelling? Bijvoorbeeld in 2030, welgeteld 500 jaar na de (vermoedelijke) geboorte van Hendrick en Willem van den Broeck.Voor wie twijfelt, raden we aan even door te klikken naar het vakje Pasiones Mitologicas op de website van het Museo del Prado. Op de frontpagina prijkt niet een schilderij van Rubens of van Titiaan, noch van Velazquez of Poussin, noch van Jordaens of Van Dyck, maar wel deze Venus en Cupido van Hendrick van den Broeck. Voor u het beseft heeft Cupido u met zijn pijl geraakt en zit u op het vliegtuig naar Madrid om dit verleidelijke kunstwerk te gaan bekijken.