...

Dokter Marc Arbyn, hoofdauteur van de publicatie in Lancet Oncology, is kankerepidemioloog bij het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Zijn eenheid legt zich sinds meer dan tien jaar toe op systematische reviews en meta-analyses op het gebied van preventie en behandeling van kankers die door HPV veroorzaakt worden. Arbyn en zijn medewerkers lagen ook aan de basis van de Europese richtlijnen voor baarmoederhalskanker. Hij ondernam een meta-analyse waarin hij 155.000 vrouwen includeerde binnen 36 studies. Een detectiegraad voor CIN II of meer was gemiddeld 76%, voor CIN III 84%. Dat is vooralsnog een stuk minder dan de klassieke methode, respectievelijk 91 en 95% voor HPV-screening bij de arts. De specificiteit van het zelf afnemen van HPV-testen ligt nauwelijks lager dan de klassieke HPV-test.Er zijn verschillende HPV-testen en verschillende instrumenten op de markt die gebruikt worden voor zelftesting. De analyse van Arbyn bracht aan het licht dat er grote verschillen kunnen bestaan tussen die verschillende methodes. "Wat we nodig hebben, zijn goede prospectieve studies die de verschillende HPV-zelftesten of een combinatie van HPV-testen onderzoeken, alsook de verschillende afnamemethodes", legt Arbyn uit. Op die manier hoopt hij een test te vinden die kan voor zowel specificiteit als sensitiviteit wedijveren met een door de arts afgenomen screeningstest.Beter door een arts"Uiteindelijk hebben we kunnen vaststellen dat in een klassiek primair screeningsprogramma, een afname door een clinicus te verkiezen is", zegt Arbyn. Op dit moment moet een zelfafname gezien worden als een middel om het aantal vrouwen dat zich niet laat screening, toch te overtuigen, en alzo de dekkingsgraad te verhogen.Misschien zal het in de toekomst een standaardmethode worden. "Hiervoor zal men echter nog een heleboel studies moeten uitvoeren", besluit Arbyn. Het is niet de bedoeling nu zelftesting voor het grote publiek te gaan promoten.