...

De nieuwe generatie zijn 'bivalente vaccins', gebaseerd op de oorspronkelijke SARS-CoV-2-sequëntie die in Wuhan werd ontdekt, en de omikron-BA.1-variant. Twee vaccins zijn ontwikkeld, respectievelijk door Pfizer-BioNTech en Moderna, nog steeds op basis van de mRNA-technologie. De FDA keurde deze vaccins goed op 31 augustus, het EMA volgde een dag later. De hoop leefde dat de nieuwe vaccins een opmerkelijk sterkere bescherming zouden bieden dat hun voorgangers. Het ziet er echter naar uit dat we die verwachting wat zullen moeten bijstellen. Grootschalige studies zoals die waarin de eerste vaccins werden getest, zijn niet langer mogelijk, al was het maar omdat een groot deel van de bevolking toch geïmmuniseerd is. Onderzoekers zagen zich dus genoodzaakt in kleinere patiëntengroepen het beschermende potentieel in te schatten aan de hand van de titers aan neutraliserende antilichamen die optraden na vaccinatie met de nieuwe vaccins, ten opzichte van wat men mat met een extra dosis van de oudere vaccins. De bivalente vaccins gaven daarbij iets betere resultaten dan hun voorgangers. De antilichamen stegen flink in beide gevallen, maar bij de nieuwe vaccins was de titer 1,5 maal hoger dan bij de oudere vaccins. Amerikaanse onderzoekers gebruikten een model dat ze voor de eerste generatie covid-vaccins hadden ontwikkeld aan de hand van het verband tussen antilichaamtiters en werkzaamheid. Hun resultaten wezen uit dat de nieuwe vaccins ongeveer dezelfde voordelen boden als de oudere vaccins. Bijvoorbeeld, in een populatie waarin 50% van de mensen beschermd waren door vaccinatie of de natuurlijke infectie, deed een dosis van een nieuw vaccin de bescherming tegen symptomatische infectie stijgen naar 90%, terwijl dat voor een ouder vaccin 86% bedroeg. Maar als men keek naar ernstige infectie, dan bedroeg het verschil minder dan 1%. Dit lijken kleine percentages, maar toch onderstrepen de onderzoekers die met het model werkten dat de nieuwere vaccins ten opzichte van de oudere versies op populatieniveau enige relevantie kunnen hebben. Een boostercampagne met de bivalente vaccins kan betekenen per 1.000 personen er acht minder met covid-19 in het ziekenhuis terechtkomen ten opzichte van wat de oudere vaccins tot stand zouden brengen. Minstens even belangrijk is dat vaccins die op een omikronvariant gebaseerd zijn, een groter verschil zouden kunnen maken als de bestaande immuniteit plots een stuk minder doeltreffend wordt wanneer een nieuwe variant optreedt. Dit is gebeurd in december 2021 en het kan nog gebeuren. De FDA heeft onderzoekers in juni gevraagd bivalente vaccin te maken met de originele stam en de BA.4- of BA.5-variant. De hoop bestond een betere bescherming te krijgen met vaccins gebaseerd op de circulerende varianten. Maar andermaal wijst het model van de Amerikaanse onderzoekers uit dat het verschil in bescherming marginaal zal zijn. Zelfs vaccins op basis van de bèta- en de deltavariant beschermen even goed tegen BA.4 en BA.5 als vaccins die op deze varianten gebaseerd zijn. De algemene conclusie luidt voor veel experts dat de immuniteit tegen de verschillende tot nog toe gekende varianten zo dicht bij elkaar ligt, dat de bestaande en geüpdatete vaccins inzake werkzaamheid amper van elkaar te onderscheiden zijn. Pas als nieuwe varianten sterker van de huidige virussen wegdrijven, kan het belangrijk worden bijgewerkte vaccins te ontwikkelen.