...

Virologen denken dat minstens één van de seizoens- gebonden coronavirussen die vandaag onder ons circuleren, destijds een pandemie heeft veroorzaakt. Volgens sommige viro- logen zou OC43 aan de oorsprong liggen van een pandemie die ontstond in 1890 en klassiek aan een influenzavirus wordt toegeschreven. Op dat soort gegevens stoelt de veronderstelling dat ook het SARS-CoV-2 heel wat minder vervaarlijk kan worden. Rechtstreekse bewijzen voor de hypothese over de pandemie van 1890 zijn er niet, bij gebrek aan stalen van het toenmalige virus. Een coronavirus dat gedurende een groot deel van de twintigste eeuw varkenskwekerijen teisterde, is beter gedocumenteerd. Het verhaal begon in 1946, toen onderzoekers meldden dat biggen in de VS massaal ziek werden. Ze hadden last van diarree en braken. De sterfte was hoog. De aandoening verspreidde zich over de hele wereld, tot wanhoop van de varkenskwekers. De ziekteverwekker bleek een coronavirus te zijn, dat de naam 'transmissible gastroenteritis virus' (TGEV) meekreeg. Het TGEV is maar een verre neef van het SARS-CoV-2 en gaat niet over op de mens. Pogingen om een vaccin te ontwikkelen, faalden. Tegen het einde van de jaren 70 kwam er een kentering: de ziekte werd zeldzamer en verdween ten slotte, althans in Europa. Opmerkelijk was dat veel biggen antilichamen hadden tegen het TGEV, maar ze bleven gezond. Dierenarts Maurice Pensaert van de Gentse universiteit was één van de onderzoekers die zich over het fenomeen bogen. Hij en zijn collega's begonnen te veronderstellen dat het TGEV vervangen was door een ander, gelijkaardig virus, dat bij de biggen immuniteit opwekte en hen via kruisimmuniteit tegen het TGEV beschermde. In 1984 kon prof. Pensaert die hypothese bevestigen. Hij vond een variant die darm ongemoeid liet en een lichte luchtweginfectie veroorzaakte. De Gentse onderzoekersgroep noemde de variant daarom porcine respiratory coronavirus (PRCV). Het nieuwe virus was veel besmettelijker dan zijn voorganger, waardoor het de bovenhand kreeg. Ook in de VS dook het PRCV uiteindelijk op in 1989 en plaatste de incidentie van het TGEV op een laag pitje. Het Amerikaanse PRCV bleek verschillend van het Europese. Voor virologen zag de Amerikaanse variant er niet uit alsof hij uit de Europese was ontstaan. Niet alleen door zijn overrompelende besmettelijkheid, maar ook door zijn afwijkend genoom doet de Ameri- kaanse variant van het PRCV aan de omikronvariant van het SARS-CoV-2 denken. Met de omikronvariant zijn we nog niet helemaal buiten schot. Vaccinatie en afstandsmaatregelen hebben in onze contreien de schade beperkt, maar in de VS piekte de dodentol hoger met de omikron- dan met de deltavariant. Op zeker ogenblik werd ook gevreesd dat omikron en delta genetisch materiaal zouden uitwisselen, zodat een variant zou ontstaan met de besmettelijkheid van de eerste en het ziekmakend potentieel van de tweede. Dat is niet gebeurd. En het gebeurde ook niet met de varkensvirussen. TGEV en PRCV leverden samen een nieuwe variant op, die zich sneller verspreidt dan TGEV en verder beschermt tegen ernstige infecties met dit laatste virus. Het gevaar kwam van elders. In 2010 begon een coronavirus verwant met het TGEV opnieuw biggen te teisteren. De ziekteverwekker was het porcine epidemic diarrhea virus (PEDV). Het circuleerde al decennia onder varkens zonder veel erg, maar plots dook in China een bijzonder kwaadaardige variant op. Die bereikte in 2013 de VS. Er wordt gewerkt aan een vaccin, momenteel zonder gunstig resultaat. Bovendien zijn nu ook varianten gaan circuleren die ontstonden uit een genetische mix van dit ziekmakende PEDV en het nog steeds sporadisch circulerende TGEV. De hoger beschreven varkensvirussen verschillen op één belangrijk punt van het SARS-CoV-2: ze zijn vooral gevaarlijk voor de jongste exemplaren van de populatie. Voor de rest zien we hier een reeks fenomenen die naar recente herinneringen verwijzen en/of tot de verbeelding spreken: een plots opkomende ernstige epidemie, een zeer besmettelijk verwant virus dat het minder besmettelijke verdringt, een variant die opduikt zonder dat men hem vanuit genetisch standpunt in verband kan brengen met wat reeds circuleerde. En als zuur smakende kers op de taart: een virus dat al jaren mild was, maar plots bijzonder pathogeen wordt en zich over de continenten heen verspreidt. Het plaatje is complex, maar we staan niet machteloos. Het cynische voordeel van deze pandemie en haar massa's leed is dat structuren nu verder ontplooid zijn op vlak van surveillance en monitoring, het snel opzetten van sanitaire maatregelen en het beschikbaar stellen van vaccins en geneesmiddelen.