...

De komende jaren zal ook in Vlaanderen het aantal artsen dat de basisopleiding voltooit, groter zijn dan het toegelaten contingent. Dat blijkt uit de cijfers van de Leuvense hoogleraar Willy Peetermans, lid van de federale planningscommissie. Ze werden vorige zaterdag op het symposium van de Limburgse Orde van Geneesheren in Hasselt gepresenteerd.Contingentering op de helling?Studenten die de basisopleiding afmaken, kunnen blijven doorstromen naar de specialisatie-opleidingen huisartsgeneeskunde of specialistische geneeskunde. Dat komt omdat de rekening van de contingentering niet jaarlijks wordt opgemaakt. Het overschot van het ene jaar wordt misschien gecompenseerd met een tekort in een ander jaar.Vanaf 2010 ziet men ook in Vlaanderen een overschot van basisartsen ontstaan. En dat overschot groeit de komende jaren geleidelijk aan. Pas in 2018 wordt de eindafrekening gemaakt. In Vlaanderen zullen er dan op grond van de huidige schatting enkele honderden artsen meer hun basisdiploma hebben gehaald dan er eigenlijk mochten doorstromen naar gecontingenteerde vervolgopleidingen.In Franstalig Belgiis er sinds 2004 jaarlijks een overschot op het contingent. Wat men met dat overschot zal doen, is een groot vraagteken.Agnio'sToch heeft de zaken dramatiseren geen zin. Er zijn specialismen waar men nog altijd het mininumaantal niet bereikt. "Er is nog een grote behoefte aan artsen in bijvoorbeeld de school-, arbeids- en verzekeringsgeneeskunde", stelt Peetermans. Hetzelfde geldt voor een aantal specialistische disciplines. "De ree behoefte aan artsen is ook moeilijk te berekenen. Steeds meer artsen - mannen en vrouwen - nemen geen fulltime betrekking aan, maar werken viervijfde of halftijds."Willy Peetermans vreest vooral een toename van de Agnio's - algemeen geneeskundigen die niet in opleiding zijn. Dat probleem ziet men al in andere Europese landen: studenten moeten enkele jaren genoegen nemen met een baantje als basisarts tot er een opleidingsplaats vrijkomt. Belgiheeft nog erg jonge afstuderende specialisten. En dat wil hij liever zo houden.Onvolmaakt instrumentDe contingentering is een onvolmaakt instrument, geeft Prof. Peetermans grif toe. Het duurt jaren voordat je het effect van de maatregelen ziet. Het huidige vijfde specialisatiejaar bijvoorbeeld is het kleinste jaar ooit: het gaat om de generatie die de invoering van het toegangsexamen meemaakte.De geneeskundefaculteiten moeten de instroom regelen, terwijl het de uitstroom is die telt. Andere factoren zijn minstens even bepalend voor de doorstroming. In de eerste plaats: de opleidingscapaciteit binnen het specialisme. En ook: de aantrekkelijkheid van het beroep voor de studenten. Sommige specialismen raken maar niet ingevuld.Opeenvolgende KB's hebben trouwens aan de contingentering gesleuteld, waarbij de maxima werden opgetrokken. Steeds meer probeerde men ook een minimuminstroom te regelen: voor huisartsen, voor kinderpsychiaters, spoed- en urgentieartsen, enzovoort. "Maar je kunt de mensen ook niet dwingen", stelt Peetermans vast. Het is vooral door de huisartsgeneeskunde aantrekkelijk te maken dat nu meer studenten actief daarvoor gaan kiezen.Veranderde studieduurEn dan is er ook de verkorting van de basisopleiding en de effecten daarvan in het jaar dat twee generaties basisartsen afstuderen (zie ook AK 2150). De planningscommissie stelde in mei aan de minister voor het contingent voor 2018 eenmalig te verdubbelen. Dat betekent ook dat het aantal stageplaatsen moet volgen. Maar zal men de kwaliteit van de stageplaatsen kunnen behouden? En hoe gaat men dat financieren: zal het Riziv bereid zijn de haio's in de huisartsgeneeskunde vanaf 2018 drie in plaats van twee jaar te betalen? En wat met de financiering van de opleiding van specialisten?Naast de verkorting van de basisopleiding zie je ook een tendens naar verlenging van vervolgopleidingen. De helft van de erkenningscommissies zou een verlenging met n jaar vragen van de opleiding voor hun specialisme. De techniciteit neemt immers steeds toe. En daarnaast zijn er de beperkingen op de arbeidsduur. Welk effect dat zal hebben op de doorstroming, is ook niet bekend.Buitenlandse artsen in het contingent?Zitten de artsen uit het buitenland die in Belgieen stagecontract afsluiten in het contingent? Willy Peetermans is formeel: deze artsen - bijvoorbeeld Nederlandse of Roemeense basisartsen over wie de laatste maanden veel te doen was - worden supplementair opgeleid en zitten niet in het contingent. Ze kunnen een stageplan indienen, hier hun erkenning behalen en terugkeren of hier een praktijk uitoefenen. De planningscommissie heeft in mei wel aan de minister voorgesteld om voortaan alle Europese gelijkgestelde diploma's binnen het contingent te verrekenen.