...

Dat blijkt uit een eenvoudige online steekproef met vijf vragen die Artsenkrant vorige week uitvoerde bij 836 artsen. Ten vroegste einde maart 2021 en allicht later, komt er een vaccin op de markt tegen covid-19. Pas daarna, in de loop van het tweede en derde trimester, kan de bevolking massaal gevaccineerd worden. Maar aangezien er in een eerste fase te weinig vaccins zullen zijn voor iedereen, verloopt dit gefaseerd. Allicht krijgen zorgverstrekkers en de meeste kwetsbare groepen in de samenleving - chronische zieken en ouderen - prioriteit. Ondertussen speculeren de media volop over het nieuwe vaccin. Niet alleen wordt er vol ongeduld naar uitgekeken, nog essentiëler is de betrouwbaarheid ervan. Het vaccin doorloopt in een recordtempo alle klinische fases en moet snel in massaproductie. Dat alles kan de scepsis voeden. Al blijkt dit bij de bevolking geen punt, zo blijkt uit de 15de en 16de editie van de grote corona-enquête van UAntwerpen en UHasselt - respons van respectievelijk 27.500 en 28.000 personen. Indien het covid-19-vaccin wordt aanbevolen, zou 89% van de respondenten zich laten vaccineren. Bij de bevolking zit het dus relatief goed, al evolueren de cijfers in de tijd. Essentiëler is wel dat de vaccinatoren - en dat zijn in de eerste plaats (huis)artsen - er confidentie in hebben en overtuigd zijn dat het snor zit.Deze online peiling toont aan dat er op dat vlak nog werk aan de winkel is. Net zoals bij de algemene bevolking zijn negen artsen op tien overtuigd dat vaccins in het algemeen betrouwbaar tot zeer betrouwbaar zijn. Dat vertrouwen is meer uitgesproken bij artsen-specialisten (93,5%)dan bij huisartsen (87%). Gaat het echter over een vaccin tegen covid-19 dan beschouwt meer dan 15% van de artsen dit als (zeer) onbetrouwbaar. Slechts 72% denkt dat het (zeer) betrouwbaar is. Sterker nog, van de huisartsen - toch de best geplaatste beroepsgroep om te vaccineren - heeft amper 70% er (zeer veel) vertrouwen in. Bij de specialisten gaat het over 75%.