...

In de eerste acht maanden van 2020 waren teleconsultaties goed voor 14,7% van het totale aantal contacten met artsen (dat is huisartsen én specialisten). In de regel gaat het om 'gewone' teleconsultaties. De teleconsultaties waren het 'populairst' in april, in volle lockdown. Ze waren toen bijna goed voor de helft van de contacten met artsen (45,3%). Vanaf mei daalt het aandeel van de consultaties op afstand weer zienderogen (nog 23,4% in mei, tussen 13% en 16% van juni tot augustus). Het totale aantal contacten met artsen lag in 2020 vijf procent lager dan in 2019 - dat is tot eind augustus, Voor 2020 zijn de teleconsultaties in dit percentage al inbegrepen. Het aantal 'klassieke consultaties' was zelfs met 19% gedaald. Het meest uitgesproken was de vermindering van het aantal klassieke consultaties in april (min 61,6% voor alle artsen) en mei (min 40,3%). De teleconsultaties compenseren de daling voor een stuk - wanneer je ze meetelt zie je nog een daling met 29,8% van het aantal contacten in april en 22,1% in mei. In juni en juli stijgt het totale aantal consultaties in 2020 ten opzichte van 2019 als je die 'op afstand' in 2020 meetelt: in juni met 10,9% en in juli met 5,3%. Maar als je alleen de klassieke consultaties rekent zie je nog altijd een daling - met min 3,9% in juni en met min 8,8% in juli. Het lagere aantal klassieke consultaties in de zomermaanden zie je in alle specialismen, inclusief de huisartsen. Alleen de oncologen en hematologen vormen een uitzondering. Het Riziv beantwoordt zelf de vraag niet over de rol van de teleconsultaties. Het ziet er op het eerste gezicht naar uit dat de nieuwe teleconsultaties voor een deel de klassieke consultaties vervangen. Maar de cijfers zijn nog onvolledig en 2020 blijft een bijzonder jaar.