Regelmatig verschijnen er persberichten of opiniestukken over de rol en de toekomst van de soloarts. Soloartsen voelen zich vaak miskend en niet gewaardeerd. Elke verwijzing naar andere praktijkvormen of een evolutie in het huisartsenlandschap naar multidisciplinair werken wordt aangevoeld als een miskenning van hun kunde en een terechtwijzing over de kwaliteit van zorg die ze leveren.

Laat mij daarom beginnen met het nogmaals duidelijk te zeggen. Er is geen enkele reden om nog maar te vermoeden dat soloartsen minder kwalitatieve zorg leveren dan artsen in een groepspraktijk of een multidisciplinaire praktijk (maar ook niet omgekeerd).

Ik heb evenveel respect voor soloartsen als voor artsen in een groepspraktijk. De vorm van praktijkuitoefening is meer gekoppeld aan de persoonlijkheid van de arts; sommigen functioneren nu eenmaal beter in groepsverband, anderen werken liever solo.

Domus Medica is ervan overtuigd dat elke praktijkvorm zal blijven bestaan, maar de realiteit is dat er een verdere shift zal komen naar groepspraktijken zonder dat daarbij solopraktijken helemaal zullen verdwijnen. Dit is geen desavouering van de soloarts of een beoordeling van de kwaliteit van de zorg in een solopraktijk, maar de evolutie van een veranderende generatie met andere waarden in een snel veranderende wereld.

Het is een objectieve vaststelling die je bij alle vrije beroepers ziet. Hoeveel notarissen werken nog alleen? Hoeveel advocaten werken nog alleen? Hoeveel architecten werken nog alleen? Elke vrije beroeper wordt een kmo waar ondernemingszin en innovatie de kracht van het vrije beroep maken.

Elke praktijk (ook de soloarts) moet ondersteund worden met administratief en verpleegkundig personeel

Waar wij wel rotsvast van overtuigd zijn, is dat elke praktijk (ook de soloarts) moet ondersteund worden met administratief en verpleegkundig personeel. Daar zullen wij altijd voor blijven ijveren, want net het ontlasten van huisartsen op administratief vlak en hen ondersteunen op verpleegkundig vlak maakt dat huisartsen zich ook in de toekomst kunnen blijven richten op hun kernwaarden: goesting, nabijheid, toegankelijkheid, kwaliteit, evidence-based huisartsgeneeskunde met extra focus op preventie en populatieaanpak. Deze evolutie is een noodzaak om de steeds toenemende en complexere zorg te kunnen blijven beheren.

Betekent dit dat de soloarts verdwijnt? Neen. Een pleidooi voor administratieve en verpleegkundige ondersteuning voor elke huisarts is geen pleidooi tegen de soloarts. Een huisarts kan immers nog altijd als enige huisarts in een praktijk werken maar hij of zij wordt wel ondersteund door praktijkassistenten en praktijkverpleegkundigen. Artsen werken dus niet meer alleen maar soms wel als enige huisarts in een praktijk. Of je dat dan nog een soloarts noemt of niet, is een semantische discussie. Trouwens hoeveel thuiswerkende partners namen in het verleden al niet gedeeltelijk die rol op zich? Wij willen dat uitbouwen en versterken.

Is dat een hele uitdaging? Absoluut en dit zowel voor de soloarts als de niet-soloarts. Denk maar aan de nodige infrastructurele aanpassingen, de aanpassingen in organisatie van de zorg, het personeelsbeleid... Vraagt dit specifieke begeleiding afhankelijk van het type van praktijk? Absoluut en dat is waarop elke beroepsvereniging zou moeten inzetten: het begeleiden van elke huisarts in de transformatie die gemaakt moet worden.

Dat het kan, bewijzen vandaag al heel wat collega's, ook soloartsen die met een administratieve en verpleegkundige ondersteuning werken. Voor deze begeleiding kunnen artsen rekenen op het expertisedomein Praktijkorganisatie van Domus Medica.

Wat mij het meest bedroeft in dit debat, is de opdeling (al dan niet bewust opgepookt) die in het huisartsenkorps ontstaat

Wat mij echter het meest bedroeft in dit debat, is de opdeling (al dan niet bewust opgepookt) die in het huisartsenkorps ontstaat. Het gaat immers niet over solo versus groep, over voltijds versus deeltijds, over prestatie versus gemengd versus forfaitaire financieringssystemen. Het gaat over hoe we als huisartsen in een snel veranderende maatschappij de enorme zorgvraag die op ons afkomt, kunnen opvangen. Het gaat over hoe iedere huisarts vanuit zijn/haar eigenheid een stukje kan bijdragen aan de uitbouw van de huisartsgeneeskunde.

Laten we luisteren naar elkaar, laten we elkaar helpen om de transitie te maken die nodig is om de sterke positie van de huisartsgeneeskunde in de volgende tien, twintig of dertig jaar te kunnen behouden en versterken. En laten we vooral niet in de val trappen van de verdeeldheid, van de tegenstellingen die geen enkele huisarts (soloarts of niet-soloarts) vooruithelpen.

Regelmatig verschijnen er persberichten of opiniestukken over de rol en de toekomst van de soloarts. Soloartsen voelen zich vaak miskend en niet gewaardeerd. Elke verwijzing naar andere praktijkvormen of een evolutie in het huisartsenlandschap naar multidisciplinair werken wordt aangevoeld als een miskenning van hun kunde en een terechtwijzing over de kwaliteit van zorg die ze leveren.Laat mij daarom beginnen met het nogmaals duidelijk te zeggen. Er is geen enkele reden om nog maar te vermoeden dat soloartsen minder kwalitatieve zorg leveren dan artsen in een groepspraktijk of een multidisciplinaire praktijk (maar ook niet omgekeerd). Ik heb evenveel respect voor soloartsen als voor artsen in een groepspraktijk. De vorm van praktijkuitoefening is meer gekoppeld aan de persoonlijkheid van de arts; sommigen functioneren nu eenmaal beter in groepsverband, anderen werken liever solo.Domus Medica is ervan overtuigd dat elke praktijkvorm zal blijven bestaan, maar de realiteit is dat er een verdere shift zal komen naar groepspraktijken zonder dat daarbij solopraktijken helemaal zullen verdwijnen. Dit is geen desavouering van de soloarts of een beoordeling van de kwaliteit van de zorg in een solopraktijk, maar de evolutie van een veranderende generatie met andere waarden in een snel veranderende wereld. Het is een objectieve vaststelling die je bij alle vrije beroepers ziet. Hoeveel notarissen werken nog alleen? Hoeveel advocaten werken nog alleen? Hoeveel architecten werken nog alleen? Elke vrije beroeper wordt een kmo waar ondernemingszin en innovatie de kracht van het vrije beroep maken.Waar wij wel rotsvast van overtuigd zijn, is dat elke praktijk (ook de soloarts) moet ondersteund worden met administratief en verpleegkundig personeel. Daar zullen wij altijd voor blijven ijveren, want net het ontlasten van huisartsen op administratief vlak en hen ondersteunen op verpleegkundig vlak maakt dat huisartsen zich ook in de toekomst kunnen blijven richten op hun kernwaarden: goesting, nabijheid, toegankelijkheid, kwaliteit, evidence-based huisartsgeneeskunde met extra focus op preventie en populatieaanpak. Deze evolutie is een noodzaak om de steeds toenemende en complexere zorg te kunnen blijven beheren.Betekent dit dat de soloarts verdwijnt? Neen. Een pleidooi voor administratieve en verpleegkundige ondersteuning voor elke huisarts is geen pleidooi tegen de soloarts. Een huisarts kan immers nog altijd als enige huisarts in een praktijk werken maar hij of zij wordt wel ondersteund door praktijkassistenten en praktijkverpleegkundigen. Artsen werken dus niet meer alleen maar soms wel als enige huisarts in een praktijk. Of je dat dan nog een soloarts noemt of niet, is een semantische discussie. Trouwens hoeveel thuiswerkende partners namen in het verleden al niet gedeeltelijk die rol op zich? Wij willen dat uitbouwen en versterken.Is dat een hele uitdaging? Absoluut en dit zowel voor de soloarts als de niet-soloarts. Denk maar aan de nodige infrastructurele aanpassingen, de aanpassingen in organisatie van de zorg, het personeelsbeleid... Vraagt dit specifieke begeleiding afhankelijk van het type van praktijk? Absoluut en dat is waarop elke beroepsvereniging zou moeten inzetten: het begeleiden van elke huisarts in de transformatie die gemaakt moet worden. Dat het kan, bewijzen vandaag al heel wat collega's, ook soloartsen die met een administratieve en verpleegkundige ondersteuning werken. Voor deze begeleiding kunnen artsen rekenen op het expertisedomein Praktijkorganisatie van Domus Medica.Wat mij echter het meest bedroeft in dit debat, is de opdeling (al dan niet bewust opgepookt) die in het huisartsenkorps ontstaat. Het gaat immers niet over solo versus groep, over voltijds versus deeltijds, over prestatie versus gemengd versus forfaitaire financieringssystemen. Het gaat over hoe we als huisartsen in een snel veranderende maatschappij de enorme zorgvraag die op ons afkomt, kunnen opvangen. Het gaat over hoe iedere huisarts vanuit zijn/haar eigenheid een stukje kan bijdragen aan de uitbouw van de huisartsgeneeskunde.Laten we luisteren naar elkaar, laten we elkaar helpen om de transitie te maken die nodig is om de sterke positie van de huisartsgeneeskunde in de volgende tien, twintig of dertig jaar te kunnen behouden en versterken. En laten we vooral niet in de val trappen van de verdeeldheid, van de tegenstellingen die geen enkele huisarts (soloarts of niet-soloarts) vooruithelpen.