Een enquête van de beroepsvereniging van anesthesisten onthult een absolute mismatch tussen het aantal artsen-specialisten in opleiding en de plaatsen die er zullen vrijkomen in deze discipline. Er worden veel te veel anesthesisten opgeleid. Uiteraard en zoals steeds kunnen bij een peiling kritische kanttekeningen geplaatst worden. Het belet niet dat dit een kwalijke zaak is. Temeer daar de gynaecologen enkele jaren geleden in hun vakgebied tot dezelfde vaststelling kwamen.

Geneeskundestudies zijn op zich al behoorlijk gespecialiseerd; de verdere vorming tot anesthesist is als het ware een hogere beroepsopleiding. Veel professionele uitwegen zijn er niet - tenzij in de cartoons van onze onvolprezen tekenaar Kim. Voor de arts die niet aan de bak komt, is het een persoonlijk drama. Maar uiteraard is dit vanuit maatschappelijk oogpunt evenmin een goede zaak. Jarenlang wordt geïnvesteerd in dure opleidingen die uiteindelijk niet renderen.

Voor de arts die niet aan de bak komt, is het een persoonlijk drama

Meer dan twee decennia al probeert België het medisch aanbod af te stemmen op de vraag. Het antwoord op de aanhoudende plethora in de laatste jaren van het vorige millennium was de invoering van een Vlaamse toelatingsproef. Ze beperkte niet enkel het aantal studenten, een ongewenst neveneffect was ook chronische heibel met Franstalig België. Om het aanbod verder te finetunen, kwam er een (tot voor kort federale) planningscommissie. Jaar na jaar scheidde deze - zogenaamd wetenschappelijk en statistisch onderbouwde - cijfers af over de hoegrootheid van het contingent artsen per specialisme.

Waar komt dit fiasco in anesthesie, gynaecologie en allicht andere medische disciplines dan vandaan? Wetenschappers, ambtenaren en andere leden van de planningscommissies schreven dikke rapporten maar rekenden zich vooral het schaamrood op de wangen. Tijd voor reflectie en bezinning. En hoop op beterschap met de Vlaamse commissie.

Een enquête van de beroepsvereniging van anesthesisten onthult een absolute mismatch tussen het aantal artsen-specialisten in opleiding en de plaatsen die er zullen vrijkomen in deze discipline. Er worden veel te veel anesthesisten opgeleid. Uiteraard en zoals steeds kunnen bij een peiling kritische kanttekeningen geplaatst worden. Het belet niet dat dit een kwalijke zaak is. Temeer daar de gynaecologen enkele jaren geleden in hun vakgebied tot dezelfde vaststelling kwamen. Geneeskundestudies zijn op zich al behoorlijk gespecialiseerd; de verdere vorming tot anesthesist is als het ware een hogere beroepsopleiding. Veel professionele uitwegen zijn er niet - tenzij in de cartoons van onze onvolprezen tekenaar Kim. Voor de arts die niet aan de bak komt, is het een persoonlijk drama. Maar uiteraard is dit vanuit maatschappelijk oogpunt evenmin een goede zaak. Jarenlang wordt geïnvesteerd in dure opleidingen die uiteindelijk niet renderen.Meer dan twee decennia al probeert België het medisch aanbod af te stemmen op de vraag. Het antwoord op de aanhoudende plethora in de laatste jaren van het vorige millennium was de invoering van een Vlaamse toelatingsproef. Ze beperkte niet enkel het aantal studenten, een ongewenst neveneffect was ook chronische heibel met Franstalig België. Om het aanbod verder te finetunen, kwam er een (tot voor kort federale) planningscommissie. Jaar na jaar scheidde deze - zogenaamd wetenschappelijk en statistisch onderbouwde - cijfers af over de hoegrootheid van het contingent artsen per specialisme. Waar komt dit fiasco in anesthesie, gynaecologie en allicht andere medische disciplines dan vandaan? Wetenschappers, ambtenaren en andere leden van de planningscommissies schreven dikke rapporten maar rekenden zich vooral het schaamrood op de wangen. Tijd voor reflectie en bezinning. En hoop op beterschap met de Vlaamse commissie.