In zijn antwoord verwonderde aangeschrevene zich erover dat ik ondanks mijn drukke bezigheden de tijd had gevonden om te promoveren (lees: 'doctoreren'). De ironie van zijn antwoord ontging mij op dat ogenblik. Maar inderdaad, in België bedachten we onszelf nog met het ronkende 'doctor in de genees-, heel- en verloskunde', hoewel we nooit een dissertatie hadden gepresenteerd, zelfs geen licentiaats- of masterthesis. Een Nederlandse collega heette toen al gewoon 'arts'.

Eenvormigheid in de titulatuur is op wereldvlak nog ver te zoeken.

In de briefhoofden van mijn eigen ziekenhuis wordt overigens nog steeds een onderscheid gemaakt tussen wie het oude diploma van 'doctor in de etc.' heeft behaald en wie als 'arts' is afgestudeerd, terwijl ze precies dezelfde opleiding hebben genoten.

Er bestaan natuurlijk landen waar nog kwistiger met titulatuur wordt gestrooid. In Italië is iemand die de middelbare school heeft afgemaakt 'dottore', een leraar is 'professore', een monteur 'ingeniere', en al de rest 'commandatore'.

Eenvormigheid in de titulatuur is op wereldvlak nog ver te zoeken. Wie zich na zijn specialisatie trots 'resident' laat noemen, wordt in de Verenigde Staten gezien als een assistent-in-opleiding; onze residenten zijn daar 'fellows'. Amerikaanse 'residents' heten in het Verenigd Koninkrijk dan weer 'registrars'. Wie bij ons een paar uur in de week als 'consulent' werkt, is daarom geen 'consultant' aan de overzijde van het Kanaal; dat is de hoogste titel die een specialist daar kan behalen.

Ikzelf heb ook zo mijn problemen. Sinds mijn promotie, bijna 20 jaar na die beruchte brief uit Nederland, ben ik officieel 'kliniekhoofd'. Maar hoe vertaal je dat? 'Head of clinic', wat sommigen proberen, is in de Angelsaksische wereld onbekend. Na lang zoeken kwam ik uit op 'chef de clinique', een Franse uitdrukking die blijkbaar ook in het Engels bestaat. Zo stond het enige tijd in mijn digitale handtekening. Tot ik van een Nederlandse collega hoorde dat ze die term reserveren voor een tijdelijke resident, een manusje-van-alles met weinig kans op een vaste benoeming. Sindsdien ben ik weer 'staff radiologist'. Tja.

In zijn antwoord verwonderde aangeschrevene zich erover dat ik ondanks mijn drukke bezigheden de tijd had gevonden om te promoveren (lees: 'doctoreren'). De ironie van zijn antwoord ontging mij op dat ogenblik. Maar inderdaad, in België bedachten we onszelf nog met het ronkende 'doctor in de genees-, heel- en verloskunde', hoewel we nooit een dissertatie hadden gepresenteerd, zelfs geen licentiaats- of masterthesis. Een Nederlandse collega heette toen al gewoon 'arts'.In de briefhoofden van mijn eigen ziekenhuis wordt overigens nog steeds een onderscheid gemaakt tussen wie het oude diploma van 'doctor in de etc.' heeft behaald en wie als 'arts' is afgestudeerd, terwijl ze precies dezelfde opleiding hebben genoten.Er bestaan natuurlijk landen waar nog kwistiger met titulatuur wordt gestrooid. In Italië is iemand die de middelbare school heeft afgemaakt 'dottore', een leraar is 'professore', een monteur 'ingeniere', en al de rest 'commandatore'.Eenvormigheid in de titulatuur is op wereldvlak nog ver te zoeken. Wie zich na zijn specialisatie trots 'resident' laat noemen, wordt in de Verenigde Staten gezien als een assistent-in-opleiding; onze residenten zijn daar 'fellows'. Amerikaanse 'residents' heten in het Verenigd Koninkrijk dan weer 'registrars'. Wie bij ons een paar uur in de week als 'consulent' werkt, is daarom geen 'consultant' aan de overzijde van het Kanaal; dat is de hoogste titel die een specialist daar kan behalen.Ikzelf heb ook zo mijn problemen. Sinds mijn promotie, bijna 20 jaar na die beruchte brief uit Nederland, ben ik officieel 'kliniekhoofd'. Maar hoe vertaal je dat? 'Head of clinic', wat sommigen proberen, is in de Angelsaksische wereld onbekend. Na lang zoeken kwam ik uit op 'chef de clinique', een Franse uitdrukking die blijkbaar ook in het Engels bestaat. Zo stond het enige tijd in mijn digitale handtekening. Tot ik van een Nederlandse collega hoorde dat ze die term reserveren voor een tijdelijke resident, een manusje-van-alles met weinig kans op een vaste benoeming. Sindsdien ben ik weer 'staff radiologist'. Tja.