Het Riziv zette een aantal rapporten online die de praktijkvariatie voor verschillende geneesmiddelen(klassen) in kaart brengt. Met een uitnodiging voor commentaar en hulp bij de analyse.
De rapporten staan op gezondbelgië.be - onder de tab waar je al enkele jaren rapporten over praktijvariatie terugvindt (die werden vorig jaar overigens nog bijgewerkt).
Eind vorig jaar werden al een aantal rapporten over geneesmiddelen aan de website toegevoegd. Die werden nu geüpdatet met de gegevens van 2022. En het aantal thema's werd flink uitgebreid.
De rapporten bevatten informatie van de hoeveelheid geneesmiddelen die zijn voorgeschreven (in DDD), over hoeveel patiënten het gaat (hun aandeel in de bevolking), over welk budget het gaat, wie het geneesmiddel voorschrijft (huisarts, specialist, arts in opleiding,...)
Welk percentage van de voorgeschreven middelen als goedkoop worden beschouwd. De variatie van de gebruikte hoeveelheid van de middelen bij afzonderlijk verzekerden. De evolutie in het gebruik over 11 jaar.
De data zijn afkomstig uit Farmanet. Het gaat over geneesmiddelen die verstrekt worden via de 'gewone' apotheken - niet de ziekenhuizen.
Er zijn analyses naargelang de sekse, leeftijd en verzekeringsstatus (personen met recht op een verhoogde tegemoetkoming). Grafieken en kaarten tonen ook de variatie naargelang het arrondissement of de provincie.
Het kaartje toont de variatie van het verbruik van middelen voor de behandeling van hartaritmieën - klasse 1 tot 3. Het aantal mensen die deze middelen gebruiken wordt weergegeven - dat is de afwijking van het gemiddelde voor het hele land (zie legende).
Het gaat met name over amiodaron, flecainide en propafenon. Het betreft zo een 144.000 gebruikers - 1,25% van de bevolking. De gemiddelde leeftijd van patiënten is 75 jaar - bijna de helft zijn vrouwen. De uitgaven voor het Riziv bedragen net geen 10 miljoen euro.
De variatiecoëfficiënt tussen de regio's bedraagt bijna 30%. Deze middelen worden aanzienlijk meer voorgeschreven aan mensen met recht op een verhoogde tegemoetkoming (1,72%) dan aan mensen in de algemene verzekering (1,14%) - maar de patiënten zijn dan ook vooral ouderen.
In de 'funnelplot' hieronder wordt ieder arrondissement voorgesteld door een gekleurd bolletje. De zone tussen het 95%- en 99,7%-betrouwbaarheidsinterval noemen de rapporteurs een waarschuwingszone.
Het rapport biedt geen verklaringen - alleen een analyse van de data in tabellen en grafieken. De bedoeling is dat er reacties komen vanuit het veld. Het Riziv hoopt dat wetenschappelijke verenigingen kunnen helpen om de cijfers in de juiste context te zetten - om de variatie in het juiste perspectief te kunnen zetten en om mee na te denken over een kwaliteitsverbetering van de zorg.
De rapporten vertrekken vanuit de gedachte dat een grote praktijkvariatie kan wijzen op suboptimaal gebruik. Ze zijn het werk van de cel Doelmatige Zorg van het Riziv.
Het is niet altijd vooral het zuiden van het land dat rood kleurt. Het onderstaand kaartje geeft de variatie weer tussen de arrondissementen voor het gebruik van systemische antihistaminica (cetirizine en levocetirizine).
Hoe roder, hoe meer het arrondissement boven het nationale gemiddelde zit - hoe groener, hoe meer het eronder zit (het is maar hoe je het bekijkt).
Bijna 4,5% van de bevolking gebruikt deze middelen - de gemiddeld leeftijd bedraagt 49 jaar, 60% zijn vrouwen. Jaarlijks betaalt het Riziv meer dan 61 miljoen doses terug - goed voor 5,3 miljoen euro. (Maar een kwart van deze middelen wordt buiten de ziekteverzekering om verkocht.)
De rapporten staan op gezondbelgië.be - onder de tab waar je al enkele jaren rapporten over praktijvariatie terugvindt (die werden vorig jaar overigens nog bijgewerkt). Eind vorig jaar werden al een aantal rapporten over geneesmiddelen aan de website toegevoegd. Die werden nu geüpdatet met de gegevens van 2022. En het aantal thema's werd flink uitgebreid.De rapporten bevatten informatie van de hoeveelheid geneesmiddelen die zijn voorgeschreven (in DDD), over hoeveel patiënten het gaat (hun aandeel in de bevolking), over welk budget het gaat, wie het geneesmiddel voorschrijft (huisarts, specialist, arts in opleiding,...) Welk percentage van de voorgeschreven middelen als goedkoop worden beschouwd. De variatie van de gebruikte hoeveelheid van de middelen bij afzonderlijk verzekerden. De evolutie in het gebruik over 11 jaar.De data zijn afkomstig uit Farmanet. Het gaat over geneesmiddelen die verstrekt worden via de 'gewone' apotheken - niet de ziekenhuizen.Er zijn analyses naargelang de sekse, leeftijd en verzekeringsstatus (personen met recht op een verhoogde tegemoetkoming). Grafieken en kaarten tonen ook de variatie naargelang het arrondissement of de provincie. Het kaartje toont de variatie van het verbruik van middelen voor de behandeling van hartaritmieën - klasse 1 tot 3. Het aantal mensen die deze middelen gebruiken wordt weergegeven - dat is de afwijking van het gemiddelde voor het hele land (zie legende).Het gaat met name over amiodaron, flecainide en propafenon. Het betreft zo een 144.000 gebruikers - 1,25% van de bevolking. De gemiddelde leeftijd van patiënten is 75 jaar - bijna de helft zijn vrouwen. De uitgaven voor het Riziv bedragen net geen 10 miljoen euro.De variatiecoëfficiënt tussen de regio's bedraagt bijna 30%. Deze middelen worden aanzienlijk meer voorgeschreven aan mensen met recht op een verhoogde tegemoetkoming (1,72%) dan aan mensen in de algemene verzekering (1,14%) - maar de patiënten zijn dan ook vooral ouderen.In de 'funnelplot' hieronder wordt ieder arrondissement voorgesteld door een gekleurd bolletje. De zone tussen het 95%- en 99,7%-betrouwbaarheidsinterval noemen de rapporteurs een waarschuwingszone.Het rapport biedt geen verklaringen - alleen een analyse van de data in tabellen en grafieken. De bedoeling is dat er reacties komen vanuit het veld. Het Riziv hoopt dat wetenschappelijke verenigingen kunnen helpen om de cijfers in de juiste context te zetten - om de variatie in het juiste perspectief te kunnen zetten en om mee na te denken over een kwaliteitsverbetering van de zorg.De rapporten vertrekken vanuit de gedachte dat een grote praktijkvariatie kan wijzen op suboptimaal gebruik. Ze zijn het werk van de cel Doelmatige Zorg van het Riziv. Het is niet altijd vooral het zuiden van het land dat rood kleurt. Het onderstaand kaartje geeft de variatie weer tussen de arrondissementen voor het gebruik van systemische antihistaminica (cetirizine en levocetirizine). Hoe roder, hoe meer het arrondissement boven het nationale gemiddelde zit - hoe groener, hoe meer het eronder zit (het is maar hoe je het bekijkt).Bijna 4,5% van de bevolking gebruikt deze middelen - de gemiddeld leeftijd bedraagt 49 jaar, 60% zijn vrouwen. Jaarlijks betaalt het Riziv meer dan 61 miljoen doses terug - goed voor 5,3 miljoen euro. (Maar een kwart van deze middelen wordt buiten de ziekteverzekering om verkocht.)De funnelplot ziet u hieronder.