...

Klinisch biologen uit vijf Limburgse ziekenhuizen (Jessa, ZOL,Sint-Trudo, AZVesalius,Maas&Kempen)sloegen de handen in elkaar om na te gaan of Q-koorts in de provincie voorkomt. Dat gebeurde onder leiding van de diensten microbiologie en infectieziekten van het Jessa ziekenhuis. Aanleiding was een nooit geziene uitbraak in de grensregio in Nederland sinds 2007. De resultaten geven voor het eerst een beeld van de incidentie van Q-koorts bij mens en dier in de provincie Limburg (zie kaartje).De onderzoekers tekenden voor 2007 een stijging op tot 4% van het aantal positieve stalen (in verhouding tot het totaal aantal stalen waarbij de behandelend arts aan Q-koorts dacht). De jaren daarvoor en nadien schommelde dat aantal rond de 1%. Daarnaast wilden ze uitzoeken hoe vaak de diagnose gemist wordt. In 100serumstalen van patiten met een verdacht klinisch beeld spoorden ze drie acute Q-koorts-infecties op. De behandelend arts had daarvoor nochtans geen serologie aangevraagd. Ook bleken er vier twijfelgevallen tussen te zitten, stuk voor stuk patiten die langs de Nederlandse grens wonen.De auteurs besluiten dat Q-koorts prevalent is in de Limburgse veestapel en ook infecties bij de mens veroorzaakt. Daarnaast zijn ze van mening dat een aanzienlijk aantal gevallen mogelijk gemist wordt omdat artsen niet vertrouwd zijn met de ziekte.Endemisch aanwezigIn Nederland deden er zich tussen 2007 en 2009 3.523 gevallen van Q-koorts bij de mens voor, voornamelijk in de grensregio met Limburg en Antwerpen. Om na te gaan of de Nederlandse epidemie ook de grens was overgestoken, analyseerden de Limburgse klinisch biologen retrospectief ongepubliceerde gegevens van het Belgische referentiecentrum voor menselijke Q-koorts (Instituut Tropische Geneeskunde) en van het federaal Voedselveiligheidsagentschap. Uit het retrospectieve onderzoek blijkt dat het percentage positieve stalen (op basis van serologie) tussen 2003 en 2006 schommelde tussen 1 en 2%. In 2007 deed er zich een stijging voor tot 4%, en zelfs tot 5% voor Limburg. Nadien viel dit percentage opnieuw terug tot 1%. Daarnaast voerden ze een multicenter prospectieve studie om het aantal ongediagnosticeerde gevallen in Limburg te evalueren. De vijf ziekenhuislaboratoria verzamelden elk 20 serumstalen van patiten voor wie de behandelend arts serologie voor Mycoplasma pneumoniae had aangevraagd. Alleen stalen met een negatieve Mycoplasma IgM werden geselecteerd. Drie van de 100 patiten bleken een Q-koorts infectie te hebben doorgemaakt (positieve PCR). Nog eens vier waren twijfelgevallen. Allen woonden ze in de grensregio met Nederland. Stuk voor stuk gevallen dus die niet als zodanig werden gediagnosticeerd.Zelden? "Q-koorts is endemisch aanwezig in Limburg - en wellicht ook in Antwerpen", zeggen hoofdonderzoekers Reinout Naesens, Koen Magerman, Inge Gyssens en Reinoud Cartuyvels (Jessa ziekenhuis). "Dat is misschien altijd al zo geweest. Alleen is de incidentie nu voor het eerst ook in kaart gebracht." De situatie in ons land verschilt trouwens van die in Nederland, leggen ze uit. "De potentie risicofactoren zijn anders, want in ons land zijn er minder en kleinere geitenboerderijen. Ondertussen dient gezegd dat de situatie in Nederland min of meer onder controle lijkt, waarschijnlijk ten gevolge van hun toch wel drastische maatregelen." Onlangs nog bracht de Hoge Gezondheidsraad aanbevelingen uit voor de preventie en bestrijding van Q-koorts in ons land (zie AK 2147). Die zijn louter preventief omdat de ziekte in ons land maar zelden voorkomt, staat in de aanbeveling. Dat laatste is in het licht van deze nieuwe gegevens uit Limburg misschien niet helemaal juist. De resultaten van het Limburgse onderzoek worden begin mei voorgesteld op het ECCMID-congres in Milaan en zijn momenteel ingediend voor publicatie in Clinical Microbiology and Infection. Het kaartje toont alle positieve gevallen van Q-koorts tijdens de periode januari 2009 - november 2010 voor Limburg. Het bovenste bolletje is het enige geval dat in die periode werd opgepikt vanuit de routinepraktijk (retrospectieve analysegegevens ITG). De drie andere gevallen werden opgepikt in het kader van de prospectieve multicenter studie.