...

Het KCE analyseerde de zorg voor patiënten met maag- en slokdarmkanker voor de periode 2004-2008. Het stelde indicatoren op om de kwaliteit te meten, en berekende de resultaten voor de verschillende ziekenhuizen. Jaarlijks worden zo'n 2.300 patiënten in België geconfronteerd met kanker van de maag of de slokdarm. Zowat ieder acuut ziekenhuis in België behandelt dergelijke patiënten. Dat is voor het Federaal Kenniscentrum van het goede te veel.'Hoog volume'België scoort niet slecht in vergelijking met de andere Europese landen als je naar de vijfjaarsoverleving kijkt bij deze moeilijk te behandelen aandoeningen: die bedraagt 21% voor slokdarmkanker en 30% voor maagkanker. België doet het wel minder goed wanneer het gaat om de postoperatieve mortaliteit na slokdarmresectie. Die bedraagt 5% binnen de 30 dagen, en 10% binnen de 90 dagen.Het KCE stelt dat te veel patiënten behandeld worden in ziekenhuizen, waar men niet genoeg ervaring heeft met slokdarm- of maagresectie. De uitkomst van de behandeling is veel beter wanneer deze patiënten behandeld worden in zogenaamde hoog-volumecentra (maar zie ook het gelinkte artikel bij kwaliteitsindicatoren). Om een 'hoog volume' te kunnen claimen bij slokdarm- of maagkanker, moet in een centrum jaarlijks minstens 20 ingrepen plaatsvinden met verwijdering van respectievelijk de slokdarm of de maag. In België kon maar één centrum een hoog volume claimen voor maagkanker, en twee voor slokdarmkanker.In de geactualiseerde richtlijnen over de behandeling van maag- en slokdarmkanker uit 2012, die samen met het College van Oncologie werden uitgewerkt, wordt aanbevolen de behandeling voor de patiënten beter te programmeren. Het KCE dringt er bij de overheid op aan om de discussie over de "centralisatie" te starten.Bron: KCE Reports 200As