In een opmerkelijk interview eind december laat Marc Van Ranst optekenen dat er een heleboel mensen rondlopen met een schrijnend gebrek aan burgerzin. Hij wil met hen niet in gesprek gaan om hun standpunten beter te begrijpen. "Ik ben viroloog, geen psychiater", zegt hij daarover.

Dat is toch een hoogst opmerkelijke uitspraak. De facto betekent zijn enigszins provocerend statement dat hij vindt dat psychiaters wél in dialoog moeten gaan met personen met een totale afwezigheid aan inzicht in maatschappelijk fatsoen. Als verplicht onderdeel van hun takenpakket. De ultieme bedoeling is er vervolgens welopgevoede, begripvolle en meegaande burgers van maken, durft een mens dan wel eens cynisch te denken.

Hardnekkige misverstanden over wie psychiaters zijn en wat ze allemaal zouden moeten kunnen, komen met regelmaat van de klok aan bod in media. Het is dringend tijd om die dwalingen de wereld uit te helpen.

Psychiaters hebben na een korte ontmoeting met een andere persoon geen feilloos inzicht over hoe die in elkaar zit als mens. Het kan een moeizaam proces van jaren zijn om een gevoelig iemand zelfs nog maar een beetje te leren kennen. Ze bezitten ook geen arsenaal aan gesofisticeerde onderhandelingstechnieken om anderen tot inkeer te brengen. Psychiaters hebben geen glazen bol die voorspelt hoe mensen zich in de toekomst zullen gedragen en of dit gedrag negatief maatschappelijk impact zal hebben.

Hoewel er geen harde wetenschappelijke gegevens over bestaan, is een psychiater wellicht iets meer geduldig, empathisch en bescheiden dan een gemiddelde specialist van een andere discipline. Dat helpt om psychisch kwetsbare mensen omzichtig te benaderen. Dit is namelijk wel hun core business: zorgvuldig onderzoeken hoe patiënten psychisch lijden, vanuit welke onderliggende aandoening, en wat daaraan te doen valt. Zoals artsen in de somatische geneeskunde doen met lichamelijke klachten, precies hetzelfde.

Van psychiaters wordt ook verwacht dat ze de samenleving herstellen van alle onderliggende kwalen

Maar in tegenstelling tot hun somatische collega's die alleen hun patiënt beter moet maken, wordt van psychiaters ook verwacht dat ze de samenleving herstellen van alle onderliggende kwalen, zoals bijvoorbeeld onverdraagzaamheid, prestatiedrang, en maatschappelijke overlast.

Vooral over dat laatste wordt streng geoordeeld. Als het niet goedschiks kan veranderen, dan moet het kwaadschiks, zoals met een gedwongen opname. De coronacrisis heeft de hooggespannen verwachtingen nog scherper gesteld. Alle stress die het virus heeft veroorzaakt, elk psychisch onbehagen en uiteraard de ontstane ernstige psychiatrische ziektes moeten snel en efficiënt onder controle gebracht worden.

Psychiaters kunnen de frustratie van Marc Van Ranst en zijn collega's-virologen goed begrijpen. Er zit dan ook geen enkele rancune in dit stukje. Virologen en psychiaters zijn slachtoffer van hetzelfde maatschappelijke verwachtingspatroon. Er is niet veel ruimte meer voor onzekerheid en onbehagen, voor beperkingen in het dagelijks leven, voor inspanningen zonder return on investment.

Bovendien is de tendens dat élk risico in het leven haarscherp voorspeld moet kunnen worden. Maatschappelijke last en overlast moeten onherroepelijk de wereld uit. Dwangmatig de controle houden betekent helaas ook dat het niet mogelijk is om mooie perspectieven te verkennen. Maar om de schoonheid te kunnen zien van een beetje chaos, en het geluk te voelen van spanningsvol de toekomst afwachten, is het nu wellicht nog wat te vroeg.

In een opmerkelijk interview eind december laat Marc Van Ranst optekenen dat er een heleboel mensen rondlopen met een schrijnend gebrek aan burgerzin. Hij wil met hen niet in gesprek gaan om hun standpunten beter te begrijpen. "Ik ben viroloog, geen psychiater", zegt hij daarover. Dat is toch een hoogst opmerkelijke uitspraak. De facto betekent zijn enigszins provocerend statement dat hij vindt dat psychiaters wél in dialoog moeten gaan met personen met een totale afwezigheid aan inzicht in maatschappelijk fatsoen. Als verplicht onderdeel van hun takenpakket. De ultieme bedoeling is er vervolgens welopgevoede, begripvolle en meegaande burgers van maken, durft een mens dan wel eens cynisch te denken. Hardnekkige misverstanden over wie psychiaters zijn en wat ze allemaal zouden moeten kunnen, komen met regelmaat van de klok aan bod in media. Het is dringend tijd om die dwalingen de wereld uit te helpen. Psychiaters hebben na een korte ontmoeting met een andere persoon geen feilloos inzicht over hoe die in elkaar zit als mens. Het kan een moeizaam proces van jaren zijn om een gevoelig iemand zelfs nog maar een beetje te leren kennen. Ze bezitten ook geen arsenaal aan gesofisticeerde onderhandelingstechnieken om anderen tot inkeer te brengen. Psychiaters hebben geen glazen bol die voorspelt hoe mensen zich in de toekomst zullen gedragen en of dit gedrag negatief maatschappelijk impact zal hebben.Hoewel er geen harde wetenschappelijke gegevens over bestaan, is een psychiater wellicht iets meer geduldig, empathisch en bescheiden dan een gemiddelde specialist van een andere discipline. Dat helpt om psychisch kwetsbare mensen omzichtig te benaderen. Dit is namelijk wel hun core business: zorgvuldig onderzoeken hoe patiënten psychisch lijden, vanuit welke onderliggende aandoening, en wat daaraan te doen valt. Zoals artsen in de somatische geneeskunde doen met lichamelijke klachten, precies hetzelfde. Maar in tegenstelling tot hun somatische collega's die alleen hun patiënt beter moet maken, wordt van psychiaters ook verwacht dat ze de samenleving herstellen van alle onderliggende kwalen, zoals bijvoorbeeld onverdraagzaamheid, prestatiedrang, en maatschappelijke overlast. Vooral over dat laatste wordt streng geoordeeld. Als het niet goedschiks kan veranderen, dan moet het kwaadschiks, zoals met een gedwongen opname. De coronacrisis heeft de hooggespannen verwachtingen nog scherper gesteld. Alle stress die het virus heeft veroorzaakt, elk psychisch onbehagen en uiteraard de ontstane ernstige psychiatrische ziektes moeten snel en efficiënt onder controle gebracht worden. Psychiaters kunnen de frustratie van Marc Van Ranst en zijn collega's-virologen goed begrijpen. Er zit dan ook geen enkele rancune in dit stukje. Virologen en psychiaters zijn slachtoffer van hetzelfde maatschappelijke verwachtingspatroon. Er is niet veel ruimte meer voor onzekerheid en onbehagen, voor beperkingen in het dagelijks leven, voor inspanningen zonder return on investment. Bovendien is de tendens dat élk risico in het leven haarscherp voorspeld moet kunnen worden. Maatschappelijke last en overlast moeten onherroepelijk de wereld uit. Dwangmatig de controle houden betekent helaas ook dat het niet mogelijk is om mooie perspectieven te verkennen. Maar om de schoonheid te kunnen zien van een beetje chaos, en het geluk te voelen van spanningsvol de toekomst afwachten, is het nu wellicht nog wat te vroeg.