...

Als geen middel uit de categorie 'goedkoopste geneesmiddel' beschikbaar is, kan de apotheker een ander middel afleveren dat wel wordt terugbetaald. Als de groothandelaar deze middelen niet kan leveren, is de patiënt nog niet de dupe.Dat staat te lezen op de website van de Algemene Pharmaceutische Bond. De APB ziet dit als een concreet resultaat van de 'lichten uit'-actie die de apothekers onlangs voerden.In de vorige Artsenkrant meldden we dat de APB aanklaagde dat de middelen uit de categorie 'goedkoopst' niet altijd beschikbaar waren. De leveranciers kunnen aan de vraag naar sommige middelen niet voldoen.De APB stelde de vraag wat de apotheker dan moet doen? De patiënt de volledige prijs van een niet-terugbetaalde specialiteit laten betalen, of hem terugsturen naar de huisarts? De huisarts zou dan een voorschrift kunnen maken voor de beschikbare specialiteit, met de melding dat dat middel niet gesubstitueerd mag worden. Helemaal koosjer is dat uiteraard niet.Minister Onkelinx zou begrip hebben voor deze situatie. De apotheker kan, wanneer geen middel uit de cluster 'goedkoopst' beschikbaar is, het middel vervangen door een ander. De apotheker moet daar melding van maken op het voorschrift, en de patiënt verliest het recht op terugbetaling niet. Deze maatregel is van kracht sinds 1 mei, meldt de APB.Vraag is of het probleem aan de basis wordt verholpen: bij de samenstelling van de lijst van goedkoopste middelen zou geen rekening worden gehouden met een voldoende beschikbaarheid van deze middelen.