...

Eind april kondigde minister van sociale zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) aan dat hij met de Franse gemeenschap een regeling had getroffen over de contingentering. Met name zou een numerus fixus en een vergelijkend examen voor de geneeskundestudies worden ingevoerd. Vlaanderen was kritisch. Onder meer omdat Vandenbroucke slechts een consensus had met één landsdeel. Vlaanderen moest dat zomaar aanvaarden. Dat vindt ook N-VA. "De Franse gemeenschap wordt gepardonneerd voor het 25 jaar lang negeren van federale quota. Ondertussen hield Vlaanderen zich maximaal aan de regels," dixit de Vlaams-nationalistische partij. Bovendien pikt de partij het niet dat Vandenbroucke de 'stok achter de deur' schrapt, zijnde artikel 69 uit de Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid. Dat artikel geeft de mogelijkheid federale contingenteringattesten uit te reiken waardoor de facto de Franse gemeenschap kortgesloten wordt. Door het wegvallen van artikel 69 rest enkel de 'belofte' van de Franse gemeenschap om zich aan het afgesproken quotum te houden. Gezien de voorgeschiedenis heeft N-VA daarin geen vertrouwen.De partij verwijst ook naar het rapport van de planningscommissie. De afgelopen 17 jaar werden aan Franstalige kant proportioneel 2.233 artsen teveel opgeleid en 98 Vlaamse artsen te weinig. Vandenbroucke tilt hier niet zwaar aan omdat Waalse artsen gemiddeld minder werken. Ook dat pikt N-VA niet. "Dat is net het gevolg van een teveel aan Waalse artsen in bepaalde disciplines. Bovendien ontstaat hierdoor overconsumptie in Franstalig België. Dit mede op kosten van de Vlaamse belastingbetaler," zo luidt het. "En bij het toekennen van toekomstige Riziv-nummers stapt de minister zelfs af van een communautaire verdeling op basis van het bevolkingsaantal," voegt N-VA er nog aan toe. "Waalse artsen werken minder, dus zijn er meer artsen nodig is het hallucinante besluit."Voor N-VA is er geen verband met -het wegwerken van- artsentekorten in bepaalde disciplines. "Heeft er niets mee te maken. Dit probleem kan maar opgelost worden door de aantrekkelijkheid van het beroep te verhogen", zo stelt de partij. Ze wijst erop dat de Vlaamse regering op het Overlegcomité -waar de verschillend regeringen van dit land samenkomen- al op 5 juli formeel duidelijk maakte dat ze niet akkoord ging met het voorstel Vandenbroucke. De minister ging door en dus stapt N-VA nu naar het Grondwettelijk Hof. "Er is immers sprake van een fundamentele ongelijkheid tussen Vlamingen en Franstaligen. Die ongelijkheid wordt nu ook nog eens op federaal niveau gebetonneerd." Voor het Grondwettelijk Hof kan slechts een zaak aangespannen worden, als de klager zelf rechtstreeks benadeelde partij is. Daarom doet N-VA beroep op een groep belanghebbenden. Gedacht wordt aan Vlaamse kandidaat-studenten die in het verleden proportioneel benadeeld werden of aan Vlaamse artsen "die volgens deze regeling blijkbaar geacht worden om meer te werken dan Franstalige artsen." Iedere benadeelde die zich bij dit initiatief wenst aan te sluiten, is welkom, zo luidt het nog bij de partij.Een uitspraak van het Grondwettelijk Hof is niet voor direct. Het is nog wachten op de finale behandeling van het wetsontwerp in de plenaire federale Kamer van Volksvertegenwoordigers en daarna heeft N-VA in principe nog zes maand tijd om een dossier in te dienen.