...

David Brinkman promoveerde afgelopen week aan het VU medisch centrum in Amsterdam met een proefschrift over de mate waarin toekomstige artsen in Europa voorbereid zijn op het rationeel voorschrijven van geneesmiddelen.Daarin pleit hij voor een dringende modernisering van het klinische farmacologie- en farmacotherapieonderwijs in Europa. "Hoewel de afgelopen decennia enige vooruitgang is geboekt, is er nog steeds veel variatie in de kwantiteit en kwaliteit van klinische farmacologie en farmacotherapieonderwijs binnen en tussen Europese landen."De klinisch farmacoloog onderzocht de kennis en vaardigheden van 895 laatstejaarsgeneeskundestudenten van 17 Europese universiteiten op het gebied van het voorschrijven van medicijnen. Brinkman: "De studenten hadden onvoldoende kennis over essentiële geneesmiddelen en maakten veel fouten in geneesmiddelrecepten voor veelvoorkomende ziektebeelden zoals longontsteking en hoge bloeddruk. Ze schreven regelmatig minder effectieve geneesmiddelen voor, vulden recepten onvolledig in en/of maakten fouten in de dosering."Volgens Brinkman is het onderwijs bij de meeste opleidingen in Europa nog erg traditioneel. "Kennis wordt alleen verkregen uit hoorcolleges en zelfstudie uit boeken. In ons onderzoek zagen we dat studenten die probleemgeoriënteerd klinisch farmacologie- en farmacotherapie- onderwijs hadden gevolgd (met name universiteiten in Noordwest-Europa) significant betere kennis en vaardigheden hadden dan studenten die traditioneel onderwijs hadden gevolgd (met name universiteiten in Oost- en Zuid-Europa)."In zijn toekomstperspectief stelt Brinkman dat het gebrek aan farmacotherapeutische competentie onder geneeskundestudenten waarschijnlijk een van de oorzaken is voor het grote " aantal voorschrijffouten en bijwerkingen in de klinische praktijk. Door de toenemende vergrijzing, kwetsbaarheid, multimorbiditeit en polyfarmacie van patiënten zal het voorschrijfproces bovendien alleen maar ingewikkelder worden. De beste manier om hierop in te spelen is volgens Brinkman door intensief samen te werken en kennis en materialen met elkaar te delen. Hij pleit onder andere voor de implementatie van een Europees curriculum in klinische farmacologie en farmacotherapie.Geen slecht idee, vindt prof. Thierry Christiaens, huisarts, klinisch farmacoloog en docent farmacotherapie aan UGent. Hij legt uit dat er in België geen afspraken zijn tussen de universiteiten over de voorschrijfkennis en -competenties waarover pas afgestudeerde artsen moeten beschikken. Farmacologie en -therapie worden er op andere momenten en op andere manieren onderwezen - bijvoorbeeld in een apart vak of geïntegreerd in andere vakken, theoretisch of ook praktijkgericht. "In Gent wordt er bijvoorbeeld gewerkt met tutorials en 'Objective Structured Clinical Examination' met simulatiepatiënten - spijtig genoeg vrij uniek in België", aldus prof. Christiaens. Hij stelt zich de vraag welke gevolgen deze verschillende onderwijsvormen hebben voor het voorschrijfgedrag van jonge artsen, "gezien de mobiliteit van medici in ons land, en bij uitbreiding heel Europa".De Gentse klinisch farmacoloog verwijst in dat kader naar de Prescribing Safety Assessment (PSA) in Groot- Brittannië, en de Farmacotherapie Eindtoets in Nederland, voorschrijfexamens die beide landen op nationaal niveau organiseren op het einde van het geneeskundecurriculum. Aan UGent zou er ook interesse zijn om zo'n test, weliswaar op vrijwillige basis, te organiseren, aldus prof. Christiaens. "Maar om de curricula in ons land op elkaar af te stemmen, dat is nog een brug te ver", besluit hij.