...

Bauwelinck legde de gegevens van Belgen van Italiaanse, Turkse en Marokkaanse herkomst naast die van allochtone Belgen. Een zinvolle vergelijking omdat ze allemaal rond dezelfde periode naar België migreerden. Mariska Bauwelinck gebruikte daarvoor officiële gegevens van de gezondheidsenquêtes (voor zelfmoordgedachten) en -pogingen, en de volkstelling van 2001, gelinkt aan het bevolkings- en doodsoorzakenregister (voor zelfmoordsterfte), voor personen tussen 15 en 64 jaar oud.Belgen als koploper België valt met de hoge zelfmoordcijfers binnen de weinig benijdenswaardige top 5 in Europa (14,2 zelfmoorden per 100.000 inwoners). Het is dan ook niet te verwonderen dat het onderzoek in de eerste plaats aantoont dat voor alle zelfmoordgedragingen de Belgische mannen en vrouwen het hoogste risico lopen. Personen van Marokkaanse en Turkse herkomst lopen het minste risico en mensen van Italiaanse afkomst scoren ergens tussenin. Interessant aan de studie van Mariska Bauwelinck, is de opdeling die ze voor zelfmoordsterfte maakt tussen Belgen en migranten van de eerste en de tweede generatie. Net daar zien we de grootste verschillen en de grootste evolutie. Belgische mannen en vrouwen plegen veel vaker zelfmoord dan burgers van Italiaanse, Turkse of Marokkaanse origine. Vooral bij mannen van Marokkaanse afkomst valt op hoe het aantal zelfmoorden, van de eerste op de tweede generatie, opvallend hoger is geworden. We gaan van 8,1 zelfmoorden per miljoen inwoners naar 25,7. Bij de vrouwen van Marokkaanse origine daalt dat aantal zelfs licht (van 6,2 naar 5,9 per miljoen). Bij personen van Turkse origine valt vooral het verhoogde aantal zelfmoorden tussen de eerste en de tweede generatie vrouwen op (van 3,3 per miljoen naar 9,8 per miljoen).Welke mechanismen achter dit verschil schuilen, maakt dit onderzoek niet duidelijker. "Mijn masterproef toonde enkel de verschillen en bracht ze in kaart. Verder onderzoek zal hopelijk verduidelijken welke mechanismen precies voor deze verschillen verantwoordelijk zijn. Een verschil in de manier waarop de groepen zich aanpassen aan de Belgische cultuur (acculturatie) zou een mogelijke verklaring kunnen zijn. Voorzichtigheid is echter geboden bij het verklaren van patronen zonder dat bijkomende onderzoek dit bevestigt", dixit Bauwelinck.