...

Thomas Mathieu is een rijzende naam in de wereld van de sportgeneeskunde, in Europa en ook daarbuiten. Het syndroom van Mathieu doet misschien een belletje rinkelen, een nieuw letsel dat de jonge arts vaststelde en ook zijn naam kreeg. Hij vertelt: "Het syndroom van Mathieu staat voor een scheur in het onderste ligament van de schaambeenvoeg (Arcuate Pubic Ligament of APL, n.v.d.r.), dat aanleiding geeft voor pubalgie. Iedereen kent een ligamentscheur aan het knie- en enkelgewricht, en de gevolgen daarvan. Wereldwijd was ik echter de eerste die de link tussen een scheur in de ligamenten van de schaambeenvoeg en pubalgie wist te bewijzen. Ik was de eerste die dit letsel in de literatuur beschreef. Mijn princepsartikel werd snel overgenomen in de referentietijdschriften van de VS, Canada, Australië en Azië. Twee jaar geleden ben ik een PhD opgestart rond dit topic, die ik volgend jaar zal afronden."Vandaag is dokter Mathieu, overigens nog maar anderhalf jaar afgestudeerd als arts-specialist in de fysische geneeskunde en revalidatie, hoofd van de afdeling sportgeneeskunde in het UZA. Hij is ook staflid fysische geneeskunde in UZA en AZ Rivierenland campus Rumst. Daarnaast is hij hoofd van de medische staf van professionele voetbalclub SK Beveren, consulterend arts voor meerdere recreatieve en elitesportclubs en is hij verbonden aan de Belgische voetbalbond (BFDA).Dit alles maakte van hem de geschikte kandidaat om de Belgische Economische Missie naar Australië te leiden die hoofdzakelijk focuste op sportgeneeskunde en -technologie, zo oordeelde althans de Vlaamse regering in overleg met de Belgische staat en het koningshuis."Een unieke kans", zegt dokter Mathieu, "om mijn visie op het herdefiniëren van sportgeneeskunde en op de ontwikkeling van een nieuw netwerkoverschrijdend sportgezondheidscentrum in Antwerpen nog verder te voeden." Dr. Thomas Mathieu licht toe: "Het doel van mijn 'Antwerp Sports Health'-project is om met UZA, AZ Monica en AZ Rivierenland een state-of-the-art sportmedisch centrum uit te bouwen voor zowel de recreatieve als de elitesporter. Speerpunten zijn onderzoek, de vrouwelijke atleet en spitstechnologische apparatuur. Het uitgangspunt daarbij is om netwerkoverschrijdend te werken. Het is niet realistisch dat één centrum alle expertise bezit. Het ene ziekenhuis of centrum is gespecialiseerd in pathologie x, het andere in pathologie y. Als je het neusje van de zalm uit elk specialisme wil aanbieden, moet je over netwerken heen kijken." "In dat opzicht is het essentieel om connecties aan te gaan", vervolgt de Turnhoutse arts. "Aan mij de taak om de eminenties in de verschillende sportgezondheidsdisciplines samen te brengen in één adviesraad, zoals de succesvolle Belgische orthopedisten met topposities in het buitenland Pieter D'Hooghe (CMO van het Aspetar Sports and Medicine Hospital in Doha, Qatar, n.v.d.r.) en Ernest Schilders (Fortius Clinic London, Leeds Beckett University, n.v.d.r.)." "In Australië, waar zeer veel goede sportgeneeskundige centra en heel wat knowhow aanwezig is, hadden we echter nog geen voet aan de grond. Deze missie was de gelegenheid bij uitstek om nieuwe netwerken aan te leggen." Niet alleen voor Antwerpen weliswaar, maar voor heel België. Onder het voorzitterschap van prinses Astrid en vergezeld door ministers van de verschillende deelstaten trad dr. Mathieu er op als ambassadeur voor de sportgeneeskunde in ons land.Thomas Mathieu: "In Sydney en Melbourne bezochten we universiteiten die de richting sporttechnologie aanbieden, iets dat in ons land en bij uitbreiding in Europa niet bestaat. We gingen ook langs bij de afdelingen sportgeneeskunde van universitaire ziekenhuizen, de voetbalbond van Australië... Telkens spraken we er met de leidinggevende figuren." Last but not least deed de missie het Australian Institute of Sport (AIS) aan. "Dat is hét topsportcentrum ter wereld", legt dr. Mathieu uit. "Om een idee te geven: als we naar recente Olympische Spelen kijken, dan is Australië het land met het minste aantal inwoners in verhouding tot het aantal behaalde Olympische medailles. Die atleten worden in het AIS getraind en begeleid." "Tijdens mijn bezoek aan het AIS kreeg ik de vraag om als referentiearts in Europa te fungeren", zegt dr. Mathieu trots. "Concreet betekent dit dat het AIS (olympische) sporters wanneer zij zich blesseren tijdens Europese sportevenementen naar mij zal sturen voor medische oppuntstelling." Dokter Mathieu kan terugkijken op nog andere verwezenlijkingen, zoals samenwerkingsverbanden met verschillende universiteiten met mogelijkheid tot uitwisselingsverbanden voor studenten fysiotherapie. "Daarnaast vroeg Steve Wren, de algemeen directeur van Pelligra, een grote holding met enkele vooruitstrevende medische centra in Australië, Midden-Oosten en Europa, me als adviseur voor zijn sportgeneeskunde- en revalidatiecentra. In hun adviesraad zetelen is een gamechanger voor internationale connecties." Dokter Thomas Mathieu: "Het grootste succes van de missie is allicht dat we meer visibiliteit creëerden bij politiek en stakeholders voor sportgeneeskunde in ons land. De prinses, ministers en andere aanwezigen trokken grote ogen van het niveau waarop we in België staan." "Dat komt omdat artsen doorgaans slecht zijn in zichzelf te verkopen", denkt de Antwerpse arts. "We komen niet genoeg voor ons werk uit. Dat heeft onder meer tot gevolg dat we als artsen, wanneer er politieke beslissingen worden genomen, soms wat in de vergeethoek worden geduwd. Denk maar aan het afnemen van bevoegdheden of nomenclatuur van huisartsen en specialisten; of het afnemen van supplementen van bepaalde disciplines." "Tijdens de missie heb ik dan ook geprobeerd om de aanwezige partijen inzicht te geven in de Belgische knowhow op sportgeneeskundig vlak. Tegelijkertijd heb ik getracht hen de ogen te openen voor de investeringen die nodig zijn." Zijn aanwezigheid bij de koninklijke missie naar Australië, en recent ook de ontdekking van zijn eigen syndroom, leverden dr. Mathieu de laatste tijd heel wat aandacht op in de algemene pers. Zijn ervaringen delen in Artsenkrant, heeft een extra betekenis, zegt hij. "Ik wil een jong rolmodel zijn voor de arts-specialisten in de fysische geneeskunde, en bij uitbreiding alle aso's." Boodschap nummer één: "Success doesn't happen overnight", zegt de Antwerpse arts. "Om te staan waar ik nu sta, heb ik hard gewerkt - iets wat ik altijd gezien heb bij mijn ouders, die beiden huisarts-sportarts zijn." Dokter Mathieu benadrukt het belang van voldoende caseload om als arts de beste zorg te kunnen bieden. "Dat gaat mijns inziens moeilijk als je deeltijds werkt." Daarnaast wil dokter Mathieu jonge, gepassioneerde collega's op het hart drukken om te geloven in de impact die wetenschappelijke publicaties kunnen hebben op je carrière, en op de volledige geneeskunde. "Zelfs al begin je met een eenvoudig case report, zo ben ik ook begonnen." "En schrijf in het Engels", zo voegt hij eraan toe. "Denk meteen internationaal!" Kanttekening: om als arts in opleiding of jonge arts wetenschappelijk onderzoek te kunnen voeren, moet de structurele omkadering er weliswaar zijn. "In sommige specialismes moeten aso's assisteren tegen de sterren op. Dat maakt dat er weinig ruimte over blijft voor wetenschappelijk onderzoek", erkent dr. Mathieu. "Toen ik nog in opleiding was, sloot ik me elke zondag steevast van de buitenwereld af om mijn wetenschappelijke studies te schrijven. Veel aso's krijgen daar de kans niet voor. Daar moet beter op toegezien worden", besluit dr. Mathieu. "Maar", zo zegt hij in eenzelfde adem, "dan moeten er ook wel resultaten tegenover staan, bijvoorbeeld één publicatie per jaar." "Van bij de start van je carrière succesvol zijn is een aantrekkelijke gedachte, maar eerst moet je investeren - een mentaliteit die ik soms mis bij de jonge generatie. De dankbaarheid van patiënten, de erkenning van collega's, de kans om mee te gaan op economische missie... maakt al het harde werk wat mij betreft de moeite waard."