...

"Het is tijd dat we de gedachten van oneindig redden en oneindig leven verbannen. Palliatieve zorg helpt ons deze periode, in het aanschijn van de dood, zonder onnodige pijn comfortabel en menselijk door te brengen."De voorbije jaren hebben we meermaals gelegenheid gehad om pennenvruchten van de Kortrijkse uroloog en wereldreiziger ter hand te mogen nemen. Ze waren steevast gekenmerkt door verwondering, leergierigheid en een grote eruditie. Maar tegelijkertijd merkt de auteur in de epiloog op - en we citeren - "dat ik sinds een jaar of tien er mij scherper van bewust ben dat tijdgenoten van het toneel verdwijnen. Mijn generatie is afscheid aan het nemen." Dit gezegd zijnde, "meerdere mensen hebben mij al gevraagd of dit mijn testament is. Nee, zolang het mij goed gaat, doe ik voort. Ik ben met nog twee projecten bezig", aldus nog Johan Mattelaer. "Ik was onlangs op de viering van 30 jaar palliatieve zorg in Kortrijk. Dat illustreert hoezeer stervensbegeleiding een relatief jong fenomeen is. Als arts heb ik zelf ervaren, toen men eertijds de vraag stelde als patiënten dodelijk ziek waren en men wenste thuis te sterven, hoe huisartsen in paniek waren. Dat is gelukkig intussen gewijzigd: die zorg is meer structureel uitgebouwd. Maar de palliatieve centra in Vlaanderen worden nog steeds gedragen door heel veel vrijwilligers, en met dit boek wil ik aan hen een eerbetoon brengen", stelt de auteur.Hij noemt palliatieve zorg in een haiku "het verzachtend orgelpunt der levensmuziek". Toch is aandacht voor stervensbegeleiding, inclusief het gevoelsleven van de patiënt en ook de familie, een relatief jong fenomeen in onze Westerse samenleving. Het heeft zich pas vanaf de late jaren 1960 ontwikkeld. Ooit was het anders: "In de Middeleeuwen kwamen vermoeide, zieke en gewonde pelgrims terecht in hospitalen. Ze werden er verzorgd en vaak begeleid naar de dood. Dat waren palliatieve instellingen avant la lettre".Het kan ook anders, heeft dokter Mattelaer ervaren. "Ik heb het voorrecht gehad om heel veel te reizen en kennis te maken met andere culturen. Daarbij is me als arts en reiziger opgevallen hoezeer men elders de dood veel meer en nauwer bij het dagelijkse leven betrekt. De dood wordt niet verbannen, men praat, zingt en drinkt ter ere van en met de doden. Het is vaak een vreugdevol gebeuren." Denk daarbij aan de dodenfeesten in Bali of de Dia de los muertos in Mexico en bij uitbreiding Zuid-Amerika. "Een crematie meemaken in India, merken hoe een lichaam door de brandstapel verteerd wordt, dat treft je. Of ervaren hoe Filipino's samen het verlies van een familielid of buur verwerken en menen dat de doden verder leven, dan merk je echt wel hoe anders men elders omgaat met de dood.""Als ik nu terugkijk, was ik misschien onrechtstreeks altijd wel gefocust op fenomenen als sterven, begrafenissen, dodenmonumenten. Ik heb daarover eertijds lange gesprekken gevoerd in India. Maar 30 jaar geleden had ik zeker nog niet de maturiteit om dit boek te schrijven."En toch wil Mattelaer met Leven en dood geen angst inboezemen of schrik aanjagen. "Ik heb vooral willen aantonen dat de dood geen individueel, maar net een sociaal gebeuren is in heel veel culturen. Leven en dood wil de belevenissen en ervaringen met en rond de dood, die ikzelf op zoveel plaatsen heb mogen meemaken en ervaren, delen. Maar alhoewel het boek een vrij encyclopedisch karakter heeft, is het ook onvolledig. En ik wilde evenzeer via literaire citaten en het hoofdstuk over muziek aangeven hoe artistieke uitingen bij het heengaan van een naaste kunnen optreden als een expressie van verdriet of grote troost." Tot slot nog dit: "Mijn kleinkinderen betonen meer interesse in dit thema dan in andere boeken die ik geschreven heb. Misschien komt dat net omdat er zo weinig gepraat wordt over de dood in onze cultuur. Ook dat is mijn stille hoop: dat ik mensen iets dichter bij het onderwerp kan brengen."