...

Tenminste, zo wil het minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit). Op voorwaarde dat de federale regering ermee instemt, kan het een einde maken aan 25 jaar communautair gekibbel over artsenquota. Artsenkrant keek de interkabinettennota in die de federale ministerraad in juli 2021 goedkeurde. Dat laatste impliceert wel niet dat iedereen op dezelfde golflengte zit. De tekst stipt ook aan dat "deze situatie maximaal moet worden vermeden door een goed georganiseerd ingangsexamen". Aangezien er nog steeds geen Franstalige numerus fixus is, zou het federale systeem nu wel in werking treden. Hoe zit de vork in de steel? In eerste instantie krijgen studenten die slagen voor het ingangsexamen van de FOD Volksgezondheid een genummerd en gepersonaliseerd contingenteringsattest. Dat attest geeft hen zes jaar later, na de opleiding tot basisarts, een toegangsticket tot de beroepsopleiding huisarts of specialist. Die federale selectie geldt voor het eerst voor de quota 2028. De quota vormen de basis voor het aantal afgeleverde attesten rekening houdende met de 'uitval' tijdens de basisopleiding. Over de methode om die uitval te berekenen, bestaat echter geen consensus. Zijn er meer kandidaten dan attesten dan moet 'elke kandidaat aantonen dat hij/zij bij de besten geklasseerd is'. Of de gemeenschap waartoe hij/zij behoort, maakt dat rechtstreeks/globaal over aan de federale administratie. Starten er toch meer studenten aan de opleiding dan het quotum zes jaar later voorziet, dan treedt het responsabiliseringsmechanisme in werking. Bij Koninklijk Besluit vermindert dan het federale quotum van het daaropvolgende jaar (zes plus één dus) met het overschreden aantal studenten met attest. Aan te stippen valt dat wie geen attest heeft, wel geneeskundestudies kan voltooien maar na de basisopleiding enkel verder kan in specialisaties die buiten de quota vallen (arbeidsgeneeskunde, forensische geneeskunde...). Duidelijk is ook dat enkel wie een contingenteringsattest heeft nog effectief in aanmerking komt voor een Riziv-nummer en dus toegang krijgt tot de klinische praktijk.