"Iedereen wint bij een verlaging van de conventiegraad, niemand verliest. Dit is zeer pragmatisch. Het budget voor tand- en mondzorg is sinds 2019 met een half miljard (50%) gestegen. Dat consolideren we nu. Want binnen de regering gingen er al stemmen op om daarop te besparen omdat er toch geen akkoord was."
...
Minister van sociale zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) verdedigt in een gesprek met Artsenkrant de verlaging van de conventiegraad van 60 naar 55% bij de tandartsen. Zo kan de overeenkomst 2024-2025, waartoe slechts 56,97% van de tandartsen toetraden, toch in werking treden.Vandenbroucke wijst erop dat de overheid veel heeft geïnvesteerd in tand- en mondzorg en dat nog altijd doet. "Bovenop de normale evolutie gaat het voor de begroting 2024 over circa 140 miljoen. Alles samen is er vergeleken met 2019 in 2024 een half miljard bijgekomen.""Dat is een verhoging van het budget met 50%. Dat gaat voor een zeer groot deel naar een betere vergoeding voor de tandartsen. Voor een stuk gaat het ook naar de patiënten. Maar in zeer belangrijke mate naar de tandartsen," benadrukt Frank Vandenbroucke.Die verhogingen vallen zonder conventie weg. Minister Vandenbroucke: "In de regering kreeg ik links en rechts de suggestie: ha, geen conventie. We kunnen daarop besparen want het onderliggende budget hoeft niet te worden uitgegeven. Ik heb onmiddellijk gezegd dat je de patiënten voor wie er verbeteringen zijn en de tandartsen die willen conventioneren nu niet kan straffen." "We zijn 2,5 maand na het tot stand komen van het akkoord en nu stellen we vast dat we niet aan 60% komen. Ik wilde de tandartsen die zich willen conventioneren en de patiënten beschermen." Technisch gesproken zal de Vooruit-excellentie bij Koninklijk Besluit een verbeterde berekeningsbasis van de terugbetalingen vastleggen zodat het budget beveiligd is. "Zo kan niemand op het idee komen om daarop te besparen", herhaalt hij. En bij wet wordt de conventiegraad van 60 naar 55% verlaagd. "Iedereen wint, niemand verliest," benadrukt de minister nogmaals. "Wie zich niet wil conventioneren, is niet geconventioneerd. Wie zich wel wilde conventioneren komt in een omgeving terecht waarbij die conventie er inderdaad is. Het arrondissementele systeem met een drempel blijft ongewijzigd." Vandenbroucke noemt het een zeer pragmatische ingreep die niemand beschadigt. "En vanuit mijn standpunt consolideer je wat je daar budgettair insteekt. Drie maand geleden was het bespreekbaar geweest om het geld maar uit te geven als er een conventie is. Nu kan je dat niet meer zeggen", aldus de minister. Meer in het algemeen is Vandenbroucke van oordeel dat het akkoorden- en conventiesysteem aan herziening toe is."Ik had over de nood om het hele systeem eens kritisch tegen het licht te houden een goed gesprek met de tandartsen. Dat werkt niet meer goed, we gaan nog problemen krijgen. Dat geldt overigens voor alle sectoren, ook voor de artsen. Al was ik daarover wel tevreden, bij de artsen is het redelijk stabiel. Maar ook bij de kinesitherapeuten is er een neerwaartse tendens. We maakten hierover een afspraak met het Riziv. Dat is nodig, we flirten voortdurend met de grens. Ik denk dat we in een volgende regeerperiode een hervorming echt moeten herbekijken", besluit Frank Vandenbroucke.