...

Dat zei Pierre Gillet, voorzitter van de raad van bestuur van het KCE op het symposium 'wetenschappelijk advies in een veranderende zorgsector'. Het Kenniscentrum organiseerde dit event op 30 november naar aanleiding van haar twintigste verjaardag. In het panelgesprek verwees professor Dirk Ramaekers, huidig voorzitter van de FOD Volksgezondheid en in 2003 medeoprichter/ eerste directeur van het KCE naar minister Vandenbroucke. In zijn toespraak had hij het KCE gevraagd om met adviezen sneller op de bal te spelen. "Tijdens de covidpandemie was dat bijvoorbeeld ook het geval," aldus Ramaekers. "Meestal verliep dat goed. Met het KCE is er een 'wetenschappelijke ruggengraat' geïnstitutionaliseerd. Tegelijk neemt de tijdsdruk toe. Vraag is inderdaad hoe sneller kan ingespeeld worden op crisissen. Hoe snel kan de afweer tegen een pandemie georganiseerd worden bijvoorbeeld. Hiervoor moeten procedures ontwikkeld worden en 'pandemic intelligence', knappe koppen, samengebracht."KCE-voorzitter Pierre Gillet benadrukte wel dat actuele ad hoc-vragen en de snelle antwoorden die hierop geformuleerd worden de druk op het KCE en de onderzoekers doen toenemen. "Die vragen komen tussen het vaste jaarprogramma gefietst. We moeten dus neen durven zeggen als we tegen de limieten van wat (wetenschappelijk) mogelijk is aanbotsen," aldus Gillet.Dokter Marleen Finoulst, hoofdredacteur van Gezondheid en Wetenschap vertegenwoordigde de patiënten in dit panel. Zij vond de KCE-adviezen in het algemeen degelijk en wetenschappelijk onderbouwd. "Maar soms wordt het Kenniscentrum in snelheid gepakt," voegde ze eraan toe. "Concreet was dat het geval met het advies uit 2021 over long covid, het post-covidsyndroom. Dat was haastwerk en het laat zich voelen. Wetenschappelijk is dit niet geweldig. Jaren na de pandemie blijkt er toch een overlap te zijn met andere aandoeningen zoals bijvoorbeeld fibromyalgie."