...

Er is veel kritiek op een voorstel van de Europese commissie om de basisopleiding voor artsen te verkorten van zes naar vijf jaar.Als het van de Europese commissie afhangt, wordt de minimumduur voor de basisopleiding geneeskunde mogelijk teruggebracht op vijf jaar. Een voorstel dat in die richting gaat, ontlokt kritiek in België en Nederland. De huidige Europese richtlijn 93/16 legt de minimumduur voor de basisopleiding tot arts vast op zes jaar of 5.500 uur. België, dat een zevenjarige basisopleiding had, schikte zich recent naar die richtlijn door de opleiding met een jaar in te korten. Binnen de EU zijn er nu plannen om de richtlijn bij te sturen. De commissie verwijst onder meer naar Groot-Brittannië en Zweden die nu al een kortere basisartsenopleiding hebben, van respectievelijk vijf en vijfenhalf jaar. Bvas-voorzitter Marc Moens is ronduit tegen het voornemen van de EU: "Het is absoluut contradictorisch dat enerzijds de geneeskundige kennis alsmaar uitbreidt en dat anderzijds de studieduur nogmaals met één jaar verminderd zou worden." In Nederland wordt het voorstel negatief onthaald door de KNMG. De grootste Nederlandse artsenvereniging zegt dat het EU-voorstel zal leiden tot een verkorte opleiding onder besparingsdruk. De kwaliteit van de opleiding en bijgevolg ook de kwaliteit van de geneeskundige zorg zullen daardoor in het gedrang komen. De Nederlandse minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Edith Schippers, sluit zich aan bij de kritiek. Ze stuurde een protestbrief naar de Europese commissie. Volgens Schippers is het totaal aantal opleidingsuren wel belangrijker dan het aantal studiejaren dat de opleiding in beslag neemt.