Een overgangsritueel, het achterlaten van wat slecht is gegaan en het gevoel een nieuwe kans te krijgen. Ook bij mij in de praktijk was er een overgangsritueel. Voor de eerste keer zwaaide een haio af om op de voet gevolgd te worden door een nieuwe jonge arts. De ene verliet de praktijk met een boekentas vol praktische ervaring, klaar om zelfstandig te starten, de andere kwam binnen met een rugzak vol kennis, benieuwd naar wat komen zou.

Niet mondiger geworden

En toch, dit jaar knaagt er wat aan mijn eeuwig optimistisch 1 september-gevoel. Ik lees dat de helft van de spoedartsen overweegt te stoppen en 1/6 al actief op zoek is naar ander werk. Ik lees dat ziekenhuisartsen zich meer en meer fabrieksarbeiders voelen in een mallemolen naar ziekenhuisaccreditatie. Een masterthesis wees uit dat quasi 1/3 van alle huisartsen-in-opleiding risico lopen op burn-out en 8% ziek is voor hun carrière eigenlijk nog moet beginnen. De anesthesisten zijn boos omdat meer forfaitarisering in de laagvariabele zorgkwaliteit (en inkomen) zal kosten. Langer dan een maand teruggaan in de medische pers hoeft niet om bovenstaande gefundeerd te lezen.

Zijn patiënten algemeen mondiger geworden, zorgverstrekkers zijn dat niet, wel integendeel

Zijn patiënten algemeen mondiger geworden, zorgverstrekkers zijn dat niet, wel integendeel. Waar patiënten afspraken buiten hun werkuren eisen en zich snel als ontevreden klanten gedragen, wachtposten en spoeddiensten gebruikt worden als een soort nacht- en weekendwinkel, doen wij als artsen dag op dag, soms 7/7 en 24/24 ons best 'het er toch nog bij te nemen'. Laatst las ik een bijdrage van een collega wiens volledig overboekte agenda uiteindelijk uitmondde in de helft niet-opgedaagde patiënten.

Balans is doorgeslagen

Als mijn vrouw dit zou lezen zou ze allicht zeggen dat ik moest stoppen met klagen en blij moet zijn met een mooi beroep (en roeping!) als dat van arts. En uiteraard heeft ze gelijk. Het blijft prachtig door kennis en kunde de zieke gezond te maken of ervoor te zorgen dat de gezonde niet ziek wordt, of het nu door woorden is, door een pilletje of door een ingreep. Maar de balans is de laatste jaren doorgeslagen. Zorg voor de patiënt mag niet ten koste gaan van zelfzorg van de arts. Beleidsmakers staan vooral stil bij de gegarandeerde vrijheden van hun kiespubliek en verliezen zich in complexe structuren waar de doorsnee arts nooit om heeft gevraagd. Het enige wat die wil, is een klein beetje respect. Minder papier, minder opgedrongen structuur, meer tijd voor de patiënt en voor zichzelf. Een nieuwe start?

Een overgangsritueel, het achterlaten van wat slecht is gegaan en het gevoel een nieuwe kans te krijgen. Ook bij mij in de praktijk was er een overgangsritueel. Voor de eerste keer zwaaide een haio af om op de voet gevolgd te worden door een nieuwe jonge arts. De ene verliet de praktijk met een boekentas vol praktische ervaring, klaar om zelfstandig te starten, de andere kwam binnen met een rugzak vol kennis, benieuwd naar wat komen zou.Niet mondiger gewordenEn toch, dit jaar knaagt er wat aan mijn eeuwig optimistisch 1 september-gevoel. Ik lees dat de helft van de spoedartsen overweegt te stoppen en 1/6 al actief op zoek is naar ander werk. Ik lees dat ziekenhuisartsen zich meer en meer fabrieksarbeiders voelen in een mallemolen naar ziekenhuisaccreditatie. Een masterthesis wees uit dat quasi 1/3 van alle huisartsen-in-opleiding risico lopen op burn-out en 8% ziek is voor hun carrière eigenlijk nog moet beginnen. De anesthesisten zijn boos omdat meer forfaitarisering in de laagvariabele zorgkwaliteit (en inkomen) zal kosten. Langer dan een maand teruggaan in de medische pers hoeft niet om bovenstaande gefundeerd te lezen.Zijn patiënten algemeen mondiger geworden, zorgverstrekkers zijn dat niet, wel integendeel. Waar patiënten afspraken buiten hun werkuren eisen en zich snel als ontevreden klanten gedragen, wachtposten en spoeddiensten gebruikt worden als een soort nacht- en weekendwinkel, doen wij als artsen dag op dag, soms 7/7 en 24/24 ons best 'het er toch nog bij te nemen'. Laatst las ik een bijdrage van een collega wiens volledig overboekte agenda uiteindelijk uitmondde in de helft niet-opgedaagde patiënten. Balans is doorgeslagenAls mijn vrouw dit zou lezen zou ze allicht zeggen dat ik moest stoppen met klagen en blij moet zijn met een mooi beroep (en roeping!) als dat van arts. En uiteraard heeft ze gelijk. Het blijft prachtig door kennis en kunde de zieke gezond te maken of ervoor te zorgen dat de gezonde niet ziek wordt, of het nu door woorden is, door een pilletje of door een ingreep. Maar de balans is de laatste jaren doorgeslagen. Zorg voor de patiënt mag niet ten koste gaan van zelfzorg van de arts. Beleidsmakers staan vooral stil bij de gegarandeerde vrijheden van hun kiespubliek en verliezen zich in complexe structuren waar de doorsnee arts nooit om heeft gevraagd. Het enige wat die wil, is een klein beetje respect. Minder papier, minder opgedrongen structuur, meer tijd voor de patiënt en voor zichzelf. Een nieuwe start?