Een soort van stagedive zonder stage doet me op het midden van het kruispunt belanden. Niks ergs, geen bewustzijnsverlies, de helm nog steeds op het hoofd, op het eerste gezicht geen breuken of barsten (ik spreek over het lijf, niet over de fiets). Ik zit hoogstens enkele minuten wat verdwaasd rond te kijken.

Ik sta amper recht wanneer ik een hand op mijn schouder voel. Het is mijn huisarts die wat verder in de straat woont en even komt kijken omdat hij wat tumult had gehoord. De seconden nadien word ik door zijn vakkundige ogen uitgebreid gescreend en professioneel 'betast'. "Kom straks nog maar eens langs, dan bekijken we het allemaal nog wat grondiger", is zijn advies. Nou, denk ik, die schrammen en haematomen verdwijnen zo ook wel weer.

Even later komt de politie de nodige vaststellingen doen. Nadat ik de laatste honderden meters te voet heb afgelegd - na alle administratieve taken - en het teveel aan adrenaline uit mijn lijf is verdwenen, begin ik toch wat last te krijgen van ribben en heup. Op naar de huisarts.

Een uitgebreidere versie van de screening die ik een uur of twee vroeger, op het kruispunt, had ondergaan herhaalt zich. Op basis van mijn verhaal word ik zorgvuldig nagekeken. Met beroepsernst en vakbekwaamheid maar zonder technische hulpmiddelen. Terwijl ik op de onderzoekstafel lig, moet ik denken aan een oude prof neurologie die jonge assistenten steevast de vraag stelde hoe ze een carotisocclusie konden vaststellen zonder beeldvorming. Gezond verstand, klinische blik en hooguit een stethoscoop.

Soit, ik verlaat de praktijk met een attest voor de verzekeraar, pijnstillers en de raad het de eerste dagen wat rustig aan te doen. Het concert in de Ziggo dome bijwonen? Dat zouden we zondag herbekijken. Werkverlet was niet nodig, JCI plande de week nadien immers zijn driejaarlijks bezoek aan het ziekenhuis en dat feest wil ik niet missen. Vooral het lachen is pijnlijk, maar dat is doorgaans geen activiteit die je gedurende die week vaak beoefent.

Ik ben blij dat ik mijn huisarts een heel klein beetje heb teruggebracht naar de essentie van zijn beroep

Enkele dagen later krijg ik van de verzekeraar een nieuw attest. Wat mijn huisarts had meegegeven voldeed niet, een ander type formulier diende te worden ingevuld. Met lichte tegenzin draaide de man wat mee in de administratieve molen. Hij loopt stilaan tegen de leeftijd van 60 aan, ik had even het gevoel dat hij tot het besef was gekomen dat hij die oorlog niet kon winnen.

Enkele weken later brengt Bpost opnieuw een pakje formulieren, negen exemplaren ditmaal. Recto verso. Opnieuw gedeeltelijk in te vullen door de huisarts, opnieuw dezelfde soort gegevens maar dan weer net een tikkeltje anders.

Een banaal ongeval, geen werkverlet, geen majeure verwondingen, hoogstens een doos pijnstillers. Op welk tempo draait die administratieve molen bij een ongeval met (ernstig) letsel, vraag ik me af.

Hoeveel tijd kruipt in zo'n administratieve ballast die patiënt en huisarts tot speelbal maakt in het spel tussen verzekeraars? Ik heb alle formulieren weggegooid. Dit wou ik de man niet aandoen, ook al blijkt er een nomenclatuurnummer voor te bestaan, goed voor 4 euro. Ik betaal die pijnstillers wel zelf.

Elf weken (11!) na het ongeval kreeg ik telefoon van een expertisekantoor. Er is 600 euro schade aan de fiets en dat lijkt de verzekeraar toch wat veel. Men is verbouwereerd dat ik de meest essentiële herstellingen toch al liet uitvoeren. Dinsdag rond de middag wil men graag de fiets komen bekijken. Of het voor de werkdag kan? Nee! Of het dan misschien na de werkdag kan? Nee! Of men de fiets in het ziekenhuis kan komen bekijken, slechts enkele kilometers verder? Nee! Of de verzekeraar dan ook mijn werkverlet zal vergoeden? Dat weet men niet, maar ik kan het altijd proberen. Ik voel dat discussiëren geen zin heeft en gooi als laatste poging de term secundaire victimisatie in de strijd.

Finaal besluit men niet de fiets te bekijken maar genoegen te nemen met de wisselstukken die reeds vervangen zijn. Wellicht krijgt de expert op die manier ook zijn deel van de koek. Pure kafka.

Ik ben niet tevreden over de afhandeling door de verzekeraar, over hoe je als patiënt, arts, maar ook fietshandelaar meegesleurd wordt in een mallemolen. Een administratieve belasting die wellicht de kostprijs voor de herstelling aan de fiets al lang overstijgt en bovendien zorgt voor frustratie bij elk partij.

Ik ben wel tevreden met de gedachte dat ik, door het weggooien van de extra formulieren, mijn huisarts een heel klein beetje heb teruggebracht naar de essentie van zijn beroep.

En dat concert van die oude rocker in Amsterdam was prachtig!

Een soort van stagedive zonder stage doet me op het midden van het kruispunt belanden. Niks ergs, geen bewustzijnsverlies, de helm nog steeds op het hoofd, op het eerste gezicht geen breuken of barsten (ik spreek over het lijf, niet over de fiets). Ik zit hoogstens enkele minuten wat verdwaasd rond te kijken. Ik sta amper recht wanneer ik een hand op mijn schouder voel. Het is mijn huisarts die wat verder in de straat woont en even komt kijken omdat hij wat tumult had gehoord. De seconden nadien word ik door zijn vakkundige ogen uitgebreid gescreend en professioneel 'betast'. "Kom straks nog maar eens langs, dan bekijken we het allemaal nog wat grondiger", is zijn advies. Nou, denk ik, die schrammen en haematomen verdwijnen zo ook wel weer.Even later komt de politie de nodige vaststellingen doen. Nadat ik de laatste honderden meters te voet heb afgelegd - na alle administratieve taken - en het teveel aan adrenaline uit mijn lijf is verdwenen, begin ik toch wat last te krijgen van ribben en heup. Op naar de huisarts.Een uitgebreidere versie van de screening die ik een uur of twee vroeger, op het kruispunt, had ondergaan herhaalt zich. Op basis van mijn verhaal word ik zorgvuldig nagekeken. Met beroepsernst en vakbekwaamheid maar zonder technische hulpmiddelen. Terwijl ik op de onderzoekstafel lig, moet ik denken aan een oude prof neurologie die jonge assistenten steevast de vraag stelde hoe ze een carotisocclusie konden vaststellen zonder beeldvorming. Gezond verstand, klinische blik en hooguit een stethoscoop. Soit, ik verlaat de praktijk met een attest voor de verzekeraar, pijnstillers en de raad het de eerste dagen wat rustig aan te doen. Het concert in de Ziggo dome bijwonen? Dat zouden we zondag herbekijken. Werkverlet was niet nodig, JCI plande de week nadien immers zijn driejaarlijks bezoek aan het ziekenhuis en dat feest wil ik niet missen. Vooral het lachen is pijnlijk, maar dat is doorgaans geen activiteit die je gedurende die week vaak beoefent.Enkele dagen later krijg ik van de verzekeraar een nieuw attest. Wat mijn huisarts had meegegeven voldeed niet, een ander type formulier diende te worden ingevuld. Met lichte tegenzin draaide de man wat mee in de administratieve molen. Hij loopt stilaan tegen de leeftijd van 60 aan, ik had even het gevoel dat hij tot het besef was gekomen dat hij die oorlog niet kon winnen. Enkele weken later brengt Bpost opnieuw een pakje formulieren, negen exemplaren ditmaal. Recto verso. Opnieuw gedeeltelijk in te vullen door de huisarts, opnieuw dezelfde soort gegevens maar dan weer net een tikkeltje anders. Een banaal ongeval, geen werkverlet, geen majeure verwondingen, hoogstens een doos pijnstillers. Op welk tempo draait die administratieve molen bij een ongeval met (ernstig) letsel, vraag ik me af. Hoeveel tijd kruipt in zo'n administratieve ballast die patiënt en huisarts tot speelbal maakt in het spel tussen verzekeraars? Ik heb alle formulieren weggegooid. Dit wou ik de man niet aandoen, ook al blijkt er een nomenclatuurnummer voor te bestaan, goed voor 4 euro. Ik betaal die pijnstillers wel zelf.Elf weken (11!) na het ongeval kreeg ik telefoon van een expertisekantoor. Er is 600 euro schade aan de fiets en dat lijkt de verzekeraar toch wat veel. Men is verbouwereerd dat ik de meest essentiële herstellingen toch al liet uitvoeren. Dinsdag rond de middag wil men graag de fiets komen bekijken. Of het voor de werkdag kan? Nee! Of het dan misschien na de werkdag kan? Nee! Of men de fiets in het ziekenhuis kan komen bekijken, slechts enkele kilometers verder? Nee! Of de verzekeraar dan ook mijn werkverlet zal vergoeden? Dat weet men niet, maar ik kan het altijd proberen. Ik voel dat discussiëren geen zin heeft en gooi als laatste poging de term secundaire victimisatie in de strijd.Finaal besluit men niet de fiets te bekijken maar genoegen te nemen met de wisselstukken die reeds vervangen zijn. Wellicht krijgt de expert op die manier ook zijn deel van de koek. Pure kafka.Ik ben niet tevreden over de afhandeling door de verzekeraar, over hoe je als patiënt, arts, maar ook fietshandelaar meegesleurd wordt in een mallemolen. Een administratieve belasting die wellicht de kostprijs voor de herstelling aan de fiets al lang overstijgt en bovendien zorgt voor frustratie bij elk partij. Ik ben wel tevreden met de gedachte dat ik, door het weggooien van de extra formulieren, mijn huisarts een heel klein beetje heb teruggebracht naar de essentie van zijn beroep. En dat concert van die oude rocker in Amsterdam was prachtig!