De huidige hoofdredacteur van Artsenkrant rijdt vooralsnog een parcours zonder veel tegenwind. Het zou kunnen dat niemand tegen hem in durft te gaan. De bevestiging hiervan volgt als u deze columnist niet meer ziet in dit blad. Een alternatief is dat hij bijzonder wijs is en sterke polemiek wil mijden. De laatste weken zou je dat kunnen betwijfelen met insinuaties als artsenopstand en einde overlegmodel.

Naar mijn mening zoekt hij vooral een evenwicht tussen integere journalistiek en tegelijkertijd stimuleren van het publiek debat. Dat is in de medische sector vooralsnog erg schraal. Corporatisme zit daar voor iets tussen. Een aberrante mening leidt snel tot de sneer nestbevuiler. Het is ook een kleine vijver waarin de hoofdredacteur telkens moet vissen. En de grote syndicale disputen van weleer zijn niet meer.

In een tijdperk waarin diverse vrijheden onder druk staan, is een debat zoals dat tussen Guy en Louis - beiden sterk geëngageerd - een zalige rijkheid. Maar waar zitten de andere zalmen? Louis roept terecht op om als artsen sneller te reageren. Een persbericht is middeleeuws, gooi het stante pede op Twitter.

De hoofdredacteur legt wel een teer punt bloot: het toenemend structureel deficit in het overlegmodel. Federaal is dat sterk gebetonneerd, maar wordt handig gebruik gemaakt van het Brusselse mobiliteitsinfarct om dat te omzeilen. Alleen pensioengerechtigden of beroepsvergaderaars kunnen aanschuiven tussen negen en vier. De jongere cybergeneratie artsen begrijpt niet waarom ze voor een eenvoudig overleg een halve dag tijd moeten verliezen en zich in de Brusselse stikstofdioxide storten. In Vlaanderen - wat we zelf doen, doen we beter - blijft het wachten op een formeel representatief overlegmodel met artsen.

Zou het geen goed idee zijn om in analogie met Canada en sommige Scandinavische landen relatief snel een draft report publiek open te stellen voor commentaren?

Ultiem gaat het over postjes in een overlegmodel. Zo werkt het. In contrast met de postjes bij Publifin of Samusocial krijg je voor die bij het Riziv of FOD maar een habbekrats. Wat nu in de pers komt, verbaast niet voor diegenen die de PS-hegemonie van nabij mochten meemaken. Uit dossiers als onder meer hadrontherapie en het fameuze kankerplan weten we al langer wie er bepaalt en wie uiteindelijk betaalt. Voor het Riziv is de doorlichting bij Samusocial wellicht goed nieuws en kan er bespaard worden op de subsidies met die vrijgekomen zitpenningen.

Nu ga ik tweets lezen. En daarna volgen nog enkele bezorgde mails van pediaters en gynaecologen. Maggie wil programmatie meer evidence-based maken. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. Maar zou het geen goed idee zijn om in analogie met Canada en sommige Scandinavische landen relatief snel een draft report publiek open te stellen voor commentaren? Misschien dat dat ook voor burgemeesters makkelijker is dan al dat gebel naar de kabinetten. Het is maar een gedacht. De hoofdredacteur droomt vermoedelijk al van een vast katern met de auteurs van al die commentaren. Eindelijk een open debat cultuur! Dan krijgt Verhofstadt toch nog een beetje zijn goesting.

De huidige hoofdredacteur van Artsenkrant rijdt vooralsnog een parcours zonder veel tegenwind. Het zou kunnen dat niemand tegen hem in durft te gaan. De bevestiging hiervan volgt als u deze columnist niet meer ziet in dit blad. Een alternatief is dat hij bijzonder wijs is en sterke polemiek wil mijden. De laatste weken zou je dat kunnen betwijfelen met insinuaties als artsenopstand en einde overlegmodel.Naar mijn mening zoekt hij vooral een evenwicht tussen integere journalistiek en tegelijkertijd stimuleren van het publiek debat. Dat is in de medische sector vooralsnog erg schraal. Corporatisme zit daar voor iets tussen. Een aberrante mening leidt snel tot de sneer nestbevuiler. Het is ook een kleine vijver waarin de hoofdredacteur telkens moet vissen. En de grote syndicale disputen van weleer zijn niet meer.In een tijdperk waarin diverse vrijheden onder druk staan, is een debat zoals dat tussen Guy en Louis - beiden sterk geëngageerd - een zalige rijkheid. Maar waar zitten de andere zalmen? Louis roept terecht op om als artsen sneller te reageren. Een persbericht is middeleeuws, gooi het stante pede op Twitter.De hoofdredacteur legt wel een teer punt bloot: het toenemend structureel deficit in het overlegmodel. Federaal is dat sterk gebetonneerd, maar wordt handig gebruik gemaakt van het Brusselse mobiliteitsinfarct om dat te omzeilen. Alleen pensioengerechtigden of beroepsvergaderaars kunnen aanschuiven tussen negen en vier. De jongere cybergeneratie artsen begrijpt niet waarom ze voor een eenvoudig overleg een halve dag tijd moeten verliezen en zich in de Brusselse stikstofdioxide storten. In Vlaanderen - wat we zelf doen, doen we beter - blijft het wachten op een formeel representatief overlegmodel met artsen.Ultiem gaat het over postjes in een overlegmodel. Zo werkt het. In contrast met de postjes bij Publifin of Samusocial krijg je voor die bij het Riziv of FOD maar een habbekrats. Wat nu in de pers komt, verbaast niet voor diegenen die de PS-hegemonie van nabij mochten meemaken. Uit dossiers als onder meer hadrontherapie en het fameuze kankerplan weten we al langer wie er bepaalt en wie uiteindelijk betaalt. Voor het Riziv is de doorlichting bij Samusocial wellicht goed nieuws en kan er bespaard worden op de subsidies met die vrijgekomen zitpenningen.Nu ga ik tweets lezen. En daarna volgen nog enkele bezorgde mails van pediaters en gynaecologen. Maggie wil programmatie meer evidence-based maken. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. Maar zou het geen goed idee zijn om in analogie met Canada en sommige Scandinavische landen relatief snel een draft report publiek open te stellen voor commentaren? Misschien dat dat ook voor burgemeesters makkelijker is dan al dat gebel naar de kabinetten. Het is maar een gedacht. De hoofdredacteur droomt vermoedelijk al van een vast katern met de auteurs van al die commentaren. Eindelijk een open debat cultuur! Dan krijgt Verhofstadt toch nog een beetje zijn goesting.