...

De conventioneringsgraad van alle artsen in België bedraagt 86,24%, een minieme daling ten opzichte van vorig jaar. Traditioneel ligt de conventioneringsgraad hoger bij huisartsen (91,85%, excl. kandidaat-huisartsen) dan bij specialisten (78,12%, excl. arts-specialisten in opleiding). Bij de kandidaat-huisartsen is 100% geconventioneerd, bij de arts-specialisten in opleiding is dat 99,79%.Verschillen tussen specialismenEven traditioneel is de grote spreiding in conventioneringsgraad bij artsen-specialisten, van bijna 100% voor geriatrie tot minder dan 40% voor oftalmologie. Hieronder de specialismen met de laagste en hoogste conventioneringsgraad:Regionale verschillenEr zijn ook regionale verschillen. In Vlaanderen ligt de conventioneringsgraad hoger bij huisartsen (94,18%) en lager bij specialisten (78,46%) dan de nationale gemiddelden. In Vlaanderen ligt de conventioneringsgraad lager dan 50% voor plastische heelkunde, gynaecologie, oftalmologie, orthopedie, stomatologie, dermato-venereologie en radiologie. In Wallonië en Brussel wijken de cijfers minder sterk af.De cijfers zijn gebaseerd op de in totaal 60.588 'actieve beroepsbeoefenaars'. Volgens de definitie van het Riziv zijn dat beroepsbeoefenaars die tijdens het betreffende jaar meer dan één verstrekking hebben uitgevoerd, of waarvan de activiteit in een medisch huis, een rust- en verzorgingstehuis (RVT) of een rustoord voor bejaarden (ROB) werd geregistreerd. Volgens artsensyndicaat ASGB worden de conventioneringscijfers vertekend, doordat artsen die na hun pensioen hun Riziv-nummer nog behouden hebben maar de facto niet meer actief zijn, eveneens meegeteld worden.Wie nog dieper wil duiken in de toetredingsgraad per arrondissement en provincie, vindt deze op de site van het Riziv..